Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ia haar Brieven uit Amerika, die geregeld in Timotheüs verschijnen, geeft mej. H. S. S, Kuyper en interessant overzicht van de oude Nederlandsch Gereformeerde Keik ia Nesv-York.

Tot nu toe was ik steeds ter kerke gegaan bij de Presbyterian Church, v/aarvan mijn gastheer, Dr. M. S, predikant was. Maar den laatsten Zondag van mijn tweede verblijf in New York, besloot ik te gaan naar de Colligeate (Dutch) Reformed Chttrch.

Ik had reeds met eenige leden kennis gemaakt. Zooals ik vroeger gelegenheid had op te merken, gaan de leden der verschillende kerken hier zeer vriendschappelijk met elkander om. Ai wat den naam van Christen draagt, trekt naar elkaar, en er zijn niet, zooals in ons land, zoo vele kloven en muren, wier geweldig scheidingsverniogen in de meeste gevallen nog sterker werkt dan de kracht der aantrekking.

Ook had ik gevolg gegeven aan een uitnoodi--ging voor de jaarlijksche receptie, door de Duch Reforjned vroawenzendingsvereenjging in haar eigen gebouw gegeven. Het oude Hoüandsche wapen der kerk, waarover straks, prijkte met Ame rikaansche en Hollandsche vlaggen versierd aan den muur, en de dames droegen een »oranje-" /maar het was geel, zooals dit trouwens in het lieve Vaderland ook dikwijls gebeurt) insigne, en bij de thee werden «cookies» (koekjes) gepresenteerd, naar Oud-HoUandsch recept kiaargemaakt.

« Tot deze kerk behooren nog vele afstamnielin gen der oude Hollandsche kolonisten. Namen als Remensnijder, van Nest, Ten Eyk, Bussing, Van Wageningen, Beekman, Brouwer, Van Steenbergb. Frelinghuyzén, Boekslaver, Suyddam en Van Vechten hebben een goeden klank in het kerkelijk leven, en geven u een huiselijk gevoel, alsof ge u op Vaderlandschen bodem bevindt.

Vele Oud-HoUandsche familiën, die meerendeels tot de eerste kringen van New-York behooren, hebben echter de kerk harer vaderen verlaten om zich aan te sluiten bij de «Episcopal Chuvcb, ' die evenals in Engeland, met haar fijn uitgewerkten, weelderigen eeredienst, waarbij kosten noch taient zijn gespaard ona oor en oog te streelen, vooral dt rijke aristocratie trekt. Het wordt dan eisch van «voornaamheid, " tot die kerk te behooren, en hiermede reikt de kerk zichzelf en die haar zoeken een leelijk brevet van dwaling uit.

De Dutch Reformed Church, de oudste kerk in de Vereenigde Staten, draagt nog tal van sporen van haar Hollandscue afkomst. Zij gebruikt nog gedeelten van onze liturgie bij Doop en Avondmaal, heeft nog verscheiden onzer gebeden, ziiigt nog p=almen op de ons bekende wijzen en heeft rog de drie Formulieren van Eenigheid, — de Gelooisbe lijdenis van Guido de Brés, den Heidelbergschen Catechismus en de Canones van Dordt.

Ook heeft zij een kerkeraad, waarin ouderlingen en diakenen naast den predikant zittiag hebben. Zij is feitelijk de eenige kerk in Amerika, waar het diakonaat nog als afzonderlijk ambt in de kerk optreedt

Aanvankelijk handhaafde zij nog alle gebru'.ken der moederkerk. Toen in 1878 met luisterrijke plechtigheid het 250 jarig bestaan der Dutch Reformed Church te New-York herdacht werd, vertelde een der feestredenaars, dat hij zich nog herinnerde, hoe in zijn jeugd de ouderlingen rechts van den preekstoel zaten en de diakenen ünks. »Na afloop van den dienst, als de predikant vao den preekstoel afkwam, stonden ze gereed om hem te ontvangen, en ieder drukte hem de rechterhand der gemeenschap en der goedkeuring. De voorieder, in zijn lezenaar onder den preekstoel, opende den mogendienst door het lezen van de tien geboden, en gaf den psalm op. Onder het gezang kwam de predikant binnen, stond dan eenige oogenblikken aan den voet van den preekstoel in stil gebed verzonken, en kloin dan naar boven om den dienst te leiden.... In de oude kerken hingen borden op de muren, waarop de psalmen stonden ver.teld, die gezongen zouden worden."

