Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KLEINKINDEREN.

VOOR LANG GESCEIDEN.

XII.

’t Was laat in den avond, toen juffrouw enoit, die reeds ter rust was gegaan, werd gewekt door kloppen, niet aan de deur, maar aan een vensterluik. Zij luisterde: 't Kloppen werd herhaald en nog eens herhaald. Haastig stond zij op en liep naar de deur. Want zij wist nu reeds wat bezoek haar wachtte. Het kloppen driemaal achtereen, aan het vensterluik, was het teeken, dat zij met de grootvaders haa afgesproken, voor het geval er weer een bezoek mocht noodig zijn, dat beter geheim bleel. Zij opende de dear; een oud man trad haastie binnen; 't was Rigol, haar vader.

’t Ontging den ouden man niet, hoe slecht zijn dochter er uit zag — het gevolg van de geleden mishandelingen. Doch op 't oogenblik kon hij haar slechts haastig even begroeten en zei toea:

„Marie, we komen u een bezoek brengen, waar ge zeker heel niet op gerekend hadt. Vader Benoit is daarginds met de kinderen. Zou het gaan, ze onbemerkt hier te brengen.”

„Zeker!" zei de moeder, bevende van aandoening; „Wil ik meegaa, n? ”

„Neen, blijf maar, mijn kind. Ik kom zoo dadelijk.”

En de oude man, nog tamelijk flink en vlug, spijt zijn tachtig jaren, verliet met haast de kamer. Weldra was hij weder terug, gevolgd door vader Benoit, die de meisjes bij de hand leidde. Zij hadden naar grootvaders wensch, zich zoo stil gehouden als muisjes, maar nu ging en behoefde dat cok niet langer. Met een kreet van blijdschap sprongen ze op moeder toe en lagen in haar armen.

Voor een oogenblik vergat de moeder alles om zich heen, in de blijdschap van het wederzien. Geen oogenblik in de laatste dagen waren de kinderen uit haar gedachten geweest.

Hoe had zij hen gemist! En nu had ze hen zoo onverwacht terug! Doch in haar blijdschap mengde zich een gevoel van angst. Wat mocht de reden zijn, dat de meisjes zoo spoedig terugkeerden? Konden de grootvaders hen niet langer verbergen?

Ze liet de kinderen de dikke doeken afdoen, waarin ze tegen de nachtkoude beschut waren, en heette onderwijl haar schoonvader hartelijk welkom.

„Lieve Marie, " sprak hij, terwijl de kinderen zich te goed deden aan wat smakelijks, dat moeder bun had voorgezet; „wat ziet ge bleek en vermoeid. Is u iets overkomen? "

Fluisterend, opdat de kleinen 't niethooren zouden, vertelde de vrouw nu van het bezoek der soldaten en de ruwe behandeling, die zij geleden had. Met ontroering hoorden de grootvaders haar aan.

„Zoo iets vreesde ik wel, " zei Rigol tot zijn dochter. „Onze vijanden zijn hardvochtig en wreed, nu als vóór honderd jaar. Er is geen vreeze Gods voor hun oogen. Gode zij dank, dat zij u niet meegesleurd hebben, en dat we nog bij tijds de kinderen konden redden.”

„En blijven ze nu weer hier? " vroeg de moeder, hopend en vreezend te gelijk.

„We zouden u ze graag laten, " sprak de oude Benoit ernstig, „maar het is onmogelijk. Luister: ”

En nu verhaalde hij haar, hoe hetteLuneray stond, en wees er op dat, bleven d^ kinderen daar, ze cenmin veilig zouden wezen als te Grenville. Hij deelde haar nu mee, dat er te Artot een veilige schuilplaats voor de meisfes zijn zou, ca hij haar dus aanried, goed te vmden, dat Marie en Elisabeth daarheen gingen en er bleven, totdat het den Heere behagen zou, betere tijden te schenken.

De arme moeder barstte in tranen uit, toen Benoit zwf eg. Wel was Artot en het gastvrij gezin, dat daar woonde, haar niet vreemd, maar de plaats was zoo afgelegen, zoo ver verwijderd, en wie weet hoe lang haar kinderen daar blijven zouden, zonder dat ze hen weer eens zag. Want 't was er geen tijd naar, 't was zelfs gevaarlijk bezoeken te brengen, die de aandacht konden trekken. Ze was besluiteloos wat te antwoorder.

„Marie, " sprak de vader, „ik begrijp hoe zwaar het u valt, voor lang misschien van de meisjes te scheiden. Maar bedenk hoe het tot hun best is. Zoudt ge liever zien, dat ze groot gebracht werden in de dwaalleer van Rome, en straks misschien nonnen werden in een klooster?

Daarbij, door nu een tijd van hun gescheiden te zijn, voorkomt ge grooter kwaad en behoudt, zoo God wil, uw kinderen, "

De moeder gaf zwijgend toe, en zag de kinderen aan, die lachten van vreugd, dat ze weer thuis waren, en niet begrepen, dat moeder ook niet vroolijk keek. De weduwe zag, dat zij zich goed moest houden. Ze ging met de grootvaders en de kinderen aan tafel zitten; allen, ook de ouderen, nuttigden nu wat spijs en drank, en daarna nam grootvader Benoit den Bijbel en las een hoofdstuk voor. Graag hadden ze ook saam een psalm of lied gezongen, maar dat zou te gevaarlijk zijn geweest.

Maar reeds onder het lezen begonnen de kinderen te knipoogen, ca weldra waren ze zoo slaperig, dat moeder hen op de rustbank lei; spoedig waren ze vast in slaap. De ouderen bespraken nu wat verder geschieden zou, en zoo werd men het ten slotte eens, dat de weg door vader Rigol voorgesteld, de beste was.

Lang echter konden de gasten niet blijven. Na een paar uur wekte moeder haar kindertjes, die gelukkig niet begrepen, dat het nog in 't holst van den nacht was, en dadelijk bereid waren om mee te gaan, niet anders denkend, dan dat moeder hen nu zou verzeilen. Dat viel echter bitter tegen. En toen moeder hen herhaaldelijk kuste en daarbij haar ttanen toch niet weerhouden kon, begrepen ook de kleinen, dat er wel een heel ernstige reden moest zijn, dat moeder zoo anders was dan gewoonlijk. Ze werden ook bedroefd, doch lieten zich wéér vervroolijken door de verzekering, dat moe zou komen zoo gauw ze kon.

Wanneer zou dat zijn?

CORRESPONDENTIE.

In het volgend no., hopen we de beantwoording der vragen van H., en andereu te geven,

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's