Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe Roers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe Roers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

De stille hoop, dat de aanvang dezer eeuw een einde had gemaakt aan de overheersching van het liberalisme in ons vaderland en voortaan de Christelijke beginselen den toon zouden aangeven, is niet verwezenlijkt. Trots alle betuigingen van verzoeningsgezindheid, toonde reeds de eerste ontmoeting met de Tweece Kamer, dat de nieuwe Regeering haar steun, zoekt niet bij de Christelijke partijen, maar bij de mannen der sociaal-democratie. Nauwelijks had Troelstra's zweepslag weerklonken, of het meesterlijk gedresseerde paard sprong door de brandende hoepels der Grondwetsherziening heen. En Tak dreigt reeds in de Kroniek, dat de zweep een volgend maal niet alleen knallen, maar ook treffen zal, wanneer de pas niet nog meer wordt versneld. Niet Goeman Borgesius, maar Troelstra is de manége-directeur, naar welks pijpen het nieuwe Ministerie te dansen heeft.

Aan eenige illusie ons over te geven, ZOJ dus dwaasheid zijn. In stee van een bovei de partijen staand Kabinet, dat de socia'e wetten, door ons Christelijk Ministerie nagelaten, invoeren wil, maar dat zich stipt onthoudt van alles wat naar krenking onzer Christelijke beginselen zweemt, hebben we een Regeering, die door een blancoartikel in de Grondwet naar algemeen stemrecht sturen wil. Algemeen stemrecht ^ wettige consequentie der volks-sou vereiniteit. Liefst met afschaffing van het „titulaire" koningschap en invoering-der republiek, wanneer de Koningin kinderloos mocht komen te overlijden, Zóo luidt het program der sociaal-democraten. En de eerste stap op dien weg wordt door deze Regeering gezet.

Van deze Regeering hebben we daarom voor de doorwerking onzer Christelijke beginselen niets te v/achten. Onder den schijn van officieele neutraliteit staat veeleer onderhandsche tegenwerking van onze Christelijke begin=elen voor de deur. Bij den strijd om ons Christelijk volkskarakter te behouden, zal van eenigen steun van Overheids wege geen sprake zijn. Alleen uit eigen middelen en met eigen kracht zal de worsteling moeten werden voortgezet. Maar juist daarom klemt te meer de vraag, welke koers thans door ons moet worden ingeslagen.

Op den voorgrond sta daarbij, dat de geleden nederlaag geen oogenblik ons demoraliseeren mag. Reeds het geloof, dat God regeert en op Zijn tijd recht zal doen, moet voor alle inzinking ons behoeden. Wie gelooft haast niet. Bij een leger mag één nederlaag een paniek in het leven roepen, die voor den geheelen veldtocht beslist, omdat de soldaten het vertrouwen in hun veldheer hebben verloren, voor den Christen geldt juist omgekeerd, dat door de onderdrukking de moed gestaald wordt en de nederlaag tot nieuwe krachtsontwikkeling leidt.

Voor ontmoediging is dan ook geen reden.

Vooreerst — en Ds. Brummelkamp heeft in zijn brochure daarop terecht gewezen — gaan we den strijd tegen beter gewapend dan ooit te voren. Ons Christelijk Ministerie bracht ons deze vrucht, waarvoor God niet genoeg kan gedankt worden, dat de vrijmaking van Hooger en Lager Onderwijs tot stand kwam. Onze lagere scholen kunnen thans vrijelijk de concurrentie aanvaarden met de openbare school. Onze Christelijke gymnasia staan met gelijke rechten naast de gymnasia van den Staat. En zoowel door den effectus civilis aan de Vrije Universiteit geschonken, als door de mogelijkheid van aanvullingsprofessoren aan de Rijks hoogescholen is de strijd ook op het gebied van het Hooger Onderwijs tegen de ongeloovige wetenschap gemakkelijker gemaakt. En wie ook maar een oogenblik vergelijkt den toestand, waaronder Groen van Prinsterer den strijd aanving voor het Christelijk onderwijs, met de gunstige condities óns geschonken, erkent dankbaar het voorrecht ons verleend.