Oorspronkelijk is de Dutch Reformed Church zuiver HoUandsch, en naar belijdenis en organisatie zuiver Gereformeerd geweest. Die oorsprong ligt in de tijden, toen de Hollanders zich, na Hadsons ontdekking in 1609, op Manhattan kwamen «est^gen. Aan wakkeren ondernemingsgeest, aan lust en moed om zaken te doen in verre streken, paarden onze vaderen godsvrucht en liefde voor hun kerk. Overal waar Oud-HoUand zich destijds vestigde om materieele belangen, vindt men de over blijf selen \an dezen geestelijken trek. St. Petersburg, Moskou en Ceylon getuigen het evenals New-York.

In 1626 kwamenmettiouverneur Peter Minuit, i) den eersten, dien de West-Indische Compsgnie uitzond om over het nieuw verworven gebied hei bestuur te voeren, twee Christelijke onderwijzers mede, door de Classis van Amsterdam uitgezonden, en die in opdracht badden, des Zondags een godsdienstoefening té leiden door het lezen van een gedeelte der schrift, de geloofsbelijdenis en een preek. Ook hadden zij in hun kwaliteit van krankenbezoekers of ziekentroosters - een ambt, blijkens de Post-Acta der Synode van Dordt ingesteld tot hulp van predikanten met uitgebreid werkterrein of voor plaatsen, waar nog geen predikant was, - in opdracht de zieken te bezoeken. Zij zijn nog in de geschiedenis van New York bekend met hun HoUandschenJnaam van kranketibezoekers. Hunne namen waren Sebastiaan Jansen Krol en Jan Huyck.

Twee jaar later, in 1628, zond de Classis van Amsterdam Ds. Jonas Mtchaelius, die, blijkens een brief, dien hij datzelfde jaar aan Ds. Adrianus Smoutius te Amsterdam zond, tot de institueering eener Nederduitsche Gereformeerde kerk overging. Gouverneur Peter Minuit en Jan Huyck waren de eerste twee ouderlingen.

De eerste samenkomsten der Gemeente werden gehouden boven in een houten molen, het eigen dom van een der kolonisten.

Later, als de Gemeente aanwast, wordt onder leiding van Ds. Bogardus een eenvoudig houten gebouw gezet. En onder Gouverneur Wilhelmus Kieft verrijst met fiaanciëele hulp der West-Indische Compagnie in 1642 de z.g. «kerk in het fort», eigenlijk geheeten St.-Nicolaas kerk, naar Amsterdams vriendelijken beschermheilige. In den gevel was een steen gemetseld met dit opschrift:

An.Dom. MDCXLII

W. KIEFT Dir. Gen. Heeft de Gemeente

dese Tempel doen bouwen.

Dat deze kerk in het fort werd gebouwd, bewijst genoeg, hoe onveilig de streek toen nog was door de invallen der Indianen.

Als Nieuw-Amsterdam in 1664 New-York wordt, en het beheer over de kolonie vaa de West-Indische Compagnie overgaat aan de Engelsche kroon, Hollandsche gouverneurs door Engelsche worden opgevolgd, en de Engelsche taal in het nieuwe werelddeel al meer de overhand neemt, moet ook in de Dutch Reformed Church de Hollandsche taal de vlag strijken. Eerst worden

I) Diaken bij de Waalsche kerk in Wezel. Hollandsche en Engelsche diensten gehouden, ten slotte vervallen de Hollandsche diensten en worden Engelsche predikanten beroepen. Maar de naam en de kerk vorm blijft Dutch Reformed, ten spijt van Engelsche invloeden en Engelsche inmenging, die eot voortdurende moeilijkheden aanleiding gaven.

O. a v/i!den de Engelschen op instigatie hunner regeering in de n euw verworven kolonie een staatskerk: de Church of England stichten, hoewel Episcopalen in eigenlijken zin met een lantaarnlje te zoeken waren. De groote meerderheid der kolonisten waren Hollandsche Gereformeerden, voorts waren er veel Engelsche Dissenters. Met kracht verzetten zich de Hollanders hiertegen, met bet gevolg, dat er voortdurend moeilijkheden v/aren lusschen de Hollandsche predikanten en de Engelsche gouvnrneurs, maar dat toch de Engelsche regeering er niet in geslaagd is haar zin door te drijven.

Uit die moeilijkheden heeft Willem III — die dertien jaren lang Engeland, Amerika en Holland onder één schepter heeft vereenigd — de kerk, waarvoor hij zonder twijfel èn om haar nationaliteit èn om haar belijdenis groote liefde koesterde, gere! door haar in 1696 het Charter te geven, dat haar vrij maakte, en haar het recht verleende haar eigen aangelegen heden naar eigen beginsel te regelen.

