Voor Kinderen.

AAN VRAGERS.

De le vraag is deze:

In de bloemlezing uit Bilderdijk's gedichten, onlangs uitgegeven, is ook een vers genaamd: De Winter, Eenige regels daarvan zou ik gaarne zien uitgelegd als het kon. Het zijn deze:

1. Het vochtige teeken Der stortende beken Rijst over ons hoofd.

2. De koele Najaden Verkeren het baden En schuilen in 't hout.

3. Viersoortige rente. Van 't bloeien der lente Tot d' aftocht der kou.

4. Den dwingland ontweken. Die de opene streken En velden verwoest, Vliên Fiora's gespelen,

J. R.

Deze vrager vraagt in weinig woorden veel. Bilderdijk was verbazend geleerd, en menig gedicht van hem is niet te verstaan, als men niet eenige kennis bezit van geschiedenis, fabelleer, natuurkunde enz.

We hebben de versjes genummerd. Met Nr. i staat het zóó.

In de sterrekunde kent men den zoogenaamden „Dierenriem, " dat is een natuurlijk niet werkelijk bestaande breedte of gordel aan den hemel, waar binnen de planeten loopen. Deze riem heeft 12 vakken, en de zon doorloopt (zoo 't schijnt) elke maand zoo'n vak. Zij heeten Ram, FJtier, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Maagd enz., en hebben elk een teeken, b.v. de Tweelingen een II, de Ram twee horens enz. In almanakken leest men nog wel: De zon in den Leeuw, de Kreeft, enz.

Nu staat de zon des winters o, a, in den Waterman, die door twee golven wordt afgebeeld, Nr, I beduidt dus: We zijn in dat teeken, in den winter.

Bij Nr, 2 komt de Fabelleer of Mythologie te pas.

De oude Grieken geloofden dat er godinnen waren van hoogeren en van lageren rang. Tot de eersten behoorden de Nymphen, die woonden in de zee, de bergen, de dalen en de bosschen. De Nymphen der beken en bronnen heetten Najaden, In den winter nu kregen zij het te koud, en gingen dus niet uit zwemmen maar scholen in 't bosch.

3. Dit bewijst hoe bondig en schoon Bilderdijfe zich wist uit te drukken.

Van het bloeien der lente, tot d' aftocht der kou, wil zeggen: Van het begin van de lente des eenen jaars tot het einde van den winter in 't volgende jaar; dus een vol jaar. Daarin komen vier jaargetijden voor. Elk dezer geeft zijn rente, d. i. brengt dit of dat voort; geeft zekere winst, is nuttig.

4. Het min duidelijke zit hier allereerst in „gespelen." Dat zijn geen spelletjes maar speelgenooten. Flora was de godin der bloemen; „floreeren" is bloeien als een bloem. Deze Flora dartelde met haar speelgenooten tusschen de bloemen, maar nu de winter 't veld kaal

scheert, vlucht. slaat het vroolijk gezelschap op de

Op de vraag van H. bij R., hoeveel Herodessen er geweest zijn, zou 't antwoord moeten luiden: vele, maar moeilijk nauwkeurig op te geven. Het beste is o. i. dat men zich deze w«r goed in 't geheugen prent:

1. Her odes de Groote, onder wien de Heere Christus is geboren.

2. Herodes Antipas, tijdens wien de Heere Jezus is gekruisigd. Hij was de zoon vau Herodes den Groote.

3. Herodes Agrippa de oudere, kleinzoon van den eersten, de vervolger der apostelen.

4. Herodes Agrippa, de jongere of de tweede, zoon des vorigen, en achterkleinzoon van Herodes den Groote. Voor hem verscheen Paulus.

Deze vier Herodessen, die sairen ruim een eeuw, tot 100 jaar na Christus, achtereenvolgens geregeerd hebben, zijn tot recht verstand der Schrift, het meest van beteekenis. Er zijn er echter nog veel meer geweest, die minder beduidden. Zoo b.v. Philippus viervorst van Iturea (Lukas 3:1) wiens naam aan de stad Cesarea Philippi is verbonden. Weer een andere Philippus is die, welke met de booze Herodias was gehuwd, die hem ontliep, den keiijk wiji hij geen regeerend vorst was. En zoo zijn er nog meer.

Met Herodianen worden echter niet bedoeld menschen uit het geslacht Herodes, maar vrienden van dat stamhuis, en dus ook van de heerschappij der Romeinen. Want de Romeinen waren, toen zij in het Joodsche land de heerschappij trachtten te krijgen, daarbij geholpen door Antipater, den stamvader der Herodessen. Deze waren van oorsprong geen Israëlieten, maar Idameeërs of Edomieten, dus nakomelingen van Ezau, Jakobs broeder. Zij hadden echter den godsdienst van Israel aangenomen, omdat zij zoodoende hun plannen het best konden uitvoeren. In der waarheid bleven zij van God vervreemde menschen. Want er is wel zelden een goddeloozer, wreeder en gruwelijker geslacht op aarde geweest, dan dat der Herodessen.

CORRESPONDENTIE.

Verdere vragen te beantwoorden stellen we uit tot een volgende gelegenheid; de ruimte gedoogde nu niet er meer op te nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen