Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Namen we onlangs in verband met de Kinderwetten een stukske over van Ds. Renkema uit het Gereformeerde Volksblad, gaarne deelen we thans ook het uitvoerig en grondige rapport mee, dat Ds, De Gaay Fortman over deze zaak aan den Amsterdamschen Kerkeraad aanbood:

In Februari 1901 zijn de hierboven genoemde drie wetten afgekondigd. Alle drie zijn aanvullingen en wijzigingen van bestaande wetten; namelijk

ie. de wet van den 6sn Februari 1906 {Staatsblad No. 62), houdende wijsiging en aanvulling van het Burgerlijk Wetboek omtrent de vaderlijke tnacht en voogdij ;

ze. de wet van den I2en Februari 1901 (Staats blad No. 63). houdende wijzigingen in de bepalingen, betreffende het straffen en de strafrechtspleging ten aanzien van jeugdige personen ;

3e. de wet van den i2en Februari 190? (Staatsblad No. 64), bevattende wijziging in de Gestich tenwet van 1884 en in de wet tot vaststelling der beginselen van het gevangeniswezen van 1886.

Smds de aanneming dezer wettep zijn bijna vijf jaren verloopen; doch den len December 1906 zijn zij dan toch in werking getreden.

Intusschen heeft de Regeering al dien tijd niet stil gezeten. Voorbereidingsmaatregelen zijn indien tijd op breede schaal genomen.

I. De door deze wet geëischte tuchtscholen zijn gebouwd en de bestaande rijksopvoedingsgestichten zijn gewijzigd naar het doel, door de wet er meê beoogd.

II. Algemeene maatregelen van bestuur zijn genomen. O.a. is den 23en Februari 1903 in het leven geroepen het «Algemeen College van Toezicht, Bijstand en Advies van het Rijke-Tucht-en Opvoelingswezen', aan hetwelk opgedragen is het adviseer en van den Minister van Justitie ornXxcnX het Vaststellen van gewichtige maatregelen in verband met de Kinderwetten en het houden van een algemeen toezicht over de Tuchtscholen en Rijks opvoedingsgestichten en op de naleving der Regee rin^svoof-waarden door de bijzondere stichtingen, die deze voorwaarden hebben aanvaard.

Voor de bijzondere Stichtingen, Vereenigingen en Instellingen van weldadigheid heelt dit college belang, omdat het moet adviseeren bij beslissingen omtrent de naleving der voorwaarden en het beoordeelen der vraag, «of deze voorwaarden zooals zij thans luiden, in de praktijk aan haar doel beantwoorden ? "

Onlangs zijn ook voogdijraden benoemd, 21 in getal, waarvan twee te Amsterdam. Het ressort van den Voogdijraad Ams'erdam I strekt zich uit over de kantons Amsterdam no. i en 2; en dat van den voogdijraad Amsterdam II over de kantons Amsterdam no. 3 en no. 4 en Hilversum. Hun taak is:

a) het adviseeren der rechtbank bij maatregelen in het belang van minderjarigen;

b) het houden van toezicht over de kinderen, die onder voogdij staan van Vereenigingen, S richtingen en Instellingen van weldadigheid;

c) het behartigen voor de rechtbank van de belangen van verwaarloosde, bedreigde exi wankelstaande kinderen;

d) het uitoefenen van onmiddellijke en tijdelijke bescherming over deze kinderen (o.a. bij schorsing van de ouderlijke macht);

e') het ontvangen en verrekenen der geldelijke bijdrage^i door ontheven of ontzette ouders ten bate der opvoeding hunner kinderen gestort.

Wanneer en waar de voogdijraden vergaderen is in de dagbladen vermeld, alsmede waar en op welken tijd de secretaris van eiken voogdijraad dagelijks te spreken is.

De bedoeling der Kinderwetten is:

10. de kinderen te beschermen tegen misbruik, dat ouders of voogden kunnen maken van hunne macht over hen;

20. eenen dam op te werpen tegen de toenemende misdadigheid van minderjarigen door, zoo die het gevolg is van slechte opvoeding, tijdig in te grijpen en het ongewenschte gezag door beter te vervangen :

30. de berechting en bestraffing van minderjarigen in hun belang te verbeteren;

40. de vrouw, alsmede de Vereenigingen, Stichtingen en Instellingen van weldadigheid meer te gebruiken als voogden over minderjarigen ten nntte van dezen.

