Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. A. KUYPER. Om de Oude Wereldzee. I. Amsterdam, VAN HOLKEMA & WARENDOKF.

Gelijk men weec dankt dit weik, waarvan het, onlangs verschenen, eerste deel nu reeds is uitverkocht, zijn ontstaan aan de omstandigheid dat DR, KUYPER, na in 1905, op zijn eerbiedig verzoek, door Hare Majesteit de Koningin van zijn ambt als Minister te zijn ontheven, een reis ondernam naar die streken van Europa, Azië en Afrika welke de Middellandsche Zee omzoomen.

Van zijn indrukken op die reis, welke negen maanden duurde, deelt bij nu in dit zijn werk iets althans meê.

Om nu dit boek juist te beoordeelen zal men goed doen met zich vooraf rekenschap te geven van het doel dat zijn schrijver er zich mee gesteld heeft.

De auteur toch bedoelde allerminst met dit geschrift de stichtelijke litteratuur te verrijken door, zooals ik weet, dat sommigen verwachtten, naar aanleiding van zijn bezoek aan het heilige land, vele ons reeds van elders bekende wetenswaardigheden mee te deelen en daaraan dan min of meer stichtelijke opmerkingen vast te knoopen. Tot dit genre Palestina-litteratuur, dat in de laatste jaren ten onzent zooai niet verrijkt, dan toch vermeerderd is, WHKUYPER'S boek niet gerekend worden. Want wel is er ook een hoofdstuk in: Het Heilige Land, maar dit neemt in slechts iio van de 548 bladzijden waaruit het eerste deel bestaat, en draagt ook dan nog een gansch ander karakter dan het zoo even door mij genoemde genre.

En al evenmin bedoelde Dr. KUYPER met dit zijn geschrift de wetenschap in dien zin te dienen, dat hij er de geographische, ethnologische of historische kennis van de door hem bezochte landen met nieuwe vondsten door zou verrijken. „De landen die ik doortoog, zijn", zoo schrijft hij zelf in zijn Voorrede, „met uitzondering alleen van Klein-Azië en Soedan, algemeen bereisd; hun geheimenissen hebben ze reeds lang ontsluierd; en althans wie er slechts kort vertoeven kon, gelijk dit met mij het geval was, zou slechts herhalen kunnen wat door specialiteiten vóór mij veel omstandiger en juister bericht was".

Wat de heer KUYPER dan wél met dit zijn jongste geschrift bedoelde, zegt hij ons zelf onomwonden in zijn reeds genoemde Voorrede: „Voor mij was eenig doel van mijn reis, persoonlijk kennis te maken met de religiause, sociale en politieke toestanden in de onderscheidene streken van Eropa, Azië en Afrika, die de oude Wereldzee omzoomen". Was dit zijn reisóoA, zelfs erkent hij, een halve bladzijde verder, dat waar het hem gelukte in negen maanden tijds, de lijnen van den driehoek Odessa-Khartoem-Tanger langs te komen, dit „veel te vluchtig (was) voor nauwkeurige kennismaking, maar toch lang genoeg om een algemeenen indruk in mij op te nemen".

Van dien algemeenen indruk iets mee te deelen en alzoo zijn indrukken van de religieuse, sociale en politieke toestanden in de landen door hem bezocht, in wijder kring te doen kennen, dat is wat DR. KUYPER met zijn Om de Oude Wereldzee bedoelt; allereerst bedoelt.

Zoo wil dit boek gelezen, bekeken, beoordeeld worden.

Nu zal mij, en waarschijnlijk velen met mij, vrij koud laten de algemeene indruk, dien het grootste deel onzer medemenschen gedurende een reis van negen maanden in zoovele landen zouden hebben opgedaan omtrent de religieuse, sociale en politieke toestanden. Hun mededeeUngen daaromtrent, zullen mij maar een zeer betrekkelijke belangstelling inboezemen. Zoo eene ongeveer als ook de medudeelingen doen van een paar jonge menschen wier bruiloft ik heb meegevierd en die, als ik ze dan later in hun huis een visitckom maken, ik niet alleen beleefdheidsbalve, maar ook omdat ik het wel aardig vind waar te nemen hoe al het door hen geziene zich in hun bewustzijn heeft afgespiegeld, met geduld zit aan te hooren.

Maar heel anders wordt dit wanneer een man als DR. KUYPER mij zijn algemeenen indruk van een, zij het dan ook maar negenmaandelijksche reis, in vreemde landen over de religieuse, sociale en politieke toestanden dier landen mondeling of schriftelijk mededeelt; en zoo zal het met mij velen gaan.

Reeds de omstandigheid, dat DR. KUYPER onder onze medemenschen niet maar de eerste de beste, maar een man van beteekenis en van superieuriteit is, dringt dan tot luisteren en lezen.

En die superieuriteit komt bij KUYPER dan ook, als auteur van Om de oude Wereldzee, op drieërlei gebied uit.

Eerstens blijkt uit dit boek zijn hooge psy chische vaardigheid. Hier hebt ge te doen met een schrijver die niet maar alleen, hoogst sensibel als hij is, lijdelijk vele en diepe indrukken van zijn omgeving ontving, maar tevens met de menschen en dingen in zijn omgeving zóó wist te experimenteeren, dat hij ook indrukken kreeg, die hij hebben wilde en daarbij als een fijn waarnemer van zijn eigen toevallige en gewilde indrukken zich openbaart.

Vervolgens komt er in uit zijn reeds rijke kennis op religieus, sociaal en politiek gebied, die hij meebracht toen hij haar in die vreemde landen, juisf op deze drie gebieden, voor zich zelf wilde verrijken.

En eindelijk komt in dit boek uit de superieuriteit van de positie, die DR. KUYPER in onze samenleving inneemt. De toen bijkans zeventigjarige schrijver van Om de Oude Wereld zee, is een te verstandig man om ook in eerbetoon zijn medemenschen niet te doorzien; hij erkent zelfs, dat „de eere [hem] betoond, veel minder aan [hem] persoonlijk, dan aan [zijn] land bewezen is", en als goed vaderlander nam hij dat eerbetoon dankbaar aan. Maar toch had KUYPER dit boek niet kunnen schrijven zooals hij het gedaan heeft, zonder „de uiterst voorkomende welwillendheid, waarmee [hij] in de verschillende landen door de autoriteiten [is] ontvangen en de alleszins verplichtende wijze waarop zij [zijn] onderzoek hebben veigemakkelijkt". En dit genieten van courtoisie infernationale in het Oosten dankte hij voor een goed deel aan zijn hooge sociale positie ten onzent. „Een gewezen minister", zoo leest ge in de voorrede, „geldt er nog altoos als een half officieus persoon, en men beijvert zich in de ontvangst die men hem bereidt, het land van zijn herkomst en de regeering van dat land te eeren."

In deze drieërlei superieuriteit van den auteur nu lig»; reeds de belangrijkheid van Om de Oude Wereldzee.

Door haar toch nadert de subjectiviteit van den algemeenen indruk dien de reiziger in de verre landen omtrent de religieuse, sociale en politieke toestanden aldaar in zich opgenomen heeft, het objectieve.

Het geheele werk zal uit twee deelen beslaan. Als titel koos de schrijver: Om de Oude Wereldzee, „wijl het de beteekenis der Middellandsche Zee als voormalige wereldzee is, die de deelen van Europa, Azië en Afrika welke [hij] bezocht, in eenheid saamhoudt". In het eerste deel geeft DR. KUYPER zijn bevinding omtrent de Aziatische kust met wat daartegenover ligt; in het tweede deel, zal hij de Noordkust van Afrika met wat daartegenover ligt ter sprake brengen, en daarin zal dan gehandeld worden over zijn verblijf „in Egypte, Soedan, Griekenland, Sicilië, Tunis, Algiers en Marokko, en ten slotte iets over Spanje, inzoover ook hier de Moorsche invloed nawerkt".

Het eerste'deel ligt nu in twee banden, groot formaat en met kloeke letter gedrukt, voor mij. De Firma Van Holkema en Warendorf, heeft eer van de typographische uitvoering. Enkele platen, zijn op ha^r verlangen, in het werk opgenomen.

In het eerste deel dan wordt, voorzoover het eerste stuk betreft, gehandeld in hoofdstuk I, als inleiding, over het Aziatisch gevaar, in hoofdstuk II over Rumenii, inïllover Jiusland, en m IV over de Zigeuners. Voorzoover het tweede stuk betreft, handelt dan dit eerste deel in hoofdstuk V van het Joodsche trobleem, in hoofdstuk VI van Constantinopel, in VII van KleinAzië, in VIII van Syrië en wordt in IX Het Heilige Land ter sprake gebracht.

Nu maakt dit boek noch door geleerde citaten, noch door vak-terminologie de pretentie van een geleerd boek te zijn, maar al is het met zijn soberen en toch fraaien stijl een voor ieder leesbaar boek; toch zit er een schat van degelijke wetenschap in en is er veel uit te leeren. Sprak ik straks van het in wijder kring doen kennen van des heeren KUYPER'S algemeenen indruk van de religieuse, sociale en politieke toestanden in de landen door hem bezocht, als van bet allereerste wat hij met zijn boek bedoelt, — uit dit naastl^gende doel is als vanzelf een ander doel geboren.

DR. KUYPER treedt hier ook op als leeraar. Hij wil, en dat wel weer allereerst zijn volk, leeren.

En metterdaad valt hier voor het Neder landsche volk op religieus, sociaal en politiek gebied van den theoloog, socioloog en politicus KUYPER veel te leeren.

Ik kom op dit jongste boek van onzen hoofdredacteur in een volgend Leestafel artikel van de Heraut nader terug, want het eischt een eenigszins uitvoerige bespreking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's