»Met de Revolutie" i) zegt Rev. Dr. Coe in zijn rede, gehouden op het tweehonderdjarig gedenkfeest van het verleenen van dit Charter — waar aan ik eenige der hierboven vermelde bijzonderheden ontleend heb, — «verdwijnt alle gevaar voor de stichting eener staatskerk in ons land; maar de geschiedenis van de welgeslaagde pogingen der Hollanders in New York om te verkrijgen wat zij als hun recht beschouwden is een belangrijk hoofdstuk in de geschiedenis van den strijd om de vrijheid in ons vaderland." Én later:

«De Hollanders verzetten zich tegen de vestiging van de Cfaruch of England als staatskerk en de hieruit voortvloeiende behandeling van andere Protestantsehe kerken als Dissenters. Zij hebben hun doel bereikt.... En in dezen langdurigcn strijd tegen de vestiging met officieel karakter van de kerk, waartoe slechts een onaanzienlijke minderheid des volks behoorde, komen de beste eigensciiappen der Hollanders te voorschijn: hun snoed, hun vol harding, hun gematigdheid, hun eerbied voor gezag en wet, hun onwankelbare toewijding aan de vrijheid des gewetens. Het was niets in vergelijking met de ontzaglijke worsteling, die hun landgenooten in het vaderland als een o erwinning hadden beslecht, maar het geeft hun recht op de hulde en dankbaarheid van allen, die het groote beginsel huldigen, dat even echt HoUandsch als echt Amerikaansch is, het beginsel van een vrije kerk in een vrijen staat."

Dit charter van Willem III wordt evenals hét oude Kerkeraadsboek bewaard in het archief der Dutch Reformed Church in Fulton Street.

Het was nu de tijd, om Rev. Mijers — zooals mijn lezers zich zullen herinneren, de predikant, met wien ik aan boord van de «Potsdam" kennis had gemaakt — aan zijn belofte mij deze merkwaardige oudheden zijner kerk te laten zien, te herinneren.

Ia de vriendelijkste bewoordingen meldde hij mij datum en uur, waarop hij mij in het archief ontvangen kon, en reeds van verre herkeade ik den vriendelijken grijsaard, die mij buiten de deur stond op te wachten.

»Ik was bang, dat u misschien naar het huis zou zoeken en het is koud vandaag, " zeide hij. Men heeft in Amerika een bijzondere hoff-^lijkheid tegenover vreemdelingen, en het is waarlijk niet de eerste maal, dat ik er door getroffen word. Wij gingen naar boven, waar de brandkast stond met de kostbare documenten.

Eerst werd mij getoond het kerkeraadsboek, als dat van Moskou, oud en geel met verbleekten inkt. Met welk een aandoening leest het Hollandsche oog die namen en die jaartallen. Weinig dachten die eenvoudige lieden, die, ver van huis en vaderland, in dit onherbergzame en onveilige oord, dit «kerkeraadsboek', aanlegden, hoe zij onder Gods bestuur door het feit van hun zijn en handelen, door hun HoUandsch karakter en Calvinistische belijdenis, de diepe en hechte grondslagen legden, waarop eens het machtige gebouw van de Republiek der Vereenigde Staten verrijzen zou. Weinig konden zij vermoeden, dat datzelfde kerkeraadsboek onder de kostbaarste kleinoodiën zou worden bewaard in de rijke wereldstad, die groeien zou uit het dorp, dat zij bouwden om voor zich en hun gezinnen een plaats ter woning te hebben.

God schrijft geschiedenis, niet wij. Hij weet, welke de belangrijke bladzijden zijn, die beslissen zullen over het leven der volkeren, bladzijden, die wij soms geen blik waardig keuren. Wat in ons oog gering is. is soms in Gods oog van zoo nameloos belang. En wat wij belangrijk vinden en gewichtig, telt dikwijls voor Hem niet mee.

Vervolgens wordt mij het Charter getoond. De gift van Willem III, als Koning van Engeland, aan zijn Hollandsche onderdanen in Amerika.

Hst is oud en geel als het Kerkeraadsboek. Het begint met de woorden (m 't Engelsch): «Willem III, door de gratie Gods Koning van Engeland, Schotland en Ierland, Verdediger des Geloofs, " en verleent dan aan «onze (voornoemde en) getrouwe onderdanen en hun nakomelingen de vrijheid om God te dienen overeenkomstig de wetten en voorschriften der Gereformeerde kerken in Hol land, goedgekeurd en vastgesteld door de Nationale Synode van Dort." En stelt voorts alle bezittingen der kerk in hare eigene handen.

