Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Zonder ordeningen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zonder ordeningen.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een stikdonker land, als de duisternisse zelve, de schaduwe des doods, en zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als de duisternisse. Job. lo: 22.

Vier sferen denkt zich het zienerschap van 't Oude Verbond. Hoog boven ons de sfeer der heerlijkheid om Gods troon. Dan daaronder de sfeer van dit aardsche leven. En onder dezen aardschen stand der dingen, zijn er dan nog twee lagere sferen. In de allerdiepste diepte satan's rijk, maar tusschen die eigenlijke hel en onze aarde nog midden in het „Land der Schaduwen des Doods"; de vrachtplaats der ontslapenen, van hen die in den kuil zijn neergedaald.

Het is nu van deze laatstbedoelde sfeer, niet van de eigenlijke hel, maar van het land des Doods, dat Job spreekt, als hij gewaagt van „een land der duisternis en der schaduwe des doods (vs. 21); een land zonder ordeningen, en het geeft schijnsel als de duisternis" (vs. 22).

Uit de sfeer om Gods troon straalt een licht „boven den glans der zon, " dat verblindt door zijn schittering. Denk slechts aan wat den apostel wedervoer vlak bij Damaskus.

In de sfeer dezer aarde wisselen licht en duisternis, dag en nacht elkaar af, maar met een wolkenheir dat des daags den zonnegloed tempert, en met een stargefionker en maneschijnsel des nachts, dat de duisternis breekt.

In de diepten der hel, in wat Jezus noemt „de buitenste duisternis, " is de volstrekte, door niets opgeklaarde donkerheid.

Maar in de sfeer tusschen hel en aarde, in het land der schaduwe des doods, ontbreekt wel het lieflijk licht van zon en maan en starren, en is 't al omfloersd met de schaduwe des doods, maar die schaduw des doods is toch nog allerminst de buitenste, de volstrekte, de zwarte Duisternis. Er zweemt nog een schijnsel door heen, en zelfs dat flauwe schijnsel maakt schaduw, en bij die schaduw doorgluurt het oog nog flauwelijk, wat land dat land der donkerheden is. En als ge nu in die somber doorschemerde donkerheid uw blik laat rondwaren, dan is de overmachtige indruk die zich op u werpt, deze, dat het een land is van 6ic^^duwen, en een land zonder Ordeningen. Geen gestalten, die u toespreken, die ge herkennen kunt, die gaan en komen, maar Schaduwen die zweven, dwalen en zijgen. En zoo ook geen vaste omtrekken, geen vormen die uw blik naöogen, geen lijn die ge naspeuren kunt en volgen, maar een alles-dooreen in namelooze dooreenwarring. De volle, de gewilde chaos, erger dan het woest en ledig van Genesis, eer God door zijn scheppend machtwoord ordeningen op deze aarde had ingesteld.

Zonder ordeningen!

Dat is de Anarchie, een dooreenwoelen zonder beheerschende gedachte. Zonder een drang die leidt, om wat zich beweegt een doel te doen bereiken. Zonder een proces dat van lager tot hooger opvoert. Zonder insnijdingen en onderscheidingen. Een beeld zonder geledingen en zonder gelaatstrekken. Een wezenlooze, door niets bezielde, in niets u toesprekende klomp van massaliteit, de „rudis indigestaque moles" ^) van den oud Romeinschen zanger.

Is het dit chaotische wat de Anarchist beoogt? Bedoelt dit die geheimzinnige macht, die schier in elk land een groep denkers in bond met een groep baatzuchtige malcontenten naar de ordeningloosheid als ideaal doet grijpen?

Niet alzoo.

Wat de Anarchist beweert en staande houdt, is, dat de ordeningen in de dingen, in het leven, in het saamleven der menschen vanzelf van nature inliggen, evenals ze van nature liggen in ons menschelijk lichaam. Voorts, dat de verdoolde mensch, die natuurlijke ordeningen niet vertrouwende, zelf eigen ordeningen heeft ingesteld, gelijk men het lichaam in een dwangbuis kan opsluiten. Dat hieruit alle ellende voortkwam. En dat deswege herstel van menschelijk welwezen niet denkbaar is, of al die menschelijke ordeningen moeten er weer af, om 't leven te laten ademen en groeien door niets en yolgens niets anders dan de ordeningen, die 't natuurlijk leven vanzelf bezit.

Dit klinkt fraai, en het verleidt de geesten, omdat er een deel waarheid in schuilt, maar onder dien fraaien schijn tast het onzen menschenadel aan, den geest terugdringend in het onbewuste natuurwezen.

Onzer zïjn tweeerlei ordeningen.

Onder alle leven schuilen en werken de ordeningen die er zijn ingeschapen, en in alle hooger leven gelden en werken bovendien de ordeningen, die 's menschen bewustzijn als den onmisbaren regel voor dit hooger leven vond, instelde en poogt te handhaven.

Daargelaten de vraag of, buiten zonde, die hoogere ordeningen zich niet vanzelf uit de natuurordeningen zouden ontplooid hebben, in onzen gebroken en kranken stand zijn die menschelijke ordeningen het eenig proefhoudend middel om ons verder te brengen. We zijn geen boomen of planten, en toch zelfs de plant moet door 'smenschen hand geleid en besnoeid worden. We zijn geen dieren, en toch, alleen 'smenschen ordening en regel kan 't dier betoomen, beteugelen en tot edeler ras ontwikkelen. We zijn menschen, menschen met bewustheid, en juist als bewuste menschenkinderen, behoeven we regel, inzetting, gewoontedrang, wet en ordening, om ons leven in hooger adel te doen ontluiken.

Edoch, zij, die deze ordeningen instellen, zijn feilbaar. Misbruik van macht en onverstand sloop daardoor telkens in. Van daar allerlei menschelijke ordening, die tegen de ingeschapen ordening ingaat; hierdoor de natuurlijke levenskracht breekt; en voorts leidt in gangen en op paden die óf dood loopen, óf ons achteruit doen treden in stee van ons vooruit te brengen.

Zoo gaat 't lichamelijk toe, als onze verzorging en voeding, onnatuurlijke kleeding, overspanning, overprikkeling, gemis aan lucht en beweging, of inademing van booze microben, de harmonie in ons gestel verstoort. En dan moet het ontleedmes of het medicijn herstel pogen aan te brengen, en goede hygiene de valsche ordening terugdringen om de natuurordening verder te laten werken. En ook zonder medicijn poogt de natuur zelve dit te doen in de pijnlijke maar reddende koorts.

En juist zoo gaat het in ons maatschappelijk leven. Averechtsche inrichting en levensmanier bederft het leven, gaat tegen de wreef in, en geeft kranke, doodende toestanden. Tot er allerlei ongemak, allerlei verstoring, eindelijk uitbarsting van revolutie komt. En dan staan er altoos op, die roepen: Weg met de ordeningen, geef ons natuur en waarheid weer. En zoo kwam de anarchist op. De anarchist in den Staat. De anarchist in 't gezin. De anarchist in de kunst. Tuchteloosheid en regelloosheid. De poging van onze zondige natuur te verwachten, wat alleen een onzondige natuur ons schenken kon.

En toch, hoe onheilig in zijn werking dit streven ook zij, er roept luide een waarheid in, waaraan ook wij het oor hebben te leenen.

Ordeningen onder menschen, gewisselijk, maar nooit anders dan ordeningen, die met de door God ons ingeschapen ordeningen in overeenstemming zijn, er in wortelen, en haar vrije werking bevorderen. En daarom steeds weer alle menschelijke ordening aan de natuurordening getoetst. Alle tegen onze natuur ingaand dwangbuis losgescheurd. Alle het leven verstijvende band van ons geworpen. Niet bij wat de natuur biedt blijven staan, maar evenmin ooit met onzen ordenenden bouw van het fundament der natuur afgegleden. Mits bij de natuur altoos wel geschift en onderscheiden worde, wat in die natuur uit God, en datgene wat in onze zondige natuur uit de zonde spreekt.

Ordeningen en wetten in den Staat, maar alleen zulke wetten, die de boosheid beteugelen en bedwingen, die een ordelijk saamleven als eisch stellen, en die, aan de natuur en den aard van het volk zich aansluitend, het volk veredelen, hooger opvoeren en tot volle ontplooiing van zijn innerlijke kracht ontwikkelen kunnen.

-Ordeningen in uw gezin, om een leven met eere voor God en menschen te voeren, om 't zwakke te sterken, het overmoedige in te toornen, het kwade t& stuiten, en voorts zich zoo degelijk aan uw natuur aansluitend, dat ze uw gezinsleven niet mechanisch verdorren doen, maar vrij en rijk ontwikkelen naar de volle maat der in de personen van uw gezin aanwezige kracht.

Ordeningen in de opvoeding, om wat in 't kind schuilt, niet te verstikken, maar naar buiten te lokken; om den tijd uit te woekeren; om vastheid van gang en karakter te bevorderen; en zonder ooit het natuurlijk leven te dooden, het kind hooger op te voeren tot zelfbeheersching en besef van roeping.

Ordeningen voor uw eigen persoon, in uw persoonlijk leven, door de vaste gewoonten waar ge u inzet, niet om een vormelijke automaat of mechanische pop te worden, maar om wat God u schonk aan natuur, aan gaven, aan talenten, zonder krachtsverspilling, zich zóó te doen ontwikkelen, dat gij opgroeit tot een „mensch Gods."

Er is niets dat zoo pijnlijk als de ontstentenis van ordening in het giïin, in de opvoeding en in het persoonlijk leven, allerlei onrust, wanorde en getwist aanbrengt, tijd doet verliezen en krachten doet verspillen, en kostelijke levens doelloos verloopen doet.

Zelfs in de religie werkt diezelfde tweespalt.

Eenerzijds een religie met te veel, met te onnatuurlijke ordening, die de godsvrucht in het hart verstikt, in vormen en dogma's den gloed der bezieling verkouden doet, en niets dan een ijskorst van devotie overlaat, waaronder de levensstroom der godvruchtige innigheid wegvloeit.

Maar ook anderzijds, een slordige religie, een religie zonder band of regel, een religie in niets dan gevoel badend, op indrukken terend, en daardoor een religie die óf in dweperij verloopt, of woftelloos wegsterft, om over te slaan in zelfaanbidding of in aanbidding der Natuur.

1)De ruwe en onbehouwen klomp.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 juli 1906

De Heraut | 2 Pagina's

„Zonder ordeningen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 juli 1906

De Heraut | 2 Pagina's