Na deze algemeene opmerkingen gemaakt te hebben, laten wij tot recht verstand van hetgeen nu volgen zal de volgende inlichtingen voorafgaan.

Vooreerst worden onder minderjarigen verstaan de kinderen tot hnn 21e iaar. Hebben zij dien leeftijd bereikt, dan zijn ze meerderjarig.

In de tweede plaats berust de onderlijke macht thans bij beide ouders: zoodat van haar slechts zoolang sprake is, als alle twee, vader en moeder, leven, of hun huwelijk niet door echtscheiding is ontbonden. Zoodra een der ouders overleden of de huwelijksband losgemaakt is, houdt de ouderlijke macht op en begint de voogdij. Wel wordt de ouderlijke macht in den regel uitgeoefend door den vader, maar o. a. bij het sluiten van een huwelijk zal de toestemming van beide ouders vereischt worden, minstens tot het 21e jaar. Ook gaat op de moeder van rechtswege de ouderlijke macht over, wanneer de vaaer daarvan is ontheven of daaruit is ontzet.

Ten derde worden in eersten aanleg de gewone zaken, de voogdij belangende, voor den Kantonrechter behandeld, die van ontheffing van en ontzetting uit de ouderlijke macht en van de voogdij, daaruit voortvloeiende, behandeld voor de arron dissementsrechtbank. Dit alles in vele gevallen behoudens recht van appel bij hoogere rechtbanken.

Ten vierde kunnen alleen die Vereenigingen, Stichtingen en Instellingen van weldadigheid in aanmerking komen, om met de voogdij over minderjarigen belast te worden, welke aan zekere voorwaarden door de Regeering gesteld, voldoen. Wij zullen ons bepalen tot de mededeeling van die voorwaarden, waarbij de Kerk met hare diakonie belang heeft. O. i. is de diakonie geene vereeniging en geene stichting, maar eene instelling van weldadigheid; en voor deze bestaan de volgende voorwaarden:

1. dat zij in het Koninkrijk gevestigd is;

2. dat hare reglementen - Dduurzame verzorging van minderjarigen^ (en niet zooals vroeger geschiedde, tot eenen bepaalden leeftijd beneden het 2ie jiar) voorschrijven ;

3 dat zij, om eene voogdij te aanvaarden, eene bereidverklaring aflegt, om benoemd te worden.

De instelling van weldadigheid behoeft geen gesticht ter beschikking te hebben. Gezinsverpleging (uitbesteding bij particulieren enz.) is evenzeer toegelaten.

Evenmin is vereischt, dat de verpleging kosteloos geschiedt. Wanneer de pupillen vermogen beiitten, mag dit voor hunne onderhouds en opvoedingskosten zoo gebruikt worden, als eene goede admi nistratie, volgens de beslissing van den kantonrechter, medebrengt. Zelfs kan voor eene bepaalde categorie van minderjarigen (de verwaarloosden nl.) subsidie door de Regeering verleend worden.

Het slaat geheel ter beoordeeling van den rechter, of de instelling van weldadigheid aan de van regeeringswege gestelde voorwaarden voldoet; alsmede of het wenschelijk is, den respectievelijken minderjarige aan haar toe te vertrouwen.

De instelling van weldadigheid heeft ten aanzien van de haar opgedragen voogdij in het algemeen dezelfde bevoegdheid en verplichtingen, die aan den voogd zijn toegekend of opgedragen ; bij verwaarloosde kinderen zelfs tegenover de ouders, al behouden dezen die banden met het kind, welke onafhankelijk zijn van de ouderlijke macht.

Zij kan ook haren pupil, om haar door hem gegeven gewichtige redenen van misnoegen, o. a. karaktertrekken, die tot verregaande weerbarstigheid prikkelen, doen opnemen in eene Tuchtschool. De arrondissementsrechtbank besluit over elk verzoek van dezen aard.

Evenzeer kan zij, wanneer zij in hare voogdij en verzorging heeft geheel onhandelbare, door verlatendheid en verwaarloozing verwilderde of diepbedorven kinderen, dezen, voor zoover het noodig is, in een Rijksopvoedingsgesticht geplaatst krijgen. Alkmaar is voor deze gevallen aangewezen.

Het vervolg geven we een volgend maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 februari 1906

De Heraut | 4 Pagina's