Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEE WERELDEN.

VI.

DE EERSTE STAP.

Gelijk we gezien hebben, was de heer Terlaan een man, die onberispelijk voor de wereld leefde, maar geen lust had in den dienst des Heeren, al scheen het ook anders. Zijn vrouw volgde daarin haar man en was gewoon te zeggen: „Hij is voor het goeie en ik ook.”

De heer Smit ontving den vader van Rika zeer vriendelijk, en begon met hem geluk te wenschen, dat hij zulk een knappe en begaafde dochter had. »Nu wilde ik u, " vervolgde de heer Smit, „iets voorstellen. We hebben hier een Vereeniging voor landbouw en nijverheid, en die zal binnen kort haar vijf en twintigjarig bestaan vieren. Nu zouden we gaarne bij dat feest een voorstelling geven, wairin Landbouw en Nijverheid worden vertoond door een paar meisjes, met andere er om heen. Mij dunkt, uw dochter, die er zoo flink en blozend uitziet, zou uitnemend den landbouw kunnen voorstellen. De bleeke stadsjongejuffrouwen deugen daar minder voor. Vindt u goed dat zij die rol vervult? ”

Vader was niet zoo dadelijk bereid hierin toe te stemmen.

„Mijn Rika is nog een kind, mijnheer, " sprak hij; „zij is in de stad, en onder zoo veel menschen heel niet gewend, en dan zoo alben bij wild vreemden. Ook heeft zij nooit zulke feesten bijgewoond, en 't kon haar hoofd wel op hol brengen, ”

„O daar is geen vrees voor", was' t antwoord, „Ik zou het, dat begrijpt u, niet vragen, als ik niet wist dat op alles en iedereen behoorlijk het oog wordt gehouden. Wij zullen alle zorg op ons nemen. Ook gaat' het hier fatsoenlijk toe. Er worden zelfs meisjes gevraagd uit den eersten stand, 't Is voor uw dochter misschien ook wel eens aardig wat meer te zien dan enkel de Zandhoeve”,

Dat laatste kon vader niet tegenspreken, en zoo wordt dan afgesproken dat, als moeder het ook goed vond, Rika aan het feest mocht meê-

doen. Moeder nu vond het goed wijl vader er niet tegen had, en Rika zelf allerminst. Wel begreep die niet recht hoe het wezen zou, maar mijnheer Smit was zulk een vriendelijk man, gelijk zij had ondervonden, dat hij wel voor alles zou zorgen. Alleen wist Rika niet of zij wel zou durven, onder zooveel menschen en dan nog wel om iets voor te stellen. Doch men sprak af, dat zij in dat geval eenvoudig weer naar huis zou komen. Rika evenwel dacht bij zichzelf: Ik zal me wel goed houden, 't zou toch j immer we: en al dat genoegen te moeten missen.

De eenige die de zaak niet zoo gunstig inzag was grootvader. Hij vond het lang niet goed dat Rika zoo alleen voor het eerst van haar leven naar de groote stad zou gaan, er wel licht allerlei ijdels zien en hooren, onder onbekende en zeker veelal wereldsche menschen. En grootvader praatte zoolang tot aan mijnheer Smit werd geschreven. Doch toen bleek, dat vader en moeder er, als zij wilden, ook gerust bij mochten zijn, ja heel welkom zouden wezen. Grootvader bleef er echter tegen, en vond dat zulke vertooningén zijn kleindochter meer kwaad dan goed zouden doen. Tenslotte echter ging de zaak door.

Het was een groot, luisterrijk feest. De ge heele stad was er vol van. Er kwamen boeren en burgers en heeren en dames uit andere plaatsen om de tentoonstelling te zien, die gehouden werd en de feestelijkheden bij te wonen, die toch eigenlijk de .hoofdzaak schenen.

Rika die met vader en moeder naar de stad gegaan was en een zeer goed onderkomen had gekregen, vermaakte zich kostelijk en had er geen spijt van dat de zaak was doorgegaan. Eiken dag moest zij met eenige andere meisjes een poosje in een zaal zich oefenen, om straks behoorlijk zich te vertoonen als de Landbouw. De Nijverheid zou voorgesteld worden door een jonge juffer uit de stad. En Rika gevoelde zich heel gevleid, dat zij met meisjes uit hoogen stand zoo vrij mocht omgaan, en dat zij zoo vriendelijk waren.

Ook streelde het haar niet weinig geprezen te worden om haar flinke gestalte, haar blozende wangen en bloeiend voorkomen. Dat er onder de menschen en kinderen ook waren, die haar soms uitlachten om haar eenvoudige en boersche manieren merkte zij niet.

De laatste, de groote feestavond brak aan.

In een ruime zaal waren vele honderden menschen bijeen, zeker viermaal meer dan Rika ooit in de kerk op het dorp bij elkaar had gezien. Er was licht en leven overal. Er werd door een paar heeren gesproken, door een koor van in 't wit gekleede juffers gezongen en toen gingen eensklaps al de lichten in de zaal bijna uit. Doch zie, op. de hoogte voor in de zaal, op de plaats waar de heeren en de dames gesproken hadden, vertoonde zich een blauwe gloed die al helderder werd en waaruit allerlei gedaanten als geesten naar voren schenen te zweven. Op 't laatst telde men er veertien.

In ’t midden stond de Landbouw, anders ezegd Rika Ter Laan, en reikte de hand aan et meisje naast haar, dat de Nijverheid moet \ oorstellen. Allebei waren toepasselijk gekleed en natuurlijk heel anders dan gewoonlijk. Ter ijde stond aan eiken kant een groep van zeven eisjes, eveneens opgetooid voor de gelegenheid. ondom zag men allerlei zinnebeelden vanden andbouw en de nijverheid: een ploeg, een eg, een orschwerktuig, een stoomweiktuig enz. Alles was omgeven door een krans van groen en loemen; van een mat licht beschenen, terwijl e volle glans van blauw-witte stralen op de eisjes viel.

Rika duizelde een oogenblik, toen zij daar stond, en wist dat zooveel oogen op haar gericht waren. Doch zij kon ze niet zien, en hoorde alleen het handgeklap en de toejuichingen van de menschen, waarbij haar hart zwol van vreugd en — trots. Telkens waren haar allerlei lievigheden gezegd, dat zij zich goed zou voordoen, er allerliefst uit zou zien in de voorstelling. En dames en heeren hadden mijnheer Smit geluk gewenscht, dat hij voor Land bouw en Nijverheid, juist de meest geschikte personen had weten te vinden, en mijnheer Smit had gebogen en gezegd: „Niet waar — 't is excellent." Ook had hij Rika aangemoedigd om toch vooral niet bloo te wezen, en er aan te denken dat allen het een genoegen zouden vinden haar te zien, en dat zij in het witte kleedje met een groene sjerp er alleraardigst uitzag en zoo meer.

Zoo werd het hoofdje van de arme Rika werkelijk geheel op hol gebracht. Ze was als in een andere wereld. En toen tenslotte al de lichter weer werden opgestoken, en de menschen, die zij nu weer goed zien kon, de meisjes toejuichten en toe wuif den, bogen ze alle' diep, en Rika voelde zich o zoo gelukkig. Maar daarbij — hoe vreemd! — was het haar, als ware zij in enkele dagen vele jaren ouder geworden, en als waren de wereld en de menschen geheel anders dan'nog een paar weken geleden.

CORRESPONDENTIE.

Ds. M. J. V. d. H. te E., A. J. D. te A. en F. H. V. M. te A. vriendelijk dank ! 't Komt weldra te pas.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1906

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 november 1906

De Heraut | 4 Pagina's