Officieele Berichten

Generale Synode der Gereformeerde Kerken in Nederland.

(Slot.)

De Praeses opent de laatste zitting, verzoekt te zingen Ps. 46:2, leest Ps. 46 en gaat voor in den gebede.

Bij het lezen van de Presentielijst blijkt dat één der afgev, van Zeeland, br. Mulder, afwezig is.

De notulen van de zittingen van Woensdag worden gelezen en vastgesteld,

Aan de orde wordt gesteld het rapport over B I: Rapport van Curatoren der Theol. School. Rapporteur is Ds. Rudolph.

Inzake de overdracht van 't Gymnasium, verbonden aan de Theol. School, aan eene vereeniging, worden de volgende conclusiën aangenomen: Curatoren te machtigen het Gymnasium zoo spoedig mogelijk aan een vereeniging over te dragen op de voorwaarden, die reeds in de Synode te Arnhem zijn gesteld, maartevens aan Curatoren op te dragen, zoo mogelijk voordeeliger voorwaarden van overdracht te bedingen, dan in het concept contract worden genoemd.

Thans komt aan de orde Litt. H. 13: een bezwaar van de Prov. Synode van Friesland tegen de uitkeering van het geheele bedrag der verzorging uit de gen. kas van een weduwe en 9 kinders in strijd met art 90 Acte Syn. van Arnhem. De conclusie van den Rapporteur, dat er voor dit bezwaar thans geen grond meer is, wordt aangenomen. Een conclusie van gelijke strekking ten opzichte van een bezwaar van Friesland tegen een besluit der Synode art. 151 Acte Arnhem inzake aanvrage van de gelden voor de verzorging van Em. Pred. enz. naar den vastgestelden rooster. Aan de orde komt nu een verzoek van Ds. Wessels in zake de door hem verlangde emeriteering. Besloten wordt er niet op in te gaan.

Ds. Noordewier rapporteert omtrent een schrijven van den heer Nagel Jr. te R. De conclusie: dat er geen reden is om op 't verzoek in te gaan, wordt aangenomen.

Ds. van der Munnik rapporteert aangaande een bezwaarschrift uit Marum tegen het besluit der Synode in haar 5 de zitting aangaande een Doopgeval aldaar. De conclusie strekt tot ongegrondverklaring van het bezwaar en tot hel handhaven van 't genomen besluit. Aldus wordt besloten.

Daarna zijn de rapporten afgehandeld.

In ’t Rapport van Dep. voor de Zending (art. 17) wordt voor 10 Dep. gelezen ia Deputaten.

In de zaak van Harlingen worden aangewezen 2 Deputaten om, desgewenscht, te dienen van advies.

De Synode spreekt den wensch uit dat de Kerken, wier Dienaren Scriba waren, een viertal weken van hun dienst vrijgesteld worden voor het gereedmaken van de Acta. Voor de kosten voor de voorziening in den dienst des Woords wordt elk dier kerken / 50 toegestaan.

Aan 't Moderamen wordt opgedragen de uitgave van de Acta en de lijst van kerken inde Acta op te nemen.

Te laten drukken de gerevideerde K. O. en voordracht te doen voor de benoeming van deputaatschappen.

Het Moderamen wordt aangewezen voor de uit/oering van zaken waarvoor geen Dep. be noemd mochten zijn. Bij een vacature in eenige Depuiaatschap zal Classis of Prov. Synode daarin voorzien.

Wordt tegen de volgende Synode aangedrongen op toezending van de rapporten minstens 14 dagen voor de Synode.

De Praeses stelt nu aan de orde de benoemingen. Door de Synode worden aangewezen: als Deputaten voor de correspondentie met de Hooge Overheid, de broeders Ds. A. Brum melkamp, te 's Gravenhage, Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman te 's Gravenhage en Prof. M. Noordtzij te Kampen.

als Deputaten van de correspondentie met de buitenlandsche kerken de broeders Prof. L Lindeboom, Ds. J. v. d. Linden, Ds. B. van Schelven en A. W. Schippers.

als Deputaten van de Zending onder de Joden de broeders Ds. E Kropveld, Ds. A. van Veeloo, Ds. E. Douma;

als Deputaten om te examineeren naar Art. 4 der Zendingsorde, de broeders Ds. H. Dijkstra (belast met samenroeping), Prof. P. Biesterveld, Prof. Dr. W. Geesink, Prof. Dr. H. H. Kuyper, en Prof. M. Noordtzij;

als Deputaten voor Art. 17'der Zendingsorde, de broeders Ds. H. Hoekstra, Ds. W. H. Gispen Jr., Ds. W. Breukelaar, Ds. J. v. Haeringen, Ds. L. H. Wagenaar, Ds. J. M. Mulder, Ds. J D. van der Munnik, Ds. H. Scholten, Ds. H. Dijkstra (belast met de samenroepiog), en Ds. J. Hania Pz.

