Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de eenheid der kerk.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de eenheid der kerk.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de innerlijke geloofseenheid der Christenen ook in het uitwendig instituut tot openbaring komen moet, wordt door geen ernstig kind van God betwist. De Schrift kent nooit anders dan één kerk op één plaats. Zelfs de zondige factiegeest te Corinthe, waarbij de één voor Paulus, de ander voor Petrus, een derde voor ApoUos koos, wordt door den Apostel des Heeren met al den gloed der heilige verontwaardiging gestriemd, hoewel deze factiegeest nog niet eens tot een breuke in het instituut der Kerk had geleid. Eén geloof, één Heere, één doop en daarom één openbaring van het lichaam des Heeren, dat is de heilige eisch En wie met onze Apostolische Geloofs belijdenis de „gemeenschap der heiligen" L.elooft, kan nooit tevreden zijn met het ^tctarisch drijven, waardoor kerk naast kerk en groep naast groep en gezelschap 'iaast gezelschap komen te staan en de ^erk aldus een caricatuur biedt van wat aet ééne ongedeelde lichaam van Christus wezen moest.

We zeggen dit niet, alsof we daarom met ie vaische eenheidsgedachte van de Room-•iche kerk zouden meegaan, en nog veel minder alsof het ajlegaars-systeem van ds Hervormde kerk ons trekken zou. Rome handhaaft althans nog de eenheid des geloofs en maakt deze tot conditio sine qua non voor de eenheid der kerk. Maar de Hervormde kerk, die alleen op uiterlijke eenheid bedacht is, en binnen de muren van een kerkgenootschap het meest tweedrachtige gezelschap tot saamhuizen dwingt, levert een spotbeeld van de ware eenheid van Gods kerk. We weten, dat waar het één geloof ophield, ook de eenheid der kerk op aarde niet meer kan verwezenlijkt wor den; en hoe lief we den vrede ook hebben, ons gaat de waarheid bovenal.

Voor zoover het geloofsverschil scheiding maakt, moet de eenheid der kerk worden verbroken. Dat is geen zonde, maar plicht. Wie in een kerkgenootschap modern en orthodox, boeddhist en Christen, straks Jood en muzelman wil vereenigen, geeft zijn kerk prijs en houdt een gemengd gezelschap over, dat met de kerk van Christus tenslotte niets meer gemeen heeft. Zoo iets nog een kerk te noemen en hier van de eenheid der kerk te spreken, is een spotten met het heilige denkbeeld, dat Gods Woord van de eenheid der kerk ons geeft. Christus en Belial slui' ten elkaar uit. Waar de eenheid in het ge loof week, moet de éene kerk wel in vele kerken zich splitsen.

Maar des te meer dient er voor gewaakt, dat deze deeling nooit verder ga dan God de Heere in Zijn woord ze gedoogt. Wat zoon is uit hetzelfde huis, behoort als broe ders saam te wonen. Waar die diepere eenheid gevonden wordt, die uit eenzelfde geloofsovertuiging ontspringt, die door een^ zelfde levens-en wereldbeschouwing gedragen wordt, die ook voor de regeling van het kerkelijk leven naar eenzelfde ideaal dorst, daar mogen geen menschelijke sta^ ketsels en schotten verdeeldheid te weeg brengen. Daar behoort op elke plaats het te zijn éen kudde en éen herder. En zoolang die kerkelijke eenheid niet verwezenlijkt wordt, moet dat als een breuke worden gevoeld, moet de drang der liefde tot eenheid dringen, moet geen poging onbeproefd gelaten, om tot openbaring dier innerlijke eenheid te komen.

We zeggen dit met nadruk, omdat valsch conservatisme ons zoo licht vrede doet nemen met den bestaanden toestand. In 1886, toen de breuke kwam met de Synodale organisatie, werd de band des bloeds, die nog trekken bleef naar de vele Gereformeerde broederen buiten onzen kring, zoo levendig gevoeld. Er was een kloeke poging om de Gereformeerden in de Hervormde Kerk te bewegen meê het juk af te werpen. Er ging een bede uit naar de reeds ontkomen Gereformeerde Kerken om tot eenheid te komen, en men rustte niet voordat in 1892 die eenheid ten deele althans was verkregen En zelfs werd dat smaldeel van onze Gereformeerde broeders niet vergeten, dat in allerlei kleine gemeenten en losse groepen schier vergeten voortleefde. Wie ons in die dagen van sectarisme, separatiezucht, labadisme of welken anderen lieflijken naam men ook uitdacht, beschuldigde, verstond niets van wat er omging in onze harten. Nooit is de dorst om al het nakroost yan Calvijn weer saam te brengen in éen kerk, zoo sterk geweest als juist in die dagen.

