Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1. I. C. WiRTZ. Paedagogiek voor Christelijke weekscholen en Normaailessen.

2. I. C. WiRTZ. De Paedagogiek op het examen. pgaven en vragen voor de examens voor onderijzer, hoofdonderwijzer en het „na-examen". roningen J. B. Wolters, 1907.

Naar een leerboek der Paedagogiek en meer epaald — want er is zoowel een huis-als een choolopvoeding — der Schoolpaedagogiek op en grondslag der gereformeerde beginselen, is oor onze onderwijzers en hen, die het worden illen, sedert jaren met verlangen uitgezien.

Het liefste zou men zulk een boek ontvangen uit de handen van DR. J. WOLTJER, den man van wien men weet, dat hij niet slechts ovei de ervaring, maar ook over het wetenschappelijk inzicht beschikt, noodig om het te schrijven.

Een . Paedagogiek van PROF. WOLTJER zou kunnen worden een standaardwerk, en dat te meer omdat, naar reeds verluidde, door hem sedert jaren de wetenschap der Paedagogiek aan de Vrije Universiteit wordt beoefend en de resultaten daarvan door hem aan reeds tal van akademische generaties, op zijn college over dit studievak, zijn medegedeeld.

Ik kan bier mededeelen, dat het metterdaad het voornemen van mijn ambtgenoot is om een handboek der Paedagogiek te schrijven. Dat echter de uitvoering van dit voornemen nog toeft, ligt deels in de hooge eischen, die bij zich voor zulk een werk stelt; deels in de eigenaardige bezwaren, verbonden aan het verwerken van de, in akademische voordrachten behandelde, stof tot den vorm van een handboek; deels ook in de vele en velerlei werkzaamheden, die PROF. WOLTJER buiten zijn akademische te verrichten heeft. Er aan gedachtig, dat, zoolang het beste er nog niet is, het mindere hooge waarde kan hebben, heeft nu onlangs de heer I. C. WIRTZ, zelf oud-onderwijzer, thans schoolopziener in het district WINSCHOTEN, de hand aan het werk geslagen en ons een kompendium van Paedagogiek, van Schoolpaedagogie geleverd. Een boek van 2x6 bladzijden dat wat de typografische uitvoering betreft, voortreffelijk is als al wat de firma WOLTKRS te GRONINGEN levert.

De stof is ingedeeld in drie deelen.

De schrijver handelt achtereenvolgens van: Het voorwerp, het doel en de middelen der opvoeding.

Na bij het voorwerp der opvoeding eerst te hebben gesproken van het kirid, geschapen caar Gods beeld, van ziel en lichaam en de beteekenis en de zorg vooi het lichaam, deelt de schrijver dit zijn eerste deel in twee onderdeelen en wel: A. De school en de lichamelijke jpvoeding en B. De ziel en haar vermogens.

Onder B. bespreekt hij dan, na eenige algemeene psychologische opmerkingen, het kenvermogen en het begeervermogen.

Bij het doel der opvoeding, handelt hij van het doel, zooals de Catechismus dit formuleert: dat het kind „God als zijn Schepper recht leere kennen" en in verband daarmede van het doel door de wet op het lager onderwijs aangegeven. Daarna spreekt hij hier over de verhouding van het kind tot God, tot den medemensch en tot heel de wereld.

Bij dit laatste komt ter sprake het verschil in wereldbeschouwing en stelt de heer WIRTZ telkens onze wereldbeschouwing tegenover die van het Heidendom, bet Mohammedanisme en het Somanisme.

Bij De middelen der opvoeding eindelijk geeft hij een tweedeeling: A. Tucht. B. Onderwijs.

Onder dit laatste bespreekt hij, na een inleiding over „de onderscheiding der scholen, " de Algemeene Methodiek tr^ds Bijzondere Methodiek, en bij deze: het eerste leerjaar en de verschillende vakken als: geschiedenis, zang, nederlandsche taal in ruimer zin, spreken, lezen, nedeilandscbe taal in beperkten zin, schrijven, natuurkennis, aardrijkskunde, rekenen en teekeneo.

Het wil mij voorkomen, dat de leerlingen van christelijke kweekscholen en normaallessen dit knap in elkaar gezet handboek met vrucht zullen gebruiken. Zij zullen er veel uit leeren; ook wel hoe het is en zijn moet naar de christelijke beginselen.

De hoofdindeeling dunkt mij wèl geslaagd.

De heer WIRTZ vertelt ons hoe hij haar zelf heeft gevonden.

