Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Conceptregeling

Bekijk het origineel

De Conceptregeling

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Conceptregeling, die de Commissie voor het verband tusschen de Geref. Kerken en de Theol, fac. der Vrije Universiteit ontwierp, laten we thans volgen:

Concept-Regeling van het Verband tusschen de Gereformeerde Kerktn in Nederland en de Tüeologische Faculteit der Vrije Universiteit te Amsterdam.

De Gereformeerde Kerken, in Generale Synode vergaderd te Amsterdam den 1908, en de Directeuren der Vereeniging voor Hoo ger Onderwijs op Gereformeerden grondslag, als zoodanig belast met het bestuur der Vrije Universiteit te Amsterdam, in deze handelende op advies van hare Curatoren en haren Senaat en volgens machtiging van de Algemeene Vergadering dier Vereeniging, gehouden te den 1908 — overwegende, dat iL het gewenscht is het verband tusschen de e ereformeerde Kerken en de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit nader contrac ueel te regelen, zijn overeengekomen het volende accoord aan te gaan.

Art. I. De Vereeniging voor Hooger Onderijs op Gereformeerden grondslag stelt de Theoogische Faculteit harer School, de Vrije Uniersiteit, onder het toezicht der Kerken.

De Gereformeerde Kerken aanvaarden dit oezicht en oefenen dit uit door twaalf deputa en, daartoe door de Generale Synode aangeezen en geïnstrueerd.

Art. 2. Wie als Hoogleeraar of Lector in de heologische Faculteit optreedt, moet als elijdend lid behooten tot ééne der Gereforeerde Kerken in Nederland.

Wanneer op een Hoogleeraar of lector in de heologische Faculteit kerkelijke censur* wordt S T toegepast, zal de kerkeraad, die in dezen handelt, hiervan kennis geven aan deputaten der Generale Synode met vermelding van de gronden der censure. De deputaten zenden hiervan bericht aan de Directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag.

Zoodra < ie kerkelijke censure over eenig Hoogleeraar of Lector in de Theologische Faculteit, naar Art. 77 der Kerkenordening, door bekendmaking van den naam aan de Gemeente, publiek geworden is, zal de Kerkeraad dit oogenblikkelijk berichten aan de deputaten. die zonder uitstel hiervan kennis geven aan de Directeuren.

Staande dit contract, heeft openbare kerkelijke censure steeds schorsing of ontslag van den betrokken Hoogleeraar of Lector ten gevolge. Het besluit tot schorsing of ontslag, steeds in dit geval ingaande op den datum, waarop dit besluit genomen wordt, moet uiterlijk binnen 14 dagen, nadat aan Directeuren bericht der censure is gezonden, ter kennis van den betrokkene zijn gebracht. Afschrift van dit besluit wordt gelijktijdig gezonden aan de deputaten der Gen. Synode.

Eventueel uitgesproken schorsing wordt niet opgeheven, zonder dat de geschorste vooraf in kerkelijke rechten is hersteld.

Zoodra eenige censure over een Hoogleeraar of Lector in de Theol. Faculteit wordt opgeheven, zal de kerkeraad hiervan ten spoedigste aan de deputaten kennis geven en deze eveneens aan de Dire& ^euren.

Art. 3. De Vereeniging voor Hooger Onderwijs verbindt zich bij de benoeming van een Hoogleeraar of Lector in de Theol. Faculteit het navolgende in acht te nemen:

Geen benoeming zal plaats hebben dan uit eene voordracht, die vanwege de Kerken is goedgekeurd.

Bij eventueele vacature of uitbreiding van het getal der Hoogleeraren en Lectoren, maakt het college, daartoe aangewezen door de Vereeniging voor Hooger Onderwijs, eene voordracht gereed Eer de voordracht vastgesteld wordt, belegt dit college eene strikt consultatieve vergadering met de deputaten der-Generale Synode om te raadplegen over personen, die voor plaatsing op de voordracht in aanmerking kunnen komen. Na de vaststelling wordt de voordracht ingediend bij de deputaten der Generale Synode, die haar beoordeelen voor wat betreft de belijdenis, den wandel en de geschiktheid der voorgedragenen om op te leiden tot den dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken.

