Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WIJZE JOOD.

Koning Alexander de Groote kwam, nadat hij de Perzen had overwonnen, ook in het land der Joden, die hij zeer welwillend behandelde. Zelfs schijnen eenige Israëlieten in des konings dienst te zijn getreden.

Althans in het leger van den vorst bevond zich een Jood, Mossellanus geheeten. Nu gebeurde het eens, terwijl het leger op marsch was, dat een der waarzeggers, die er altijd bij waren, uitriep dat men stil moest houden, en letten op de vlucht van een vogel, die in de lucht zichtbaar was.

„Maar waartoe is dat noodig? " vroeg Mossellanus.

„Wel, ” antwoordde de waarzegger, „die vogel is een bode van ons lot. Blijft hij rondvliegen waar hij is, dan moeten wij ook blijven; vliegt hij voort, dan wijst hij ons den weg. Keert hij terug, dan moeten wij ook zoo doen."

De Jood die betere dingen had geleerd, antwoordde niet, maar greep haastig een pijl, mikte, en trof den vogel, zoodat hij dood neerviel.

„Wat doet gij? ” riep de wichelaar gebelgd, terwijl verscheiden soldaten zich dreigend om Mossellanus verzamelden.

Maar deze sprak kalm:

„Wat raaskalt ge toch, alsof die vogel de toekomst wist, en die ons kan voorspellen? Waar maakt gij u boos over. Had hij eenige kennis van de toekomst, hij zou zich wel gewacht hebben op een plaats te komen, waar Mossellanus is, die hem durft dood schieten."

Daartegen had niemand wat in te brengen, en het leger zette den tocht voort.

AAN VRAGERS.

Een derzulken, blijkbaar een letterlievend lezer, wil gaarne dat we eens uitleggen, wat roet het volgend versje bedoeld wordt;

KELDERKOORTSEN.

Is 't yemand onbekent ick weet wat dat gesin schort,

En waerom dat het nooit ter deegh genesen kan.

Al wat de doctor heelt, ontheelen glas en kan;

Men stort er staegh weer in, omdat m' er staegh weer instort.

Dit versje is van onzen beroemden, geestigen dichter Constantiju Huyghens, een tijdgenoot van Vondel en een der knapste mannen zijns tijds. Daarbij was hij een man die God vreesde.

Huyghens was onder meer zeer ervaren in het maken van woordspelingen en het te pas brengen van woorden van meer dan één beteekenis; ook kon hij heel vermakelijke en geestige dingen zeggen. Zoo merkt hij ergens van een goed muziekstuk op: 't Is jammer dat bij een stuk waar zooveel toe hoort, zooveel niet toehooren.

In 't versje hier gegeven zegt de dichter, dat hij wel weet waarom het huisgezin dat hij bedoelt, steeds ziek is, en nooit volkomen beter wordt.

Als de doctor de zieken heeft geheeld of genezen, bedrinken zij zich weer, Glas en kan, of liever wat daarin is, ontheelen hen, d. i. doen de genezing weer te niet, maken de menschen weer ziek. Ze storten telkens opnieuw in, voelen zich steeds weer ziek, omdat ze altijd weer instorten, d. i. wijn en bier in de kan schenken en.... drinken.

Heel aardig staat er dan ook boven dit vers: Kelderkoortsen. Wie in een kelder woont, kan licht door de vochtigheid koorts krijgen. Nu zegt Huyghens spottend: hier is ook keiderkoorts, maar zulke, die uit den wijn-en bierkelder voortkomt.

Een tweede vraag betreft, wat we lezen in Ezechiël 4, namelijk, welk teeken wordt bedoeld in het 3de vers?

Wij lezen in Ezechiël 4 : i, 2, 3:

„En gij, menschenkind, neem u eenen tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en ontwerp daarop de stad Jeruzalem. En maak eene belegering tegen haar, en bouw tegen haar sterkten, en werp tegen haar eenen wal op, en stel legers tegen haar, en zet tegen haar stormrammen rondom. Voorts, neem gij u eene ijzeren pan, en stel ze tot eenen ijzeren muur tusschen u en tusschen die stad; en richt uw aangezicht tegen haar, dat zij in belegering kome, en gij zult ze belegeren. Dit zij den huize Israels een teeken".

De Heere God geeft hier aan den profeet Ezechiël bevel, om een zinnebeeldige handeling te verrichten, die het gansche volk tot een waarschuwing moest zijn.

Op een in de zon gedroogde tichelsteen moest Ezechiël de stad Jeruzalem teekenen, en daarom heen de torens en wallen en de aanvalswerktuigen, die de belegeraars gebruikten om de stad te bemachtigen. Daarna moest hij een ijzeren pan plaatsen tusschen zichzelf en den steen, en den blik op de teekening richten.

De ijzeren pan stelde hier de scheiding voor tusschen de van God afvallige stad, en den Heere, die hier door Zijn profeet tot het volk sprak. Hun ongerechtigheden maakten een scheiding tusschen hen en God. Hij zelf belegert eigenlijk de stad, schoon hij als werktuig den koning van Babel zal gebruiken, Nebukadnezar, die weldra komen zou, en in het jaar 588 Jeruzalem zou innemen en Juda wegvoeren.

Wat Ezechiël deed, was dus voor allen die het aanzagen of hoorden een teeken of bewijs van het oordeel dat God brengen zou over het wederspannige volk.

Een derde vraag, waarmee we sluiten, is of Rachel die met Jakob huwde, een nicht van hem was?

Dit is niet moeilijk uit te maken:

Als stamvader van het geslacht noemen we Therach.

Deze had als zonen:

Nahor en Abraham. Nu had Nahor een zoon Bethuel. Diens kin­deren waren:

1. Laban.

2, Rebekka.

Een dochter van den eersten, van Laban was Rachel.

Van Abraham stamden af:

1. Izaak, die huwde met Rebekka.

2. Jakob.

Het blijkt dus, dat Jakob een neef was van Laban, die zijn oom was. Bijgevolg was Rachel, Laban's dochter, Jakob's nicht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 juli 1905

De Heraut | 4 Pagina's