Hij dacht na over het grieksche woord „paedagoog" dat in paedagogiek inzit, en toen stelde hij zichzelf deze drie vragen: Wie is het die geleid moet worden? Tot welk doel moet bij geleid? Langs welken weg moet hij geleid.

Later kreeg hij de collegedictaten van DB. WOLTJER in handen, en jawel, daar vond hij zijn indeeling terug of liever, onafhankelijk van elkander natuurlijk, waren DR. WOLTJER en hij tot eenzelfde resultaat gekomen.

Blijde verrassing bij den heer WIRTZ.

De indeeling WOLTJER-WIRTZ is echter slechts in hoofdzaak dezelfde, zoo vertelt de heer WIRTZ dan verder.

Al had hij dit niet gedaan, zoo zou ik het toch wel vermoed hebben. Want al ken ik de onderverdeeling van collega WOLTJERS Paedagogiek niet, ik ben er zeker van dat de indeeling WOLTJERWIRTZ in de onderverdeeling van eel I moet verschillen.

Als ik toch vind onder deel I Het voorwerp er opvoeding: A de school en de lichamelijke pvoeding en B De ziel en haar vermogens, dan unkt mij, dat toch beter ware b.v. A het lichaam n B de ziel van het voorwerp dei opvoeding.

Immers bij de subdivisie van den heer WIRTZ is ik al wat maar zelfs zweemt naar eenprmipium divisionis en ook het heele begrip van

„school” dunkt mij uit het Ille hoofddeel de middelen der opvoeding naar die van het Ie te zijn verdwaald.

Het stuk over „de ziel en haar vermogens" is door den schrijver, zooals hij dan ook zeil zegt, ontleend aan PROF. BAVINCK'S Psychologie.

Het lie deel van des heeren WIRTZ boek acht ik wel het minst geslaagde. Hij handelt daarin ook over: „het verschil van wereldbeschouwing". De taak, die de heer WIRTZ zich hier stelt, eischt echter een dieper wetenschappelijk inzicht in de geschiedenis van de wijsbep; ëerte, in die van den godsdienst en in de ethiek, dan de geachte schrijver, zonder dat hem dit in het minst euvel te duiden is, hier toont te bezitten.

Onze wereldbeschouwing, — blijkbaar is de Protestantsch Christelijke is bedoeld, — wordt hier gesteld tegenover die van „Heidenen, Mohammedanen en Romanisme”.

De heer WIRTZ doet dit onderwerp kort af. Maar zelfs in die weinige bladzijden staan dingen, die critiek eischen. Zoo, om iets te noemen, staat er op pag. 76 iets over „de Romanisten", over hun „wereldbeschouwing" aangaande de verhouding van den mensch tot God, dat geheel mis is.

Gunstiger dan over dit lie dunkt mij, dat het oordeel moet zijn over het Ille deel.

In dat deel eerst een onderdeel over.-Tucht, waarin, zooals de schrijver zegt op 6 „nu en dan wat uit de dictaten van Dr. Woltjer (is) overgenomen". Dan, als tweede onderdeel: Onderwijs. Hier is blijkbaar de vakman, de man van rijke en rijpe ervaring aan het woord.

Uit een oogpunt van stijl laat dit boek nu en dan te wenschen over. Op p. 75 b. v. leest men van „de dieren die het (heidendom) schrik .aanjageu"; op p. 77 van een „den paus zien aan de spits van heel deze hiërarchische opklimming"; en op p. 70 van Calvijn als van den „Genèver Hervormer".

Alles saamgenomen, is dit handboek der Paedagogie nu wel niet hèt boek dat wij hebben moeten, en doet het ons juist met des te meer verlangen uitzien naar een standaardwerk, maar toch is bet in de gegeven omstandigheden een aanbevelenswaardig kompendium, voor welks samenstelling wij den geachten schrijver dankbaar hebben te zijn.

Door zijn tweede werk, waarvan ik den titel hierboven liet afdrukken heeft de heer WIRTZ niet alleen onze, maar ook de openbare onderwijzers aan zich verplicht. Het is een soort repetitorium voor paedagogiek. Het geelt „in den vorm van vragen en opgaven een overzicht van hetgeen er alzoo in Nederland op de verschillende examens voor paedagogiek gevraagd wordt of gevraagd kan worden".

„Zoo ongeveer alles, wat in dit boekje gegeven wordt, is ontleend aan de examenpractijk der laatste tien jaar". En dat is hier gebracht onder de volgende rubrieken; i. Programma's; 2. Opgaven voor schriftelijk werkj 3. Vragen voor het mondeling onderzoek; 4. Enkele mondelinge examens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's