Binnen een maand na de ontvangst, zenden de deputaten de voordracht met hun antwoord terug. Is er bij hen geen bezwaar, dan kan de benoeming voortgaan, die alsdan binnen twee maanden geschiedt.

Wanneer de deputaten onderling in hun oordeel verschillen, en-eene minderheid van minstens diie leden bezwaar heeft, rakende de zuiverheid der belijdenis, dan heeft deze minderheid het recht om, mits zij haar bezwaar schriftelijk gemotiveerd indient, uitstel te vorderen en de zaak ter beslissing te brengen voor de Gen. Synode.

Is er bij de meerderheid der deputaten bezwaar om de voordracht goed te keuren, dan wordt dit in gemotiveerd schrijven ter kennis gebracht van het college, dat met de samenstelling is belast. Vereenigt dit college zich met het oordeel van deputaten, dan ver valt de voordracht en wordt eene nieuwe voor dracht ingediend.

Kan dit coUeg^ zich niet met het oordeel der deputaten vereecigen, dan kan met de deputaten overleg worden gepleeed.

Leidt dit overleg tot overeenstemming, dan zal binnen twee maanden daarna de benoeming geschieden.

Blijft na dit overleg bij de meerderheid van deputaten of, zoo het de zuiverheid der belij denis betreft, bij eene minderheid van minstens drie leden bezwaar bestaan, dan wordt, mits in het laatste geval het bezwaar schriftelijk wordt gemotiveerd, de zaak gebracht voor de Generale Synode, wier oordeel beslist.

Bij beroep op de Generale Synode, wordt door de deputaten binnen een maand de Kerk, die belast is met de samenroeping der e.k. Gen. Synode, uitgenoodigd, eene Gen. Synode uit te schrijven, die binnen zes maanden bijeenkomt om het geschil tot beslissing te brengen.

Elke benoeming, bniten eene vanwege de Kerken goedgekeurde voordracht, verbreekt dit contract.

Art. 4. Het normale getal der Hoogleeraren in de Tüeol. Faculteit zal niet minder zijn dan vijf. Indien het getal der dienstdoende Hoogleeraren in de Theologische Faculteit beneden vijf daalt, moet binnen zes maanden de voordracht tot voorziening in de vacature, ingediend worden bij de deputaten der Gen Synode.

Wordt uitstel van benoeming noodig geacht, dan wordt dit in met redenen omkleed schrijven medegedeeld aan de deputaten der Gen. Synode, die hierover oordeelen.

Is er bij de deputaten bezwaar tegen uitstel van benoeming, dan zijn zij gerechtigd, om, zoo door overleg geen overeenstemming wordt verkregen, deze zaak aan de beslissing der Generale Synode te onderwerpen.

Desnoodig wordt eene Generale Synode bijeengeroepen op de wijze als in het vorige Artikel is bepaald.

Art. 5. De Hoogleeraren en jLectoren der Theol. Faculteit onderteekenen, vóór dat zij in functie treden, een door de Kerken vastgesteld Formulier, waardoor zij hunne instemming betuigen met de belijdenis-schriften der Ger. Kerken en zich uitdrukkelijk verbinden, in woord of geschrift niets te zullen leeren, dat daarmede strijdig is.

Art. 6. De instructie voor de Hoogleeraren en Lectoren in de Theol. Faculteit, moet in overeenstemming zijn met den inhoud van dit contract.

Zij wordt, vóór hare vaststelling, in concept toegezonden aan de deputaten der Generale Synode, die het concept beoordeelen voor wat betreft genoemde overeenstemming en binnen en maand terugzenden.

Evenzoo geschiedt bij eventueele wijziging der instructie.

