Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Den weg tot reformatie der Kerk gewezen.

Op 19 en 20 Februari 1.1. werd te Chemnitz een cocferentie gehouden, welke den strijd tegen de afbrekende Theologie op haar programma geschreven had. Om dezen strijd met des te beter succes te kunnen voeren, had men de „Gemeinschaftskreisen" uitgencodigd aan de conferentie deel te nemen. Reeds was op de AUgemeine Evangelisch Lutherische conferenz aanbevolen om voeling te houden met den rechter vleugel den „Gemeinschaften." Immers zijn ook die „Gemeinschaften" verontrust door de neologie of het modernisme. En daarbij zijn de mannen der „Gemeinschaften" dikwijls er op uit om de geheele kerk voor een „BAbel" te veiklaren, omdat er ettelijke modernen in haar midden gevonden worden.

Wat hebben wij onder „Gemeinschaften" te verstaan? In de laatste jaren hebben zich menschen die Christus als hun Heiland belijdeD, aaneengesloten, vooral in streken wiar het ongeloof ook in de kerk de overhand heeft. Wat dus in Nederland de „gezelschappen" zijn of waren, dat zijn in Duitschland de „Gemeinschaften", met dit onderscheid dat de „Gemein schaften" openbare samenkomsten houden en geleid worden door voorgangers, terwijl ook sommige predikanten zich daarbij hebben aangesloten. Wij vinden het wel jammer, dat in Duitschland het geloovige deel des volks zich langs dien weg zoekt te redden, in plaats van cp reformatie der kerk aan te sturen. Doch het feit dat er „Gemeinschaftskreisen" ontstaan, bewijst dat er ook in Duitschland een overblijfsel is hetwelk de knie niet buigt voor de goden dezer eeuw.

De eerste avond der conferentie w^s er voornamelijk op aangelegd om de „Gemeinschafis"mannen te winnen. De predikant Keiler hield een voordracht getiteld „eenige lichtstralen uit het profetisch woord tot verklaring van zekere verschijnselen in onzen tijd", waarin hij een voorstander bleek te zijn van de leer van het duizendjarige rijk. Opmerkelijk, was dat op het hieropvolgende gezellige samenzijn niet een van de „Gemeinschafts"-mannen bleef, waaruit blijkt dat zij voornamelijk gekomen waren om den hun sympathetischen predikant Keiler te hooren.

Den volgenden dag sprak de predikant Vogel over het onderwerp „Recht en plicht van evan­ gelische gemeenteleden tegenover valsche leer op kansel en katheder." Hij betoogde daarbij, dat er in de Saksische landskerk in den laatsten tijd wel geen aanklachten voorkwamen tegen predikanten, maar dat er niet aan te twijfelen i< dat onderscheidene predikanten van Saksen de moderne theologie zijn toegedaan.

Dit men geen kerkelijke prccossen had, als tegen Schrempf, Weingart, Fischer, Jatho, Romer, Schmaltz, ondernomen werden, schreef hij toe aan de Saksische goedmoedigheid. Daar echter volgens Evangelisch kerkbegrip de zuivere leer van het woord Gods aan de kerk, d. i. aan de gemeente der geloovigen, behoort, zoo hebben Evangelische gemeenteleden een recht tegenover alle leerwillekeur op den kansel, welk recht zij ook door het orgaan des geloofs mogen uitoefenen. Het streven der moderne ongeloovige theologie om aan de gemeente het recht te ontnemen de leer te keuren, werd terecht afgekeurd, daar tot het keuren der leer geen theologische ontwikkeling noodig is.

Immers zijn de oprecht geloovige Christenen van „God geleerd”.

Daardoor is tegelijk op den plicht gewezen, dit van God gegeven recht te gebruiken, en zich te vergewissen of de kinderen in de fundamenten van het Christelijk geloof onderwezen worden. Indien het blijkt dat op den kansel en op de catechisatie afwijkende leeringen worden gebracht, zoo mag men daarmee geen genoegen nemen en zich ook niet van de landskerk at scheiden, maar behoort men met heiligen ernst er op te werken dat de misstand weggenomen worde.

Mattheus 18:15 tot 17 wijst den weg dien men ingeval van leerafwijking heeft te bewandelen. Eerst heeft men den predikant in den geest der broederlijke liefde aan te spreken; wanneer dat het gewensche gevolg niet heeft, behoort men zich tot den „Kirchenvorstand" te wenden, met verzoek om in de zaak te voorzien; en wanneer ook hierdoor het begeerde resultaat niet wordt verkregen, behoort men zijn klacht te brengen voor het kerkbestunr, hetwelk de geheele kerk vertegenwoordigt.

Wanneer langs dezen weg geen wegneming der bezwaren te verkrijgen is, is men daarom nog niet genoodzaakt uit de landskerk te treden; wanneer tenminste het kerkbestuur niet ver klaart dat de leer van het moderne ongeloof „gleich"-of „alleinberechticht" is. Geloovige gemeenteleden moeten het er dan voor houden dat dit een plaatselijk ziekteverschijnsel is, en zouden dan slechts verplicht zijn, zich van de parochie te laten scheiden of zelf er van af te gaan. De referent liet hier uitkomen dat, ofschoon geen landskerk zonder leertucht bestaan kan, deze toch door negentiende der kerkleden, deels uit onkerkelijkheid, deels uit onkunde, niet wordt gewenscht. Wanneer men haar toch wilde toepassen, kon dit leiden tot vaneenscheuring der landskerk. Daarom is het in het uiterste geval noodig zich zelven te helpen.

Wanneer het blijkt, dat in een gemeente zulk een teleurgestelde klager niet alleen staat en een breedere kring te vinden is, die sympathie voor hem gevoelt, zoo kan ook overgegaan worden tot de stichting van landskerketijke afzonderlijke gemeenten, en van Evangelisch-Luthersche bijzondere scholen, op het Voetspoor van de protestgemeenten in den Elzas. Voorts ried de referent nog aan, dat zoo spoedig het stadium van persoonlijke bespreking met de ambtsdragers voorbij was, de geloosigen zich in een soort van „schutz"verband moesten vereenigen om het goed recht van het oude Evangelische geloof bij de kerkbesturen en in het geheele kerkelijke leven te verdedigen. Niet alleen de eenvoudige lieden, maar ook Christenen uit den hoogeren stand behoorden het voorbeeld van de Westfaalsche vrienden der kerkelijke belijdenis te volgen. De referent besloot met een ernstige opwekking dat een ieder zijn plicht zou doen.

Wij zijn het met dit referaat van harte eens en hopen dat dit woord vrucht mag dragen. Eén zaak kunnen wij echter pastor Vogel niet toegeven. We nemen wel aan, dat een kerkeraad de gemeente vertegenwoordigt, maar kunnen niet inzien dat dit waar is ten opzichte van het kerkbestuur, gelijk dit in de Duitsche landskerken bestaat. Doch dit neemt niet weg dat pastor Vogel aan de geloovigen in Saksen den weg tot reformatie duidelijk en schriftuurlijk heeft aangewezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 maart 1906

De Heraut | 4 Pagina's