en voor de te vormen Part. Synode van Z.-HoU. (ten Noorden) Ds. W. B. Renkema en van Friesland (ten Zuiden) Ds. H. van Andel; als Deputaten voor de Gen. Kas van Em. Pred., Predikantsweduwen en weezen, de broeders Ds. J. A. Goedbloed (belast met de samen roeping). Ds. W. B. Renkema, Ds. J. H. Don ner, ouderl, H. Brink en ouderl. G. Brugsma;

als Deputaten voor hulp aan de catecldseermeesters en oefenaars, door de actie van 1886 in moeilijkheid geraakt, de broeders Prof. F. L, Rutgers, Ds. A. v. Veeloo en G. H. A. Gros heide, voor het uitschrijven van een Bededag of Bidstond, de Classis 's Gravenhage;

voor samenroeping der volgende Synode, de kerk van Amsterdam,

als achief bewarende kerk, de kerk van Amsterdam,

als kerk van correspondentie met de kerken van min vaste formatie, de kerk van Utrecht;

als Deputaten tot oefening van het verband der Geref. Kerken met de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit de broeders, Ds. P. J. W. Klaarhamer (met samenroeping belast), Dr. L Wagenaar, Ds. W. Sillevis Smit, Ds. J. A, Goedbloed en Ds. J. D. v. d. Munnik;

als Deputaten die de e. v. Gen. Synode zul len dienen met een concept-gewijzigde overeenkomst tusschen de Geref. Kerken en de Theol. Faculteit van de Vrije Universiteit, de broeders Ds. W. Breukelaar, Ds. W. H. Gispen Jr., Ds. H. Hoekstra (met samenroeping belast). Ds, R. J. W. Rudolph, Ds. L. Kuiper;

als Deputaten van advies in zake Ds. van Bueren, de broeders Ds. J. W. A. Notten (met samenroeping belast), Prof. H. H, Kuyper, Ds. R. J. W. Rudolph;

als Deputaten tot bijwoning van het examen in de Kerkelijke vergadering van Bentheim, de broeders Ds. Schot (met samenroeping belast), Ds. F. J, ten Hoor, Ds. van Es, Ds. C. L. F. van Schelven en Ds. L. Kuiper;

aan Deputaten om in de zaak van Harlingen te dienen van advies, de Broeders Ds. J. D. v. d. Munnik (met samenroeping belast). Ds. F. Noordewier en Ds. A, de Geus.

Voorts wordt aan 't Moderamen opgedragen om in geval voor een of andere zaak vergeten is een deputaat te benoemen, dien deputaat dan te benoemen. Mocht in een of ander deputaat schap een vacature ontstaan, dan zal de Classe of Provincie daarin moeten voorzien. Ook wordt besloten, dat de 10 Deputaten voor de Zending nog de loopende zaken zullen behandelen zoolang de nieuwbenoemde Deputaten nog niet zijn opgetreden alsook dat de Deputaten die nu voor het eerst zijn aangewezen van Friesland en Z.-Holland, al terstond mee verga deren zullen met de 10 deputaten.

Daarop wordt gezongen Ps. 68 : 8, waarna de praeses het woord neemt en zijn dank brengt aan de stemhebbende adviseerende leden, aan de Kerk van Utrecht voor haar gastvrijheid en aan de broeders en zusters, die gedurende de zittingen van hun belangstelling blijk gaven. Hij werpt een blik terug op wat deze Synode heeft verricht en spreekt uit als zijne overtuiging, dat deze Gen. Synode historische beteekenis heeft om wat gisteren werd besloten in zake art. 36 der confessie, en historische beteekenis zal krijgen om wat inzake de leergeschillen door deze Synode is besUst. Hij noemt dit een verblijdend feit waarvoor we onzen God niet genoeg kunnen danken, en spreekt den wensch uit dat vermeden moge worden alles, wat op eenige manier zou kunnen verstoren wat nu verkregen is.

De assessor Ds. Wessels vraagt daarop het woord en brengt den voorzitter dank voor de uitnemende wijze, waarop hij de vergadering heeft geleid. Prof. Rutgers spreekt daarna namens de adviseerende professoren een woord van dank, de praeses gaat vervolgens voor in dankgebed en sluit de laatste zitting der Generale Synode te Utrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen