Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Uit Bremen.

Uit de oude Hanzestad Bremen vernemen wij dat de beide Monistische predikanten Steudel en de „Domprediger" Mauritz besloten uit den Kolthoff-Haeckelschen Monistenbond te treden. Wat de „Monisien" leeren hebben wij reeds vroeger medegedeeld; het is in één woord de directe loochening van alles wat Christelijk is. Wat beide predikanten bewogen heeft genoemden bond te verlaten is niet bekend; wel weten wij dat de' heer Steudel nog in Februari voor den Monistenbond te Berlijn gesproken heeft. Hebben deze predikanten ingezien dat zij zich onmogelijk zouden maken, wanneer zij de theorieën der Monisten bleven verkondigen?

Beschamend voor vele groote steden in Nederland is het voorbeeld dat de Evangelische Verein te Bremen geeft. Deze vereeniging heeft de belijders van den Christus in die stad georganiseerd.

In geloovige kringen kwam men tot de overtuiging, dat er iets moest gedaan worden voor de steeds aangroeiende bevolking van de stad. Door vrijwillige bijdragen heeft men het zoover gebracht, dat reeds vroeger een predikant voor den arbeid onder de bevolking van de voorstad kon beroepen worden; nu is men overgegaan tot het beroepen van een tweeden predikant voor hetzelfde doel. De nieuwe predikantsplaats wordt bij de groote St. Stephanien Wilhaldi-gemeente gevoegd, welke thans reeds vier predikanten bezit; de vijfde predikant is geroepen om in de voornamelijk door arbeiders bewoonde voWstad bij de vrijhaven te werken.

In Nederland kan de bevolking zich uitbreiden, en dan zorgt Rome wel dat er in de nieuwe wijken kerkgebouwen verrijzen, doch van de zijde der niet-Roomsche kerken laat men het terrein vrij voor Mormonen of Apostolischen en andere secten, — of voor socialisten en anarchisten.

Rusland. Dood van Pobsdonoszew Een rede van Stolpyin over conscien tievrijheid.

Op tachtigjarigen leeftijd is de gewezen opperprocurator der Heilige Synode Pobedonoszew overleden. In het jaar i860 werd hij als hoogleeraar aan de Universiteit te Moskou door keizer Alexander II belast met het onderwijzen van onderscheidene jonge Grootvorsten, waaronder zich ook de latere Keizer Alexander III bevond. Ia 1892 werd hij lid van den Rijksraad en in 1880 opperprocurator der Heilige Synode. In die qualiteit moest hij de wenschen der Russische Kerk aan den Czar overbrengen, doch hij wist dit op zulk een manier te doen, dat hij bijna 25 jaren lang den Czar, de ministers, denRijksraad en de Russische Staatskerk beheerschte. Hij was een man met uitnemende gaven en een staatsman met buitengewone talenten. Hij werd bezield door de gedachte, dat de Grieksch-orthodoxe Ketk in Rusland de eenige macht was, die een dam kon opwerpen tegen de revolutionaire stroomingen die zich in Rusland openbaarden; die kerk had het Russische volk in vervlogen eeuwen kracht gegeven om zich in geheel Europa tegen de invallen van Aziatische horden te verdedigen; alles had het Russische volk aan zijne kerk te danken, en daarom moest ter instandhouding van troon en volk de Russische staatskerk als de alleenheerschende gehandhaafd blijven Daarom mochten andere kerken en de verschillende secten niets doen ter propageering van hunne leer, zelfs was het op zware straffen verboden een lid der Russische staatskerk in eene andere kerkelijke gemeenschap op te nemen. De meeste maatregelen van geweld door Alexander III genomen, moeten aan Pobedonoszew geweten worden. Onder den tegenwoordigen Czar werd zijn invloed minder; de onheilen die het rijk troffen door den oorlog met Japan, en de vreeselijke opstanden van het volk tegen de Russische regeering, deden uitkomen dat het systeem door Pobedonoszew met zooveel kracht voorgestaan, valsch was. Het is als een wonder dat de revolutionaire comité's, die zooveel reactionairen lieten vermoorden, hem niet hebbenkunnen treffen. Hij heeft het echter op zijn ouden dag moeten aanzien, dat het werk dat hij met zooveel energie tot stand bracht, in een puinhoop verkeerde.

De Czar van Rusland volgt tegenwoordig een ander stelsel, er is althans conscientie vrijheid afgekondigd. Doch de eerste minister heeft zich onlangs in de Doema uitgesproken wat daaronder is te verstaan. „De regeering heeft het zich tot plicht gesteld, " zoo luidden zijne woorden, om, ten einde de beginselen van vrijheid van conscientie toe te passen, de geheele wetgeving van het land aan eene revisie te onderwerpen en die veranderingen daarin aan te brengen, welke deze in overeenstemming brengen moet met de allerhoogste bevelen van 17 April en 17 October 1905, Vóór alles moest de regeering letten op hare betrekkingen tot de Orthodoxe kerk en met beslistheid constateeren, dat de band, die den Russischen staat vele bonderde jaren met de Christelijke kerk verbindt, haar verplicht, aan alle wetten aangaande gewetensvrijheid de beginselen van een Christelijken staat, in welke de Orthodoxe kerk als heerschende kerk bijzondere achting en bescherming van de zijde van den staat geniet, ten grondslag te leggen en de rechten en privilegiën der Orthodoxe kerk te handhaven. Tegelijk is de overheid om dezelfde oorzaak geroepen, haar de volle vrijheid in haat inwendig bestuur te waarborgen en haar in haar strevingen, die met de algemeene wetten van den staat overeenstemmen, tegemoet te treden.

De staat kan immers, ook binnen de grenzen der nieuwe orde-van dingen, de historische overlevering niet vergeten, die er ons aan herinnert, dat het Russische volk in alle tijden en bij al zijne daden van geestdrift aan de orthodoxie ontleend heeft, waarmede de roem en de macht van ons vaderland onafscheidelijk verbonden is. Tegelijk kunnen en mogen de rechten en privilegiën der orthodoxe kerk de rechten der andere belijdenissen niet kwetsen. Daarom dient het ministerie, om de door den Czaar verleende wettelijke bepalingen omtrent geloofsvrijheid uit te voeren, in de Rijksdoema en den Rijksraad een reeks wetsontwerpen in, die den overgang van de eene kerk tot een andere, ongehinderde uitoefening van den eeredienst, het bouwen van kerken, het vormen van godsdienstige gemeenschappen, de opheffing van beperkende bepalingen, die n: et het oog op de verschillende kerken gemaakt waren en dergelijke andere maatregelen."

Het is maar de vraag, of er wel waarlijk vrijheid van conscientie zal kunnen gegeven worden aan de verschillende kerken, wanneer de privilegiën der orthodoxe kerk gehandhaafd blijven. Maar het is reeds een groote vooruitgang, dat bijv. een Luthersch predikant niet meer met ontzetting uit zijn ambt, ja zelfs met zware gevangenisstraf kan gestraft worden, omdat hij een lid van de Grieksche kerk tot het avondmaal in de Luthersche kerk toeliet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's