Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitscbland. Een manifest van studenten.

Eenigen tijd geleden werd door een vijftal studenten van de Universiteit van Leipzig een stuk de wereld ingezonden, waarbij alle hoogleeraren en professoren werden uitgenoodigd de Christelijke kerk te verlaten, waarin de afschaffing der Theologische faculteit voorgesteld, beperking van den wetenschappelijken arbeid en „heiligspreking van alle door de natuur gegeven driften" (Heiligsprechung aller natur gegebenen triebe) verlangd werd. Het stuk gaf den indruk van een product te zijn van gekrenkte hersenen en scheen niet waard dat men er eenige aandacht aan zou wijden. Doch daarin heeft men zich vergist; het blijkt dat in dezen kleinzieJigen tijd het studentenstuk zelfs groot opzien baarde.

Aan de hoogescholen van Beieren is het i^erbreiden der oproeping plechtig verboden. De Voorwaarts ziet in de vijf opstellers reeds martelaars en trekt een parallel tusschen den „genialen dichter" Shelley, die vroeger wegens zijne atheïstische denkbeelden van de Universiteit van Oxford werd weggezonden, en hen. „Wij vreezen", schrijft men in genoemd blad, „dat het ook in „het land der denkers" den vijf onderteekenaars van de oproeping niet veel beter gaan zal, dan hun beroemden voorlcoper in Engeland.”

De zaak heeft men echter in Leipzig geheel anders opgevat. In de eerste plaats wekte de oproeping zoowel in den kring der professoren als in die der studenten nogal de^ vroolijkheid op. De rector der universiteit ontbood de vijf helden en vroeg hun glimlachend, hoeveel semesters zij al aan de Universiteit hadden doorgebracht. Toen hij van hen vernam dat zij reeds ettelijke semesters gestudeerd hadden en dat zij het met hunne oproeping ernstig meenden, gaf hij te kennen, dat hij gemeend had, met het idee van een student van het eerste jaar te doen te hebben. Daar zij hunne oproeping ernstig wilden beschouwd hebben, zoo nam hij de zaak ook ernstig op. Hij gaf hen eene „gehörige" vermaning over fatsoen en manieren en liet ze daarna gaan.

Deze handelwijze is wellicht de beste. Maar toch geeft het stuk van het vijftal te denken!

Frankrijk. Levensteekenen.

Wat wij voorzagen is gebeurd. De kerken in Franljjijk zullen door de opheffing van het concordaat geen schade lijden, maar integendeel is het reeds gebleken dat zij, doordat zij genoodzaakt worden in haar leeftocht te voorzien, tot nieuwe krachtsontwikkeling geprikkeld zijn.

Op Zondag 4 Febr. 11. kwamen de Luthersche „Pfarrgemeinden" te Parijs samen om te beraadslagen, wat er te doen stond om het verder voortbestaan der kerk mogelijk te maken. Deze dag was een dag van goede boodschap voor die kerk. Het orgaan der Fransche Luthersche kerk, de Témoignage, schrijft hierover bijna triomfeerend: „De Vrije Luthersche kerk te Parijs is geboren! Tiots de sneeuwjacht zijn onze geloofsgenooten in de onderscheidene kerken vergaderd geweest. Onder de opgekomenen waren billetten verspreid, waarin zij werden uitgenoodigd te verklaren, dat zij lid wilden worden van de op te richten Cultusvereeniging en dat zij zich wilden verbinden tot het geven van eene vaste bijdrage; er werd voor groote en voor kleine sommen ingeteekend. Vele anderen^ willen het gegeven voorbeeld volgen, vooral omdat door het geven van deze bijdragen alle collecten voor den eeredienst zullen opgeheven worden. Eene arme bedeelde weduwe, die vernam dat men van haar slechts eene bijdrage van 2 francs 's j aars verlangde, zeide: „ik zal 3 francs geven" en betaalde die som aanstonds, opdat men geen moeite hebben zou om het geld bij haar op te halen. Een man die den weg naar het bedehuis geheel verleerd had, zond den predikant zijner parochie 20 francs met de mededeeling, dat nu hij er voor betaalde, hij van tijd tot tijd ter kerk zou komen. Het was ook zeer verblijdend dat onderscheidene vergaderingen van parochiën moties aannamen, waarin zij de broeders en zusters van andere gemeenten toeriepen, aan het geloof der kerk getrouw te blijven, en verklaarden, dat zij met geestdrift zouden streven naar het instandhouden der kerk en alle mogelijke offers voor haar wilden brengen. Kortom, men is in de Lnthersche kerk van Parijs vol hoop voor de toekomst.

In de Gereformeerde kerk heeft men dezelide ervaring opgedaan; alom blijkt het, dat men zijn kerk nog lief heeft, ja hier en daar ontbrak het niet aan geestdrift. Zelfs hebben kleine gemeenten aanstonds door inschrijvingen het staatstractement, dat hun predikant niet meer ontvangt, bijeengebracht. Zoo werd in eene kerk van 250 zielen voor i6oc francs 'sjaars ingeschreven. Rijkere gemeenten hebben zich verbonden armere te hulp te komen. Een predikant uit het zuiden schreef: „De scheiding van kerk en staat heeft bij ons gewerkt, dat schoone blijken van offervaardigheid werden ge geven; zij werd tot eene weldadige verkwikking voor de predikanten.”