En in de tweede plaats, de jongste stembus, al bracht ze ons Christelijk Ministerie ten val, bewees toch afdoende, dat de meerderheid van ons volk Christelijk is gebleven. Zelfs al rekent men niet mee de kerkelijke antipathie, die een deel der troepen naar den vijand zwenken deed, dan nog toont het stemmencijfer op onze Christelijke mannen uitgebracht, dat het grootste deel van ons volk Christelijk wil geregeerd worden. Indien dan ook door een volksreferendum moest worden uitgemaakt, of ons volk de voorkeur gaf aan een liberaal of aan een Christelijk bewind, zou de uitslag geen oogenblik twijfelachtig zijn. Alleen misleidende leuzen, kerkelijke hartstocht, ontrouw van een deel der bondgenooten en partijdige indeeling der districten hebben gemaakt, dat de meerderheid van ons volk in de Kamer minderheid geworden is. Een evenredige volksvertegenwoordiging zou aan onze Christelijke partijen de meerderheid hebben geschonken. Ook in dat opzicht zijn we met reuzenschreden vooruitgegaan. Een halve eeuw geleden was het aantal stemmen op onze candidaten uitgebracht, bij enkele duizenden te tellen. Thans vormen we een macht, waarover de vijand alleen door slinksche middelen triomfeeren kan.

Maar al mogen deze beide feiten onder den indruk van de geleden nederlaag niet vergeten worden, toch mag de balans niet te rooskleurig geteekend worden. Er zijn ook verschijnselen, die ernstige bezorgdheid wekken. En het zou struisvogelpolitiek zijn, daarvoor de oogen te sluiten.

Vooreerst bleek ook bij den jongsten stembusstrijd het kerkelijk vraagstuk weer de wigge, die de eenheid der Christelijke partijen splijten deed. Reeds Groen van Prinsterer had voorspeld, dat zoolang het kerkelijk vraagstuk niet was opgelost, een gezonde politiek niet mogelijk was. Daarom achtte hij de oplossing van dit vraagstuk nog meer urgent dan de oplossing van het onderwijsvraagstuk. En de uitkomst heeft hem niet in het ongelijk gesteld. Onder den diepen indruk van het veldwinnend ongeloof en de ontwrichting van de Christelijke en zedelijke grondslagen van ons volks-leven, sloten een oogenblik de Christelijke partijen zich aaneen en werd de overwinning behaald. Maar nauwelijks was het gevaar geweken, of de oude veete kwam weer boven. En de wijze, waarop de Friesche Christelijk-Historische partij zoowel bij als na de stembus optrad, doet vreezen, dat ook voor de toekomst hier een ernstig gevaar dreigt.

De vraag, hoe dit gevaar bezworen kan worden, behoort tot het gebied der practische politiek, waarop we' ons niet hebben te begeven. Ons raakt alleen de geestelijke zijde der quaestie. Het droeve verschil, dat op kerkelijk gebied de zonen van hetzelfde huis verdeelt, doet ook op politiek gebied zijn invloed gevoelen. Ons eigen kerkelijk standpunt daarom prijsgeven, kunnen en mogen we niet. De jongste uitspraak der Hervormde Synode in de zaak van Dr. Bahler heeft genoegzaam getoond, dat van de Synode niets te wachten is. De vloek van de valsche organisatie rust op haar en dwingt haar, steeds verder voort te gaan op den weg der Christusverzaking. En of deze Synode in haar meerderheid al modern of orthodox is, of ze Ds. Chavannes of Ds. Gunning tot haar voorzitter heeft, haar vitium originis wreekt zich altoos.

Die valsche organisatie is daarom de kanker, die ons kerkelijk en politiek leven verwoest. Zij is het, die de Gereformeerde broederen gedeeld houdt en hun kracht verbreekt. Onze invloed op het volksleven, die, mits we vereenigd waren, zoo groot kon zijn, wordt daardoor ondermijnd. En beterschap is niet te wachten vóór dit struikelblok uit den weg is geruimd.

Nu schuilt het geschil zeker niet alleen in het kerkelijk vraagstuk. Ook ten opzichte van de politiek is een zekere divergentie van denkbeelden niet te miskennen. Maar wij twijfelen niet, of dit verschil zou in de practijk veel minder groot blijken te zijn, wanneer de kerkelijke klove eerst gedempt was. Wie de eischen van het jongste congres dezer broederen nagaat, dat nl. i". de publieke instellingen meer christelijk moeten worden en 20. dat het publiek-rechterlijk karakter der Christelijke Kerk moet erkend worden, begrijpt althans niet, dat dit tweetal eischen eerder door een liberaal-radicaal, dan door een Christelijk Ministerie zal vervuld worden.

De oplossing der kerkelijke quaestie schijnt ons daarom van het hoogste belang. Voor ons, die buiten de Hervormde Kerk staan, is het uiterst moeilijk advies te geven, hoe die solutie kan gevonden worden. Maar wel ligt het op den weg der broederen in de Hervormde Kerk, die met ons dit gevaar inzien, om niet te rusten, voordat die oplossing gevonden is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1905

De Heraut | 4 Pagina's

De nieuwe Roers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 oktober 1905

De Heraut | 4 Pagina's