Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het vervolg van wat Ds, De Geus in de Friesche Kerkbode schreef over Kerk - en Pers luidt aldus:

De worsteling die er geweest is In de i6de, 17de en i8de eeuw tusschen de Pers en de Kerk willen wij hier niet trachten te stketsen. Wonderlijke bepalingen, draconische bepalingen werden soms door de Kerk gemaakt of — door haar van de Overheid verzocht, — totdat ze alle verzwolgen werden in den maalstroom der Omwenteling.

Wat is er veel in dien maalstroom verzwolgen: De vrijheid van heel de Gereformeerde Kerk van Nederland, en ook heel de vrijheid der Pers. De Pers werd met het Vaderland bevrijd, en spoedig ook de Kerk, zoodat wij thans genieten de Vrije Kerken en een vrije Pers. Zoo behoort het.

Toch is, toen de vrijheid onzer Vaderlandsche Kerken pas begon te gloren, nu 70 jaar geleden, door de Kerken herhaaldelijk een poging gedaan, om de Pers hare vrijheid te beknibbelen. Wij willen dat met eenige historische documenten, waaruit voor onzen tijd ook nog wat te leeren is, staven.

»In de «Handelingen der Algemeene Synode, zamengesteld uit de Opzieners en Afgevaardigden uit de onderscheidene Provinciën van Nederland, gehouden den 2den Maart en volgende dagen 1836, te Amsterdam", luidt Art. 38 aldus:

»Werd gehandeld over de werkjes, die door Leeraren of leden der gemeente uitgegeven zullen worden, en goedgevonden om die alle te onderwerpen aan een geregeld kerkelijk onderzoek; en werd dientengevolge besloten, dat er in elke Provincie eene Commissie zou benoemd worden, zamengesteld uit drie leden, welke al de stukken in die Provincie zullende gedrukt worden, eerst zal onderzoeken en, zoo zij hare goedkeuring geeft, dezelve eerst nog zenden aan eenen Leeraar in eene andere Provincie; zullende een iegelijk gehouden zijn, na de bekendmaking dezer bepaling, zich hiernaar te gedragen, zullende hij bij wederstreving censiirabel zijn. De opstelling van een kort reglement, waarnaar zich de Commissiën van onderzoek zullen gedragen, wordt met meerderheid van stemmen opgedragen aan Ds. A. Brummelkamp en Ds. H. P. Scholte".

Die eerste Synode van de Christelijke Gereformeerde Kerk pakte dus de Pers nog al duchtig aan, zooals blijkt uit de na overweging door die zelfde Synode algemeen goedgekeurde en aangenomen verordening, welke aldus luidde:

Censiira Libroriim.

In de geschriften, welke door de Christelijke Gereformeerde Kerk als de hare erkend en kerkelijk goedgekeurd kunnen worden, zal niets mogen voorkomen, hetwelk strijdt tegen Asrechtzinnigheid in de leer van Gods Heilig Woord, uitgedrukt in de Formulieren van Eenigheid onzer Kerk: De eere Gods de stichting en opboiiwing der gemeente zal duidelijk moeten blijken het doel te zijn van den Schrijver. Vrijmoedie; heid en rondborstigheid in het verdedigen der waarheid, die naar de godzaligheid is, en in het wederleggen der logen gepaard met bescheidenheid, zoodat het blijkt, dat de waarheid betracht wordt in de liefde zal daarin duidelijk moeten doorstralen. Juistheid van uitdrukkingen en duidelijke voorstelling van zaken, voorgedragen in een goeden stijl, mogen daarin niet gemist worden, opdat niet, om onzentwil, de naam Gods gelasterd worde, onder degenen die buiten zijn.

Aan de geschriften, welke den visitatoren worden aangeboden, maar die de bovengenoemde vereischten missen, zal de kerkelijke goedkeuring stellig moeten worden geweigerd, onverschillig wie de schrijver zij. Zoo deze desniettegenstaande zijn geschrift mogt openbaar maken, zal de kerkelijke lucht deswege onverwijld op hem moeten worden toegepast, terwijl de uitgever van zoodanige geschriften, zoo hij tot de gemeente Christi behoort, insgelijks censurabel zal zijn. De kerkelijke goed-^ keuring zal op de keerzijde van het titelblad gesteld worden, met onderteekening door of tiamens de Commissie van onderzoek.

Op zulke wijze dachten de mannen en vaders van vóór 70 jaar het kwaad der Pers te kunnen keeren. Zij wilden ook de Pers wel als der Kerke dienstmaagd gebruiken. In art. 68 van die Generale Synode van 1836 lezen wij, dat de broeders D D. Scholte, de Cock en Brummelkamp werden ge committeerd tot de uitgave van een tijdschrift, waarin de zaken der gemeente openbaar gemaakt zouden worden. Zoodra echter het kindeke, met name »de Reformatie", geboren was, hield de moeder zich wat vreemd. Hoewel de inleiding begon met de woorden: »Als tolk van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland wordt dit Maand schrift, bij uitsluiting aan de verdediging van de belangen der kerk... gewijd", — en ofschoon op het titelblad stond: »De Reformatie, Tijdschrift der Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland, " sprak de Synode van 1837 uit, dat dit tijdschrift niet door de Kerk maar door een particuliere redactie werd uitgegeven, en dat op het t telblad voortaan moest staan »Tijdschrift voor de C. G. Kerk in Nederland." De sparticuliere Redactie" heeft die verandering eerst in '39 aangebracht. En in 1840 verklaarde de Synode o.a. dat dit Tijdschrift in geenen deele is of aangemerkt moet worden als een geschrift van de Christelijk Afgescheidene Gemeente." Het proefje van dienst der Pers heeft de Kerk vóór 70 jaren zeker niet te best voldaan.

Nu 40 jaar geleden was er in Amsterdam eene Synode van de Christelijke Afgescheidene Gereformeerde Kerk. Uit Art 53 harer Handelingen blijkt, dat bij name de Kerken onzer Provincie nog niet op heur gemak waren ten aanzien van het ged: ag der Kerk jegens de Pers. Uit Friesland kwam ten minste het voorstel: »de Synode handhave het be.-luit van art. 38 en 45 der Synode van 1836, in verband met art 55 der Synode van Dordrecht 1618 en 1619, omdat er eenige brochures in het licht zijn verschenen zonder kerkelijke approbatie." .Over »de voordeelige en nadeelige, of bezwaarlijke zijde der boekencensuur" is toen breedvoerig ge sproken, en tenslotte heeft de Synode het volgende uitgesproken:

de Synode erkent het bezwaarlijke om art. 55 der Dordsche Kerkeordening, in de tegenwoordige omstandigheden, in elk opzicht te beleven;

zij acht het evenwel wenschelijk, dat het zooveel mogelijk door de Kerkbesturen, tot handhaving van de zuiverheid de leer, worde onderhouden ;

zij verbindt echter hierdoor niemand, om, wanneer hij iets wil laten drukken, zijn werk aan de kerkelijke approbatie te moeten onderwerpen, daar het toch den Kerkbesturen is en blijft opgedragen, om voor de zuiverheid der leer te waken.

Door deze uitspraak stelde de C. Afg.'Gereform. Kerk Art. 55 feitelijk buiten werking, en tot 1892 is er geen Synode der Christelijke Gereformeerde Kerk geweest, die het geïncrimineerde artikel in zijne eere hersteld heeft. De actie van '36 was mislukt. De Kerk had het moeten afleggen. De Pers had haar vrijheid behouden.

Toen in en na 1886 de vrijmaking der Kerken met lofwaardige kracht werd voortgezet en daardoor het bewuste Gereformeerde leven niet weinig in en buiten den institutairen kerkrorm werd verwakkerd, kwam in de 2de Voorloopige Synode van Nederduitsche Gereformeerde Kerken ook dePersvraag ter sprake. Enkele Zeeuwsche classes wenschten van de Voorloopige Synode antwoord op deze tweeledige vraag:

a, In hoeverre acht de V. S. het middel, aangegeven in art. 55 D. K. tot bestrijding van ketterij en dwaling, thans nog uitvoerbaar en nuttig ?

b. Indien de V. S. dit middel öf als zoodanig öf voor 't tegenwoordige noch uitvoerbaar, noch nuttig mocht achten, is het dan niet wenschelijk, dat het voorloopig buiten werking gesteld worde ?

De Voorl. Syn. besloot in overeenstemming met het rapport van de advies comissie, dat de uit voerig van Art. 55 D. K. onmogelijk en onnoodig was, maar de opheffing moeielijk door eene voorloopige Synode kon geschieden.

Men kan dus zeggen, dat er ten aanzien van de verhouding van Kerk en Pers tenminste praktisch een algemeene opinie bestond in onze Gereformeerde Kerken, toen deze in Utrecht in het vorige jaar Art. 55 schrapten, en de censuur niet meer over de vervaardigers en uitgevers, maar over de lezers ging beschrijven.

Een persarbeid, die van zoo degelijke studie getuigt, verdient waardeering. Ds. De Geus schrijft er niet maar op los, maar bestudeert eerst de quaesties, voordat hy ze in 't publiek bespreekt.

Een voorbeeld, dat navolging verdient.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 juni 1906

De Heraut | 4 Pagina's