Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Verzwakking van de Moderne Theologie.

De Evang. Luth. Kirchenzeitung van Leipzig beweerde onlangs, dat wie den toestand der Moderne Theologie van den tegenwoordigen tijd nagaat, tot de slotsom moet komen dat zij gaandeweg aan kracht verliest. Dr. Rade, de redakteur van de „Christliche Welt", het orgaan der modernen, verklaarde onlangs: „wij beginnen eenige grenzen en beperkingen van onzen verderen voortgang en ontwikkeling voor ons te zien." Een ander woordvoerder schreef in hetzelfde blad, dat hij bevreesd was dat heel het Godgeleerd gebouw, opgericht door de voorstanders der Moderne Theologie, als een kaartenhuis neer zou vallen. Hij wees er op, dat de mensch niet kon worden bevredigd door bloot Godsdienstige beschouwingen en denkbeelden, maar dat hij echten Godsdienst moet hebben en dat de groote feiten van de religie, als God, zonde, zaligheid, eeuwig leven en dergelijke, iets meer moeten zijn dan verstandelijke beschouwingen. In de oogen van den geloovige moet Jezus meer zijn dan een nationale held van vroomheid. Hij moet de Zaligmaker, de Middelaar zijn.

Een artikel van dien inhoud in de «Christliche Welt" teekent. Men zou verwacht hebben dat daarover een storm van verontwaardiging in het vrijzinnige kamp zou losgebarsten zijn. Integendeel, Dr. Rade deelt mede, dat hij slechts één protest tegen het artikel had ontvangen en dat dit voor plaatsing nog ongeschikt was.

Er is nog iets, waaruit afgeleid wordt dat het Modernisme in Duitschland zijne beste dagen gehad heeft. De bekende hoogleeraar Adolf Harnack, die verleden jaar door zijn voorlezingen in Nederland zooveel lof inoogstte, heeft zijn professoraat neergelegd en de aanstelling van Bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek aangenomen. Dat een man van 54 jaar het hoogleeraarschap in de Godgeleerdheid laat varen om eece boekerij te gaan besturen, heefi zeker veel te zeggen.

Men verheuge zich echter daarover nie t al te zeer. Wij vergelijken de werking der ontkennende leeringen met het vuur van een brand. Een tijdlang slaan de vlammen overal uit, doch daarna is alles wat biandbaar is verteerd, en er blijft slechts een rockende puinhoop over. Dan kan men wel zeggen: het vuur is verbazend in kracht afgenomen, want er is nog alleen wat smeulend vuur overgebleven, doch dat is een schrale troost wanneer men slechts op puinhoopen ziet. Wij kunnen ons alleen dan verheugen, als men zich opmaakt om het gruis van Zions muren te herbouwen. En daarvan bemerken wij in Duitschland nog niet veel!

Frankrijk, Scheiding van kerk en

II.

De oude Roomsche kerk van Frankrijk had van de Revolutie van '89 veel te lijden. De Fransche natie was echter nog aan haar kerk gehecht; de Revolutie had de kerkelijke goede ren verbeurd verklaard ten bate van den staat en de Roomsche priesters gedood of verdreven.

Het Fransche volk kon hen echter niet missen. Napoleon wist een weg te vinden om in dezen nood te voorzien. Hij sloot 'een verdrag (concordaat) met den paus, waarvan de korte inhoud was: Gij, o paus, geeft mij voor mijn volk de noodige gewijde priesters en ik zal ze uit de staatskas, waarin de kerkelijke goederen verdwenen zijn bezoldigen; ik erken dat mijn Franschen voor de groote meerderheid Roomsche Christenen zijn, en gij, o geestelijkheid, houdt op de gelden en goederen terug te eischen, die ik niet meer ten ggeven kan. Zoo hebben wij weer een Roomsche kerk in Frankriik.

De kerk aanvaardde dit verdrag. Wat de staat h^ar aan geldmiddelen bood, was wel op verre na geen vergoeding voor de ontnomen goederen, maar de vervolging hield op, de kerk kon weder ademhalen en de vrije uitoefening van den eeredienst was verzekerd. Wel werden de rechten der geestelijkheid door de zoogenaamde organieke artikelen van 1802 zeer beperkt; de invoering van hulpgeestelijken met klein tractement bespaarde het rijk groote sommen; maar de paus ^eeft die artikelen nooit aanvaard, al kon hij de toepassing daarvan niet verhinderen.

In den loop der 19 de eeuw is de houding van de Fransche regeering tegenover de kerk dikwijls veranderd. Het concordaat en de organieke artikelen bleven echter bestaan. De derde Republiek nam, na verschillende zwenkingen, ten slotte een vijandige houding tegen de Roomsche kerk aan. De verhouding werd wat beter, toen Leo X onder invloed van den kardinaal Rampolla den Roomschen den wenk gaf, zich met den Republikeinschen regeeringsvorm te verzoenen. Doch dit heeft niet verhinderd, dat het toch tot een breuk met de kerk gekomen is. Hare beste jaren heeft de Roomsche kerk gehad in het begin van het jaar 90. President Carnot werd door een anarchist doodelijk gewond. Toen liet deze vrijmetselaar den aartsbisschop komen en ontving uit diens hand het laatste oliesel. De Republiek ei kende onder den dreigenden dolk van het anarchisme, dat zij den priester niet missen kon. Dit veranderde echter sedert het befaamde Dreyfus z proces. Toen kozen alle Roomschgezinden tegen den martelaar van het Duivelseiland partij, terwijl de liberalen en radicalen zich voor den mishandelde en vslschbeschuldigde partij stelden. D t deed de Room^ < iche kerk veel kwaad. De wet tegen de vereenigingen werd gemaakt, waardoor men de geestelijke oiden trof; de scholen door geestelijke broeders of zusterschappen geleid, werden opgehever, het kwam tot een breuk met den paus en eindelijk verbrak men het concordaat!

De organieke artikelen van 1802 gaven ook het aanzijn aan twee Protestantsche staatskerken, een Gereformeerde die sedert de herroeping van het edict van Nantes beschouwd werd niet meer te bestaan, en een Luthersche, die haar haar zetel voornamelijk in denElzaszhad Deze keik heelt hare beteekenis, ïiadat Elzasz en Lotharingen Duitsch werden, verloren.

Er is in Frankrijk echter nog een Luthersch gebied, namelijk het oude graafschap Montbelliard, zuidelijk van den Elzasz in Bourgondië gelegen, waar de vroegere landsheeren, de hertogen van Wurttemberg, de reformatie invoerden, in het geheel uit veertig landbouwende gemeenten bestaande met het stadje Montbelliard.

Na den vrede van Frankfort, die een einde maakte aan den Fransch Duitschen oorlog, zochten de Lutherschen dier streek vereeniging met de Gereformeerden. Maar de Lutherschen van Parijs hebben die ineensmelting verhinderd, en zoo is er nog een Luthersche kerk in Frankrijk, bestaande uit Lutherschen in Montbelliard en Parijs.

Van meer beteekenis is de Gereformeerde staatskerk, waarin 102 consistoriale districten gevonden worden. Over deze consistoriën is in naam eene Algemeene Synode gesteld, die in de verloopen eeuw slechts eenmaal met verlof van de regeeriag vergaderde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 31 december 1905

De Heraut | 4 Pagina's