Maar allengs is toch iets van dien ijver verslapt. Men weet het nu eenmaal, dat de broeders in de Hervormde Kerk elke poging tot toenadering met een: geen separatie en geen doleantie beantwoorden. Van de zoogenaainde „vrije gemeenten" bleek slechts een klein deel bereid zich bij ons aan te slu'ten, en de post, die nog op elk onzer Synodes voorkomt: bearbeiding dezer groepen, wordt almeer een memoriepost. En van eenige poging zelfs om het nieuw gevormde Christelijk Gereformeerde Kerkgenootschap, nu de eerste bitterheid der afscheiding week, op den plicht der eenheid te wijzen, hoorde men zoo goed als niets. We zitten nu elk onder onzen eigen wijnstok en vijgeboom. We kijken over de muren heen wat %t bij onze buren «oöal voorvalt, üiÉ soms met ietwat leedvermaak als er bij hen een kink in den kabel kwam. Het feit, dat de Gereformeerde gezindheid in ons land zoo hopeloos verdeeld en uiteengeslagen is, is nauwelijks een oorzaak meer van droefheid der ziel en verootmoediging voor God.

Het gevaar van Separatisme dreigt zoo allengs binnen te sluipen. Niet, alsof de breuke eerst in 1834 en daarna in 1886 met de Hervormde Kerk op zichzelf een zondige separatie zou geweest zijn. Die breuke was roeping en piicht van Gods wege, en indien we over iets ons zelf te beschuldigen hebben, dan is het hierover alken, dat de oogen ons zoo Iaat eerst zijn opengegaan, dat we zoolang in ontrouw aan onzen Koning hebben kunnen leven, dat we niet veel eerder gebroken hebben met een organisatie, die tot zulk een goddelooze vermenging leidt.

Maar wel schuilt het gevaar van het separatisme hierin, dat men tevreden is met in eigen kring naar de ordinantiën Gods te leven en niet meer voelt, dat zoolang al Gods erfvolk niet weer saamwoont, de toestand niet gezond is, de breuke Sions nog altijd voortbestaat en het kerkelijk vraagstuk niet is opgelost.

We waardeeren het daarom dat Amo nesciri' thans een tweede brochure uitgaf, om tot oplos.«ing van het kerkelijk vraagstuk te komen. Zeker, meer nog dan het kerkelijk weegt bij hem het politiek belang. Ook betwijfelen we, of het voorgestelde middel ooit tot het begeerde doel lean leiden. Wat in Groen's dagen wellicht nog mogelijk was, gaat thans niet meer. En intrekken van het Koninklijk besluit van 1816, dat aan de Hervormde Kerk haar rechtspositie schonk, schijnt ons na de Koninklijke besluiten van 1853 een onmogelijkheid; nog daargelaten dat geen Regeerjng de verantwoordelijkheid op zich zou wilien nemen van de chaotische wanorde, die daardoor zou ontstaan. Maar ook afgescheiden van de practische uitvoerbaarheid van dit plan, waardeeren we, dat uit de adviezen van dezen volhardenden strijder zulk een drang naar eenheid van ons Gereformeerde volk spreekt, en dat blijkbaar dit woord ook in den kring der Herivormde broederen niet zonder weerklank blijft.

Om éénheid blijven we bidden en roepen. Niet alleen omdat naar onzer Vaderen wijze spreuk eendracht alleen macht maakt en onze onderlinge gedeeldheid ons land en volk ten speelbal overlaat aan allerlei invloeden en richtingen, die ons steeds verder afvoeren van God en Zijn Woord. Maar bovenal, omdat de Kerk van Christus niet gedeeld mag zijn en al wat één geloof belijdt, ook saamhoort in één kerkelijke gemeenschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Van de eenheid der kerk.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's