Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. E. H. TAN LEEUWEN, Oad Hooükeraar. Dijbelsche Anthropologic. Uitgegeven te Utrecht ioor G. J. A. Ruys, 1906.

Dit werk, reeds ten votigen jare verschenen, maar waarop in ons blad de aandacht nog niet gevestigd is, behandelt een onderdeel van de z.g, Bijbelsche Godgeleerdheid, die Dr. v. LEEUWEN eertijds, als kerkelijk hoogleeraar, te Utrecht, doceerde.

Het boek bestaat uit een Inleiding en twee Afdeelingen. In de eerste Afdeeling woidt gehandeld van den mensch als schepsel Gods; in de, tweede Afdeeling van den mensch als zondaar.

Wie zich zet tot de lezing van een geschrift van een man van zoo groote eruditie als Dr, ^. LEEUWEN, doet dat in de stellige verwachting, iiaaruit kennis te verkrijgen van de resultaten - an veelomvattende en degelijke studie.

De lezing ook van dit geschrift stelt deze verwachting allerminst te leur; Toch wil het mij voorkomen, dat ook deze Bijbelsche Anthropolögie, niettegenstaande al de zorg en geleerdneid, die er aan is besteed, 'jven als het geheel •vaarvan zij een deel vormt: de Bijbelsche Godgeleerdheid of Theologie, om het nu maat - icel zacht en met reverentie voor de beoefenaars van dit studievak uit te drukken, niet geeft en ook niet geven kan wat zij belooft.

Dr, v. LEEUWEN geeft dit zelf met zooveel voorden toe, In zijn Inleiding spreekt hij het )nverholen uit, , , dat de Bijbel geenszins bedoelt e geven eene eigenlijke gezegde leer over den mensch, derhalve niet heeft of geeft eene Anthropoiogie in den eigenlijken ol schoolschen zin des woords".

Ik ben het met den hoogleeraar hierin volkomen eens.

Maar als de Bijbel nu geen Anthropologic in den eigenlijken of schoolschen - da van het woord heeft of geeft, hoe kan.men dan een Bijbelsche Anthropologie hebben of geven ?

De zaak zit ’m zoo.

Sedert het laatst van de i8e eeuw is men gaan maken een Bijbelsche Theologie en daartoe üehoorde dan ook, als deel van het geheel, een Bijbelsche Anthropologie of/«r van den mensch. Maar evenals gemaakte bloemen nu eenmaal geen eigenlijke bloemen zijn, zoo is het ook met dit „maakwerk".

Er is geen bijbelsche Theologie.

Theologie is de wetenschap van de ons geopenbaarde kennisse Gods. En nu heeft en geeft de Bijbel wel de geopenbaarde kennisse Gods, maar niet een wetenschap van de ons geopenbaarde kennisse Gods. Die wetenschap toch kwam, door de actie van den Heiligen Geest als Doctor Ecclesiae, eerst op toen de Bijbel er was en heeft zich, vooral in den strijd met de ketterij, uit de Schrift ontwikkeld. Ontwikkeld in die westefsche wereld, waarop de grieksche geest in het begrip-matige denken zijn stempel had gedrukt. Zoo is ontstaan het dogma en straks de dogmatiek, als het systeem van de kennisse Gods.

In dien zin is Theologie dan ook dogmatiek.

En evenmin als er een bijbelsche dogmatiek of een bijbelsche orthodoxie bestaat, bestaat er een bijbelsche Theologie,

Uit den Bijbel heeft de Theologie zich ontwikkeld.

En de z. g. bijbelsche Theologie is daarom niet lian een miskenning, een voorbijgaan van deze ontwikkeling, om op eigen gelegenheid de ons in de Schrift geopenbaarde kennisse Gods in te denken en in systeem te brengen.

Zulk een systeem zal dan, wijl èa het individneele een zeker niet minder gewichtige factor van de subjectiviteit is dan het algemeene, èn niemand zonder vóór-oordeelen tot de Schrift komt, zeer verschillend uitvallen.