Dit neemt niet weg, dat de gisting die in de Gereformeerde kerk ontstaan is, na de laatst gehouden officieuse Synode van Orleans, nog voortduurt. De minderheid dier Synode heeft zich gericht tot „de leden van de Gereformeerde kerken van Frankrijk, " waarin zij voor scheming waarschuwt. Zij wil een soort van organisatie scheppen, en zond daarom een ontwerp statuten, waarin de declaration de foi van 1872 als historisch document wordt beschouwd, en de toetreding tot de cultusvereeniging aan allen vrijstaat, „die van harte de kerk van Frankrijk en haar goddelijk hoofd Jezus Christue toegedaan zijn, en dus met Gods hulp hun leven naar de voorschriften van het Evangelie inrichten willen." Daar deze formule breed genoeg is, om ook door vele liberalen onderteekend te worden, zoo is het de vraag, wie de sterksten wat het getal aangaat zullen zijn: de Evangelischen, die aan de confessie van 1872 vasthouden, öf de middenpartij onder de Evangelischen, die met de liberalen of modernen onder één kerkverband willen leven.

Denkelijk zal het de Roomsche kerk ook niet ontbreken aan middelen om zich te handhaven. Enkele bisschoppen hebben reeds bevolen collecten te houden om armere gemeenten te ondersteunen.

In Parijs zijn er enkele parochiën, die over meer dan 100 000 francs beschikken.

Jammer dat de paus het woord, dat van hem verwacht werd, tot hiertoe niet heeft gesproken. Wel werd een prachtige encycliek door het hoofd der Roomsche kerk de wereld ingezonden, waarbij hij plechtig protesteert tegen het onrecht, dat der kerk door de verbreking van het concordaat aangedaan is; wel wordt in dit stuk duidelijk aangewezen, uit welke onheilige beginselen het drijven tot scheiding van kerk en staat geboren werd; doch eene aanwijzing wat de roomschgeünden doen moeten, nu eenmaal de scheiding een voldongen feit werd, komt daarin niet voor. Als van uit hetVaticaan er op aangedrongen was, het inventariseeren der kerken onder mondeling of schriftelijk protest, doch zonder daden van geweld, toe te laten, zou er veel ellende en bloedstorting voorkomen zijn. Nu vreezen wij, dat de radicale machthebbers uit het feitelijk verzet, waarop de autoriteiten in vele Roomsche kerken stuitten, aanleiding zullen nemen, om de keiken nog meer te knechten. Mocht men het in Frankrijk leeren verstaan wat het Schriftwoord bedoelt: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden.

N.-Amerika. Vereeniging der Cumberlandsche Presbyteriaansche kerk en der Presbyteriaansche kerk.

De commissie, benoemd door de Presbyteriaansche kerk van N.-Amerika en die van de Cumberlandsche Presbyteriaansche kerk, zijn in het laatst van het voorgaande jaar te St.-Louis vergaderd geweest om het plan van vereeniging, dat in beginsel door de Synoden van beide kerken was aangenomen, in bijzonderheden nader uit te werken. De algemeene Synode der Presbyteriaansche]; kerk vergadert dit jaar te Des Moines, in den staatTowa, den iSdenMei en volgende dagen, en die der Cumberlandsche Presbyteriaansche kerk op denzelfden datum te Decatur in den staat Illinois.

Er wordt medegedeeld dat er van de zijde der Presbyterianen weinig bezwaar bestaat tegen de hereeniging van twee kerkengroepen, die 95 jaar geleden uiteen gingen. Nu de Presbyteriaansche kerk door de herziening of liever, gelijk wij het zouden noemen, door de verwatering harer belijdenis, de Arminiaansch gezinde Cumberlanders is tegemoet gekomen, is ernaar het ons voorkomt hoegenaamd geen bezwaar meer om kerkelijk samen te wonen. De stemmen, die opgingen om tóch de belijdenis niet te verwateren, worden ook gehoord nu het over de vereeniging gaat met een kerkengroep, die officieel met het Calvinisme heeft gebroken. En waar ze in het eerste geval weinig of geen gehoor kregen, daar wordt ook in het tweede geval geen acht gegeven op het woord van waarschuwing door hen gesproken.

Bij de Cumberlanders is echter, wat men niet verwacht zou hebben, eene beweging op touw gezet om de hereeniging van beide kerken te verhinderen. Op verscheidene plaatsen zijn protest-meetings gehouden. Vooral in Texas is de groote meerderheid tegen de hereeniging, zoodat reeds stappen gedaau zijn om te voorkomen, dat de kerkelijke goederen niet het eigendom worden van de vereenigde kerkengroep. Daarom is het niet onwaarschijnlijk dat een deel der tegenwoordige Cumberlandsche Presbyteriaansche kerk als een zelfstandige kerk zal blijven voortbestaan.

Wij wenschten wel dat het geheele plan van de vereeniging in duigen viel! Het streven naar vereeniging met de Cumberlanders bewijst, dat in de Presbyteriaansche kerk een element den boventoon kreeg, dat tegen de Westminstersche confessie reageert. Als de vereeniging met de Cumberlanders een voldongen feit wordt, dan wordt de terugkeer tot de wegen en het leven der vaderen daardoor des te zwaarder, schoon aan den Geest des Heeren niets in den weg staat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's