Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eogeland. Voortgang der moderne Theologie. - Een gezonde Theologie noodig. Ritualistische uitingen.

Het „Downgrade" proces, dat de vrije kerk van Engeland doet afglijden van het fundament dat eenmaal gelegd werd, gaat steeds door. Dit blijkt uit het feit dat de president van de Londensche vereeniging van predikanten der congregationalistische kerk, de predikant R. J. Cambell, voor genoemde vereeniging dezer dagen een voordracht hield, waaruit blijkt dat deze leeraar over den val, de zonde, de verzoening, het oordeel en de persoon van den Christus denk beelden koestert, die hem als een voorstander der moderne theologie deden kennen. Van den val is, volgens dezen predikant, niets gebeurd; de zonde is slechts zelfzucht; er bestaat geen etfzonde; wat de verlossing aangaat, noemde hij hen verlost die trachtten te leven voor God, dat is voor liefde, dat is voor het gemeene welzijn in plaats van voor zich zelven en stoffe lijk gewin. Voorts sprak deze prediker als zijne overtuiging uit, dat de voorstelling van vergeving van zonde door het geloof in het volbrachte werk van Jezus „onwaar en onredelijk" was, gelijk zij ook weersproken werd door de feiten van het leven.

Zoo ging Rev. Campbell voort. Op een volgende vergadering zullen zijne stellingen be hahdeld worden; doch het feit dat de president van een vergadering van Congregationalistische predikanten met zulke leeringen durfde voor den dag komen, is sprekend genoeg. Als men weet dat de Congregationalistische kerken de kerken der Independenten zijn, tot welke eenmaal een' Cromwell behoorde, dan beseft men hoe het tegenwoordig geslacht verschilt van dat van drie eeuwen geleden. Toen de bekende Baptistische predikant C. H. Spurgeon besloot met de Unie der Baptistische kerken te breken, wijl daarin de „Down-Grade" beweging zulke vorderingen gemaakt had, zeide hij, dat het bij de Congregationalisten nog treuriger gesteld was dan bij de Baptisten, Dit wordt nu wel bewaarheid.

Het verbaast ons daarom niet, dat „The Chiistian", met het oog op het bovenstaande, uitroept: „Het is zeer duidelijk dat een van de schreiende behoeften van dezen tijd is een gezonde Evangelische Theologie, gegrond op de Heilige Schrift en de ervaring”.

Daartegenover staat helaas, dat in de Engelsche Episcopaalsche kerk de beweging naar Rome steeds breeder afmetingen aanneemt In het hoofdorgaan der Ritualisten, de Church Times, vond men dezer dagen betoogd, dat in de tweede phase van „Catholic Revival" te veel nadruk gelegd was op de ceremoniën of uitwendige plechtigheden, en dat er te weinig gelet werd op de leer. Wij behooren, zoo zegt dit blad, onze idealen meer gedurig in het oog te houden en moeten voor de verwezenlijking met meer volharding arbeiden. En er kan geen hooger eer zijn dan de herstelling van het dage lijksch offer op de aharen van Engeland. Als in deze meer krachtige vooruitgang, te bemerken was, zouden wij er wel vrede mede hebben, dat wij de ceremoniën lieten wachten.

Hetzelfde blad heeft ook eene agitatie op touw gezet ten gunste van een „ongehuwde geestelijkheid". Zoekt men hierdoor den verbindingsschakel met Rome te verkrijgen ? Het b^d wijst er op dat het huwelijk en de minnarij, voornamelijk de laatste, een altijddurend thema zijn voor „vulgaire spot en schertsende satyre". Een beter argument schijnt de toenemende armoede van een ^root deel der Engelsche predikacten bij de Staats keik. Doch zou het niet beter zijn als er gewezen werd op het feit, dat vele bisschoppen in weelde kunnen leven, terwijl een menigte vicars" of hulppredikers een armelijk bestaan hebben? Ook zou het volgens ons niet te onpas zijn, dat men zulke minimum lijders te hulp kwam door de leden der kerk op hunne verplichting ten op zichte van de dienaren des Woords te wijzen. In elk geval komt het ons voor, dat het pleiten voor den ongehuwden staat der predikanten of „geestelijken" (clergy) gelijk zij in de AngU caansche kerk genoemd worden, enkel voortkomt uit de zucht om de kerk van Rome in alles gelijkvormig te worden.

Duitscbland, Partijdige benoemingen.

In den laatsten tijd werd er zeer geklaagd over het feit, dat de Pruisische regeering slag op slag liberalen of modernen tot hoogleeraren aan Theologische faculteiten benoemde. Zoo is het nu )as weer geschied, dat aan de Theologische aculteit te Marburg naast een tweetal modernen, Herrmann en Rade, nog een derde in de persoon van den licenciaat Knopf, die als een echte Ritschliaan bekend staat, tot hoogleeraar benoemd werd. Het ministerie beweert wel steeds, dat het rechtvaardig handelt en geen Theologische partij bevoordeelt, maar de feiten toonen aan dat dit wel het geval is.

Nu wordt daarover in „conservatieve" kringen sterk geklaagd, en men spreekt er zijn verwondering over uit, dat geen lid van de Pruisische Kamer van afgevaardigden daarover het ministerie interpelleert. Dit is te meer te betreuren, wijl het Pruisische ministerie in een officieuse verklaring erkend heeft, dat in de laatste tientallen jaren bloeiende Theologische faculteiten onder den invloed der moderne Theologie zijn gaan kwijnen. Faculteiten buiten Pruisen als die van Tubingen en Leipzig, heb ben de faculteiten van Berlijn en Halle uit de eerste plaats die zij innamen, verdrongen. Maar desniettegenstaande heeft het Pruisische ministerie van eeredienst er geen bezwaar tegen om aldoor moderne professoren te benoemen. Doch tot hiertoe blijft het bij klagen en wordt de hand niet aan den ploeg geslagen om een beteren toestand te verkrijgen. Zouden de »Gemeinschafts kreise" eerst bijna al het bloed uit het lichaam der Evangelische landskerk moeten afgetapt hebben vóórdat men er toe besluit andere wegen te bewandelen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 oktober 1906

De Heraut | 4 Pagina's