Afschrift der vastgestelde instructie wordt eteld in handen van de deputaten.

Art. 7. De Kerken houden door middel van are deputaten toezicht op het onderwijs der oogleeraren en Lectoren in de Theol. Faculteit.

De deputaten wonen regelmatig de colleges ij. Zij nemen kennis van alles, wat door de oogleeraren en Lectoren in de Theol. Facul. ordt uitgegeven. En van alle voorgenomen xamina en promotie's in de Theol. Faculteit, ntvangen zij ten minste vijf dagen te voren ericht, terwijl zij gerechtigd zijn daarbij tegenoordig te wezen.

Art. 8. Indien de deputaten der Generale ynode bij eenig Hoogleeraar of Lector in de heologische Faculteit afwijking van de belijdenis der Kerken, onbehoorlijkheid van levenswandel of ongeschiktheid om op te leiden tot den dienst des Woords, meenen te ontdekken, en wel in die mate, dat naar hun oordeel de opleiding tot den dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken dien Hoogleeraar of Lector niet langer met gerustheid kan toevertrouwd worden, zullen zij dien Hoogleeraar of Lector hierover onderhouden en zulks, zoolang mogelijk, zonder daaraan openbaarheid te geven.

Wanneer deze pogingen niet leiden tot wegneming der gerezen bedenkinger, zullen de deputaten zich wenden tot de Directeuren der Vereeniging en in gemotiveerd schrijven den betrokken Hoogleeraar of Lector voorgedragen voor schorsing of ontslag.

De Directeuren verbinden zich om, zoo zij met het oordeel van de deputaten instemmen, den betrokken Hoogleeraar of Lector onmiddellijk te schorsen of te ontslaan. Zij zenden, tegelijk met het bericht aan den betrokkene, afschrift van het besluit der schorsing of van het ontslag aan de deputaten.

Kunnen de Directeuren zich niet vereenigen met het oordeel der deputaten, dan treden zij in overleg met de deputaten en staat hun, desgewenscht, beroep op de Gen. Synode open.

Bij beroep op de Gen. Synode geven zij binnen 14 dagen hiervan kennis aan de deputaten.

Ook den betrokken Hoogleeraar of Lector staat beroep op de Gen. Synode open, mits hij binnen 14 dagen hiervan bericht geeft aan de Directeuren, die dit ten spoedigste aan de deputaten melden.

Bij beroep op de Gen. Synode zijn de deputaten gemachtigd de Kerk die met de samenroeping is belast, uit te noodigen eene Gen. Synode uit te schrijven, die alsdan binnen zes dagen bijeenkomt om uitspraak te doen.

De Directeuren verbinden zich om, zoodra er een Hoogleeraar of Lector in de Theol. Faculteit is voorgedragen tot schorsing of ontslag, dezen onmiddellijk te doen ophouden van het geven van onderwijs.

Staande dit contract, is de uitspraak der Gen. Synode onvoorwaardelijk beslissend.

Art. 9. Wanneer een Hoogleeraar of Lector in de Theologische Faculteit naar het oordeel van de Directeuren der Vrije Universiteit, wegens afwijking van de Gereformeerde belijdenis, onbehoorlijkheid van levenswandel of ongeschiktheid om op te leiden tot den dienst des Woords, moet worden geschorst of ontslagen, wordt dit vóór de schorsing of het ontslag plaats heeft, in gemotiveerd schrijven ter beoordeeling medegedeeld aan de deputaten der Generale Synode.

Bestaat er bij de deputaten geen bezwaar, dan geven zij hiervan uiterlijk binnen een maand kennis aan de Directeuren, waarna de schorsing of het ontslag kan doorgaan.

Is er echter bij de meerderheid der deputaten tegen schorsing of ontslag bezwaar, dan wordt dit — eveneens binnen een maand — in gemotiveerd schrijven medegedeeld aan de Directeuren der Vereeniging, die, desgewenscht, met hen in nader overleg kunnen treden.

Wordt geene overeenstemming verkregen, dan staat de beslissing bij de Generale Synode, wiet uitspraak kan ingeroepen worden door de deputaten, door de Directeuren en door den betrokken Hoogleeraar of Lector, Kennisgeving van beroep op de Gen. Synode, alsmede hare samenroeping, geschiedt op de wijze als in het vorig art. is bepaald.

Art. 10. De Series Lectionum der Theol. Faculteit wordt, twee maanden vóór de vaststelling, in concept ter üne van advies toegezonden aan de deputaten der Gen. Synode.

De deputaten beoordeelen dit concept alleen met het oog op de gepastheid der regeling van het onderwijs voor de opleiding tot den dienst des Woords. Zij zenden het concept met hun advies binnen een maand na ontvangst terug, waarna de series kan worden vastgesteld.

Wanneer zij oordeelen, dat in deze series, door vermeerdering van vakken of uitbreiding van het aantal lesuren in eenig vak, wijziging moei worden aangebracht, treden zij daartoe in overleg met de Curatoren der Vrije Universiteit.

Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt, zijn de deputaten gerechtigd deze zaak te brengen voor de Gen. Synode, naar wier wensch de Curatoren der Vrije Universiteit zich in deze zullen voegen.

Art. II. De hoogleeraren of Lectoren in de Theol. Faculteit zijn verplicht toezicht te houden op de leer en het leven der studenten, die opgeleid worden tot den dienst des Woords in de Gereformeerde Kerken.

De deputaten zijn gehouden al wat aangaande deze studenten en hun gedrag wenschelijk of noodig mocht blijken, mede te deelen aan de Theol. Faculteit.

Art. 12. Wanneer aan Hoogleeraren of Lectoren eener andere Faculteit eenig onderwijs in de Theol. Faculteit wordt opgedragen, zullen deze Hoogleeraren of Lectoren, voor wat dit gedeelte van hun onderwijs betreft, onder hetzelMe toezicht staan, als in dit contract voor de Hoogleeraren en Lectoren in de Theol. Faculteit is bepaald.

Art. 13. De deputaten der Gen. Synode zijn bevoegd om alles, wat zij met het oog op de opleiding tot den dienst des Woords wenschelijk achten, ter kennis te brengen van de Directeuren der Vereeniging.

Art. 14. De Kerken verbinden zich om de Hoogleeraren der Theol. Faculteit uit te noodigen als adviseerende leden in hare Gen. Synoden zitting te nemen.

Art. 15. De Kerken steunen de Theol. Faculteit met eene subsidie van ten minste /12.500 per jaar, terwijl het bedrag door elke Gen. Synode nader kan worden bepaald.

Art. 16. Elke Gen. Synode brengt de namen Iwrer deputaten voor de oefening van het verband met de Theol. Faculteit ter kennis van de Directeuren der Vereeniging voor Hooger onderwijs op Gereformeerden Grondslag en zulks met overlegging van een afschrift der aan deze deputaten gegeven instructie.

Art. 17. Dit contract, dat alleen met wederzijdsch goedvinden kan worden gewijzigd, waar toe beide partijen voorstellen kunnen doen, aangegaan voor onbepaalden tijd met dien verstande evenwel, dat het wederzijds opzegbaar is, mits de eene aan de andere partij daarvan minstens een jaar te voren kennis geeft.

Dit contract is in duplo opgemaakt, en vanwege de Kerken geteekend door bet Moderamen der Gen. Synode, en voor de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. Grondslag door hare Directeuren.

Hiervan z«l één exemplaar berusten in het Archief der Kerken en één in dat der Vrije Universiteit.

Januari 1908.

W. BREUKELAAR, Rapporteur.

W. H. GISPEN JR.

H. HOEKSTRA.

L. KtnPER. K

R. W. J. RUDOLPH. b

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De Conceptregeling

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 februari 1908

De Heraut | 4 Pagina's