Uit de Pers.

Op geestige wijze heeft Ds. de Geus in de Friesche Kerkbode het menu voor de Amsterdamsche Synode reeds trachten saam te stellen:

Wat zal er op die Synode behandeld, wat zou er besloten worden ?

Het Agendum zal nog wel een half jaar uitblijven, maar enkele zaken zijn er, die de Utrechtsche Synode naar de Amsterdamsche van dit jaar heeft verwezen,

I. Naar Art. 16 van de Acta der Utrechtsche Synode is aan de Particuliere Synode van Gelderland in overweging gegeven, om de vraag naar eene juiste verklaring van het Diaconaat nader gepreciseerd op eene Generale Synode weer aan de orde te stellen. Hebben wij van Gelderland zulk een behoorlijk gepreciseerde vraag te wacbten, dat de Generale Synode haar kan in behandeling nemen, en aan Deputaten de concipiëering van eene Diaconale Orde kan opdragen, die in 1911 worde beoordeeld en vastgesteld ? Lettende op de omstandigheden, de krachtige vermeerdering van diaconaal leven, de verschijning van het handboek van Prof. Dr. Bouwman en de gereed making van het nog uitgebreider werk van Prof Biesterveld, Dr. van Lonkhuizen en Ds, Riidolph, »Het Diaconaat», zouden wij zeggen, dat Gelderland den wenk van de Utrechtsche Synode wel eens kon opvolgen.

II. Naar Art. 65 zal er door de Kerk van Utrecht, daartoe aangewezen, rapport worden uitgebracht over hare correspondentie met »de Kerken van min vaste formatie«. Dit rapport, in 1905 reeds belangrijk, kan in dit jaar in belangrijkheid winnen. Zulk een correspondentie kan den weg banen tot vereeniging van wat bij elkander behoort. De Classes mogen denken aan de Synodale opwekking, om zóó tijdig de Adressen van zulke Kerken onder haar ressort aan de Kerk van Utrecht op te geven, dat minstens drie maanden vóór het samenkomen der Generale Synode in Augustus aan de bedoelde Kerken geschreven kan worden. Onze Classes zullen in heur Februarivergaderingen aan deze zaak moeten denken.

Op de prudentie van de Utrechtsche Kerk willen wij gaarne vertrouwen, en hopen daarom, dat zij zich niet bepale tot de Kerken van min vaste formatie, maar dat zij hare correspondentie uitstrekke tot alle Kerken, die in Confessie en Kerkregeering met de Gereformeerde Kerken overeenkomen.

III. In Art. III lezen wij, dat door de D.D. W. Breukelaar, W. H. Gispen Jr., J. D. v. d. Munnik en R. j. W. Rudolph het volgende voorstel werd ingediend:

»De ondergeteekenden, overwegende, dat het verband tusschen de Gereformeerde Kerken en de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit nog niet afdoende geregeld is, stellen aan de Synode voor, vijf deputaten te benoemen, met de opdracht eene herziening van de tegenwoordige regeling van het verband tusschen de Gereformeerde Kerken en de Theologische Faculteit van de Vrije Universiteit te ontwerpen, én dit concept voor i Februari 1908 ter kennis van alle Kerken te brengen en in te dienen bij de eerstvolgende Generale Synode*,

Volgens Art. 137 is dat voorstel aangenomen, zelfs zonder discussie. De voorstellers werden als deputaten ad hoc aangewezen, behalve Ds. v. d. Munnik, voor wien Ds Hoekstra van Arnhem en Ds. Kuiper, thans te Enkhuizen, werden genomen.

Deze maand hebben wij het rapport en het concept van deze Broederen te wachten. Het kan een hoofdschotel uitmaken op de Amsterdamsche Synodale tafel.

IV. In Art. IJl, 154 en 155 lezen wij de handelingen der Utrechtsche Synode in zake het gra vamen tegen Art XXXVI onzer Confessie.

Met alle stemmen op twee na verklaarde de Synode het gravamen tegen de zinsnede in Art. 36 yio/n te - weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst en het rijk van den Antichrist te gronde te %uerpen< i voor gegrond, en m 24 tegen 16 stemmen besloot zij tot schrapping van die zinsnede.

Zou deze zaak weder ter tafel komen ? Zal Amerika daartoe gelegenheid geven ? Zullen gravamina uit de Kerken hier te lande tot Amsterdam doordringen ? Zullen de Kerken, in de eerste samenkomst na het besluit tot schrapping, tot revisie van dat besluit overg? ? .: ^ ?

Wij wagen ons niet aan eenige profetie. Alleen, wie zich opmaakt, gorde zich goed.

V. Tenslotte maken de Acta van 1905 melding van de rapporten, die minstens 14 dagen vóór den aanvang der Synode, dus vóór den 4den Augustus e. k, , aan de behoorlijke adressen moeten worden toegezonden.

Onder die rapporten zijn er steeds, die de Synode werk verschaffen.

Bovenaan staat het Rapport van de Generale Deputaten tot de Zending. Moge het Broeder Dr. Hania gegeven worden, ook dit jaar dat Rapport op te stellen. Er zullen belangrijke zaken daar ter tafel gebracht worden. Zal er aanleiding zijn om te bespreken en eenigszins vast te stellen de »verhoudingen" op Zendingsgebied ? Of zal het eerst nog wat meer moeten wrijven ? Moet de m.achine zich zelf-klaar maken ?

Volgt het Rapport van de Theologische School, 't Is te hopen en te verwachten, dat de Synode hare Deputaten-curatoren niet al te lastig zal vallen over de condities van de overdracht van het Gymnasium. Voordeeliger moesten zij zijn, dan ze in Utrecht waren geformuleerd. Absoluut voordeeliger zijn de tegenwoordige condities niet. Toch zijn ze in de gegeven omstandigheden zeker wel de voordeeligste.

Volgen nog wie weet hoeveel rapporten, met wie weet hoeveel verrassingen Dat is af te wachten.

VI. Buiten de acta van 1905 staat het kerkelijk leven van de laatste twee, drie jaar, dat stof kan geven voor de Generale Synode.

Het heeft er wel wat van, dat een voorstel tot regeling van de diejisttraktetnenten der dienaren des Woords zich gereed maakt voor een zomerreisja naar Amsterdam, Wij kunnen het moeilijk goede reis wenschen. Wij raden het veeleer dat uitstapje af. Zoo'n ding loopt gevaar van te struikelen op de Keizersgracht, hoe vriendelijk daar anders het plaveisel ook zij.

Zou er nog in 't Zuiden een concept gewijzigd-Huwelijksformulier in wording zijn, als een begeerlijk nummer op het Synodaal menu ? De zware pieces de resistance als Bijbelvertaling en Psalmberijming zullen wel wegblijven."

Natuurlijk is dit nog maar wat van de vorige Synode-tafel overbleef, en kunnen er, gelijk Ds. de Geus terecht opmerkt, nog allerlei nieuwe schotels aan worden toegevoegd.

Maar we gelooven niet, dat het zoo'n vaart zal loopen.

Het vraagstuk van de rechte verhouding tusschen de Theologische faculteit en de Kerk is zwaar genoeg, om als piece de resistance op deze Synode te fungeeren. En indien de Synode dat vraagstuk lot een behoorlijke en bevredigende oplossing brengt, zal reeds arbeid genoeg hebben verricht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen