Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE KLEINKNDEREN.

XIV.

IN VELD EN BOSCH.

Vroeg in den morgen, even voor het licht egon aan te breken — 't was in het laatst an September — wekte grootvader Benoit zijn leindochtertjes, die rustig sliepen, en zei hun at ze zich aankleeden moesten, want dat ze traks uitgingen.

„En komt moe uu ook mee? " vroeg de kleine Elisabeth.

„Moe komt later ook, hoop ik, " zei grootader, „maar nu gaan we een groote reis aken, heel ver weg. We gaan nu ook niet n den wagen, maar Marie mag bij mij op het aard zitten, en Elisabeth bij grootvader Rigol."

„O dat is prettig!" riepen de kinderen.

„Maar, " ging grootvader voort, „nu moet ik og wat vertellen. Er zijn booze menschen

die jelui kwaad willen doen. Daarom brengen we je ergens heen, waar die menschen je niet kunnen vinden, en waar jelui het heel prettig zult hebben. Maar nu moet je onderweg heel stil zijn en niet hard praten. Anders zouden die booze menschen je soms hooren en meepakken."

„Maar als er nu geen mensch op den weg loopt, moRen we toch wel praten, niet waar, grootTader? ", vroeg Marie.

„Zeker, dan wel, maar toch nooit heel hardop. Ook krijg jelui dikke mantels om, en als er menschen aankomen, moet je 't hoofd maar heelemaal in den kap van den mantel bergen. Dan zien ze je niet, en zullen je dus ook geen kwaad doen."

De arme kinderen, die zagen dat grootvaders gezicht zeer ernstig stond, schenen zijn woorden te begrijpen, en Marie zei:

„We zulten heel stil zijn, grootvader, dan krijgen ze ons niet."

„Juist zoo, en nu gaan we ontbijten, en dan op reis."

De goede grootvader had alles gereed gemaakt. In der haast werd wat genuttigd, en toen las grootvader een hoofdstuk uit den Bijbel, en deed een vuïig gebed tot den Heere God, dat die alles mocht doen gelukken, en hen behouden brengen waar zij zijn moesten; dat Hij alle boosheid der vijanden wilde tegengaan, en allen, ook moeder, ouder Zijn bescherming nemen.

Daarna deden de meisjes hun mantels om en grootvader den zijnen. £en groot zwaar pak nam hij onder dea arm. Toen gingen zij bet huis uit den tuin door en een stuk land daarachter. Daar stond het paard aan een boom gebonden, rustig te grazen. Alles om het huis was doodstil; de zon zou weldra opgaan; de lucht zag lieflijk zacht rood, en alles voorspelde een schoonen dag. Wijd en zijd was op deze vrij afgelegen plek geen mensch te zien.

Een oogenblik later hoorde men het geluid /van hoefslagen, en 't duurde niet lang, of tusschen 't geboomte werd de gestalte van vader Rigcl zichtbaar, die zijn paard aan den toom leidde, dat ook een zwaar pak droeg. Een tweede kleiner pak droeg hij zelf, gelijk zijn vrouw die naast hem liep een derde.

„Dag grootvader, dag grootvader!" riepen de kinderen op hem toeloopend; maar vader Benoit zei glimlachend:

„Hé, denkt nu toch om wat jelui me beloofd hebt. Je zoudt zacht spreken. Je weet wel waarom."

„Maar hier zijn toch geen kwade menschen, " zei Elisabeth.

„Gelukkig niet, lieve meid. Maar ze kunnen komen. Deck er om!

De oude en van het gezelschap heetten elkaar even welkoa — er was geen tijd te verliezen— en toen besteeg elk grootvader zijn paard. Dat van Rigol trok natuurlijk zeer de aandacht van vader Benoit, maar er was nu geen gelegenheid om uit te leggen hoe de eigenaar aan zoo'n mooi rijdier kwam.

„Dat zal ik straks wel vertellen, " zei hij. „Laten we nu maar blij zijn, dat ik 't heb. Met mijn oud peard zou de reis vrij wat moeilijker zijn geweesu"

Grootmoeder Rigol kustte de kinderen hartelijk en zette toen het eene bij haar man op het paard, 't andere bij grootvader Benoit. De kinderen klapten in de handen van genoegen, en keken in 't rond, als gingen ze een pleizier tochtje maken. Maar een oogenblik later dachten ze weer aan wat grootvader gezegd had en zagen even ernstig als deze.

De zon ging nu op en weldra' blonk heel het landschap in haar stralen, 't Was een heerlijk gezicht. Ze reden langs groene heuvels, met laag hout bedekt, terwijl hier en daar, waar dit was weggekapt, zich een wijd vergezicht voor hen opende. Dm keken de kinderen uit, ver, heel ver, naar een toren, die zeker op twee uur afstand lag, naar bergen en bosschen, die ze nog nooit gezien hadden. Maar de grootvaders sloegen bixa blikken meer voor zich uit en naderbij rondom. Want het pad dat zij gingen was zandig, ruw en hobbelig, hier en daar moeilijk berijdbaar, door uitstekende boomwortels of vrij diepe kuilen. Toch moesten ze wel dit pad nemen, want den grooten weg te gaan, waar men 'smorgens zoo goed als later op den dag, wandelaars en voertuigen kon tegenkomen, zou te gevaarlijk zijn geweest. Zelfs nu was en bleef uitkijken de boodschap, te meer daar het best kon zijn, dat de soldaten de vervolgers, die te lirenville waren geweest, nog in de streek rondzwierven.

Hoe verder zij kwamen, hoe woester de streek, hoe ruwer het pad werd. Dit was nu eenerzijds ver van aangenaam, want het vereiscHte alle voorzichtigheid om te voorkomen, dat de rijdieren niet struikelden. Doch aan den anderen kant kon men zich hier tamelijk veilig achten. De meisjes konden nu gerust < vat praten en grootvader Rigol vertelde, hoe hij zoo te goeder ure het flinke, sterke paard had gekregen, dat al dadelijk uitnemend dienst deed.

„Dat spelt wat goeds, broeder, " zei grootvader Benoit. „Hopen en bidden we, dat de Heere ons nu de verdere reis wel doe gelukken, en ons kracht geve om ons werk te volbrengen. Ik had nooit gedacht, dat ik op mijn tachtigste jaar nog zulk een reis maken zou."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's