Indien b.v. een roomsche geleerde van gelijke bekwaamheid als Dr. v. LEEUWEN, aan wien het nu eenmaal te Utrecht opgedragen was de bijbelsche Tlieologie te doceeren, zich aan dezelfde taak had gewaagd, ik be a zeker, dat als wij van zijn hand een boek als het hier besprokene ontvingen, die bijbelsche Anthropologie er heel anders zou uitzien, en ook ben ik zeker, dat de bijbelsche Anthropologie van b.v. een modern geleerde er nog weer anders uitzien zon.

En toch zouden ook zij ter goeder trouw beweren, dat dit EU de Anthropologie van den Bijbel is.

Wie als hoogleeraar een vak jaren doceert, krijgt er, zelfs al was de inclinatie eerst nog zoo zwak, liefde voor.

't Gaat er mee als dikwerf met een mariage de raison.

Het laat zich dan ook psychologisch verklaren, dat Dr. V. Leeuwen in zijn voorwoord den wensch uitspreekt, dat zijn boek de Theologen noge opwekken tot „bestudeering van de heerlijke Scbriftwaarhcid, d. i. van de door niets te vervangen en door niets te verdringen Theologia Biblica".

Bij de beoordeeling van boeken heeft men echter met nog iets anders te maken dan met de psychologische verklaring.

Daarom acht ik mij verplicht hier onomwonden uit te spreken, dat ik de vereenzelving van de Schtiftwaarheid met de Tneologia Biblica een begripsverwarring acht en dat ik het mitsdien zou betreuren indien het veelszins voor-

telijke boek van DR. VAN LEEUWEN deze verwarring zou bestendigen.

Het wil mij, die, — ik zeg het met vreugde, (Je Tlieologia biblica niet heeft te doceeren, voorkomen, dat bestudeering der heerlijke Schriftwaarheid door niets is te vervangen dan door de beoefeniog èn der exegese èu der dogmatiek.

Gelukkig is de Theologia Biblica uit den lering van onze theologen voor goed verdrongen; [)ier is men er van overtuigd, dat zij in het organisme der Theologie niet hoort.

Desalniettemin staan er in het boek van (Jen oud-hoogleeraar Van Leeuwen wel interessante dingen j ook juiste en ware. Het meeste daarvan is echter ook te vinden in de commentaren; in de bekende „dictaten" van Dr. A. Kuyper; en in de Dogmatiek van Dr. Bavinck.

En hoe veel go& & & A& Bijbelsche Anthropologi van PROF. V. LEEUWEN nu ook bevat, en hoe uitnemend ik mij ook begrijpen kan, dat zijn vroegere studenten met piëteit dit werk zullen ontvangen, ik voor mij zou het toch niet gaarne ruilen voor mijn ouden FRANZ DELITZSCH, al ben ik ook even beslist ongeloovig op het stuk van een Sytsem der Biblische Psychologie als op dat van een Bijbelsche Theologie.

2. J. KUYPER. Beknopte Vaderlandse he Kerk mchiedenis. Doesburg, J, C. van Schenk Brill.

De bekende schrijver der Geschiedenis v.h. Chr. Lager Onderwijs in Nederland, Van de Worstelingen aller Eeuwen. Gesch. van Gods Kerk op aarde, geeft hier een werkje, dat voor en, die met de Vaderlandsche Kerkgeschiedenis niet bekend zijn, veel wetenswaardige dingen evat. Het Chronologische Overzicht onzer aderlandsche Kerkgeschiedenis, dat de schrijver, at zonderling, al met loo jaar v. Chr. laat egiunen, en dat loopt tot 1906 - zal velen elkom zijn. 't Is een volksboekje en blijkbaar ok als zoodanig door den heer Kuyper bedoeld.

Ik wensch het een ruim debiet toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 april 1907

De Heraut | 4 Pagina's