Later hebben ook de andere Dutch Reformed kerken, die zich inmiddels in de Staten New-York en New'Jersey gevestigd hadden, soortgelijke r^rt: ^ters gekregen.

Ook het wapen der Dutch Reformed Church is nog een stuk Hollandsche historie in Amerika. Het is het wapen van Willem den Zwijger. De pilaren en sterren, die ten hemel wijzen, zijn waarschijnlijk als kerkelijk symbool toegevoegd. Ook het Latijnsche motto Nissi Dominus Frustra (een afkorting van de eerste woorden van Psalm 124: Ten ware de HEERE, Die bij ons geweest is, zegge nu Israël; Ten ware de HEERE, Die hij ons geweest is, als de menschen tegen ons opstonden ") benevens het devies der geünieerde p ovinciën Eendracht maakt macht, zijn door de kerk in Amerika toegevoegd. De Christian Intelligencer, het orgaan der Dutch Reformed Church, vosvt sinds 1830 het wapen aan het hoofd harer kolommen, en sinds is het gebruik van het wapen op programs van kerken en Zon iagscholen algemeen in zwang gekomen.

Misschien is ook voor HoUanscae lezers van belang, wat in een keurig gedruk', boekje, met het wapen in kleuren als titelblad, mij door den schrijver, ouderling Bussing, gegeven, omtrent het wapen aan Amerikaansche lezers wordt medegedeeld.

«Het eerste kwartier van het groote schild toaxA het wapen van Nassau, waarvan de hoofdstad Willem des Zwijgers geboorteplaas w: \s.Hetheeft een gouden leeuw rampant op een blauw veld omringd door zeventien gouden blokjes, voorstellende, naar men zegt, de vereeniging van de tien st.iten der Zuidelijke Nederlanden met de zeven staten der Noordelijke Nederlanden. Het tweede kwartier is het wapen van - Katzenelnbogen, een leeuw van keel rampant, gardant^ gekroond, op een goudveld Het derde kw rtier steld Viar.en voor en heeft een rood veld met zilveren band. Het vierde heeft twee gouden leeuwen passant gardant op rood veld, en is het wapen van Dietz.

Het kleine schild is eveneens in vieren verdeeld. Het eerste en het vierde kwartier met de diagonale gouden banden op rood veld, vertegenwoordigen de heerlijkbeden van Chalons. Het tweede en derde kwartier met den jachthoorn met rood

1) Bedoeld is natuurlijk de Amerikaansche Revolutie. lint opgehangen op gouden veld, is het wapen van Oranje. Deze krijgshoornen zijn symbool van het kloek bevelhebberschap van hem, die de wapenen voerde tegen Mooren en Saracenen.

Het kleinste schild is het wapen van Jeanne 'an Geneve, die met een der Prinsen van Oranje in het huwelijk trad. Het is verdeeld in negen paneeltjes, vijf met goud, en vieï met blauw veld. De kroon bovenop het wapen is de keizerskroon van Karel den Grooten. die toen hij souverein der Nederlanden was, hun keizerlijke voorrechten toestond, o.a. het recht om de keizerskroon boven hun wapen te voeren.

Op een munt, geslagen in Gent in 1582, staat het motto Nisi Dominus Frustra «Zonder den Heere is alles vergeefsch." De Hollanders moesten strijden voor hun kerk, en dè spreuk geeft uiting aan hun diepe godsdienstige overtuiging en hun onwankelbaar vertrouwen in God."

Het doe'; het HoUandsch hart goed, zulke banden aan het Vaderland aan gene zijde van den Atlantischen Oceaan te vinden. Een uitlooper der «Vaderlandsche" Kerk, wel is waar Amerikaansch opgegroeid, maar die toch zijn wortel heeft diep in den bodem der geschiedenis, waar het kleine Holland op het groote Amerike zulk een o; iberekenbaren invloed ten goede heeft uitgeoefend. Noode scheid ik van de Dutch Reformed Church met al wat zij aan historische herinneringen aan

Holland bewaart. Noode scheid ik ook van New-York, w.ïarikop zooveel belangrijke punten mijn Vaderland terugvond, en waar ik v/eer zooveel meer van het merkwaardige Amerikaansche leven, waarin ik mij nu vijf maanden beweeg, heb leeren kennen en be grijpen.

Deze oude historische herinneringen doen het vaderlandsch hart goed. Ze herinneren aan een gloiietijdperk uit ons verleden, toen niet alleen Holland's vlag over New-York woei, maar ook Holland's Kerk daar haar pinnen uitsloeg. '

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1907

De Heraut | 4 Pagina's