Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zilveren koorde.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zilveren koorde.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

V.

Het gevaar, dat aan de staatssubsidie kleeft, schuilt dus in de eerste plaats daarin, dat de Kerk daardoor min of meer afhankelijk wordt van de Overheid. Nu kan de Overheid van die afhankelijke positie geen misbruik willen maken; ze kan die subsidie aan geen voor de Kerk vernederende voorwaarden binden; ze kan stipt zich onthouden van alle inmenging in de kerkelijke aangelegenheden. Het gevaar, dat in dien finantieelen band schuilt, zal dan niet gevoeld worden. Het is latent, het sluimert. Maar zoodr^ er een Overheid komt, die wel invloed zou v/illen oefenen op het kerkelijk leven, vindt ze in dien finantieelen band daar voor den hechtsten steun. Ze bepaalt dan, dat die finantieele steun alleen zal verleend worden, wanneer de Kerk zich schikt naar de voorwaarden, die de Oi/erheidstelt. Ge steld, om het geval zoo concreet mogelijk te nemen, dat de Overheid van de Kerk eischte, dat ze als vereenigingen voor dm eeredienst zich bij de Overheid aanmeldden en dat alleen aan zulke Kerken voortaan subsidie zou gegeven worden, dan zouden de Kerken, dïe gewoon waren van deze subsidie te leven, daardoor in gevaar gebracht worden, aan zulk een eisch toe te geven, ten einde deze subsidie niet te ver liezen. Of neem het andere geval, dat de Overheid alleen zulke Kerken erkennen wilde, die als Kerkgenootschap met een centraal bestuur zich bij de Overheid aan dienden, en dit als voorwaarde voor de subsidie stelde, dan zou men dezelfde moeilijkheid krijgen. De Kerken zouden dan óf haar kerkrechtelijk standpunt moeten prijsgeven, öf haar finantieel bestaan be^ dreigd zien. En al is de geest gewillig, het vleesch is zwak. Een Kerk als de Roomsche, die een wereldorganisatie bezit; die een zichtbaar hoofd op aarde heeft; die beschikt over een zoo strenggeordende hiërarchie met zulk een schier onbeperkte macht, kan zulks gevaren desnoods trotseeren. De Paus te Rome beslist en de geestelijkheid moet gehoorzamen, op straffe van anders buiten de Kerk te worden gebannen. Maar een protestantsche kerk, die zulk een machtige organisatie niet bezit; die geen centraal bestuur heeft; die meestal als landskerk optreedt, staat bij zulk een conflict met de Overheid altijd uiterst zwak. Dat heeft de historie van alle prostestantsche Kerken ge leerd. En juist daarom is het voor een protestantsche Kerk nog veel meer dan voor de roomsche van belang, dat ze finantieel zoo onafhankelijk mogelijk van den Staat is. Alleen een Kerk, die geheel voor haar eigen eeredienst zorgt en niets van d< Overheid ontvangt, heeft voor Overheidsinmeaging ook niet te vreezen. Selfhelp is de beste waarborg voor selfgovernment.

Nu mag het gevaar van rechtstreeksche Overheidsinraenging niet onmiddellijk drei gen, wie de'' zelfstandigheid der Kerk beveiligen wil, heeft niet alleen met het heden, maar ook met de toekomst te rekenen. Al be^ dreigt op dit oogenblik geen enkele onweers wolk aan den politieken hemel ons land met oorlogsgevaar, toch zou het de on noozelheid ten top zijn gevoerd, wanneer we daarom ons leger gingen afschaffen, onEe vestingen gingen sloopen, onze kanonnen voor oud roest gingen verkoopen. Wie de onafhankelijkheid van zijn volk en land liefheeft, maakt zijn volk zoo sterk mogelijk, opdat het, wanneer het gevaar komt, zich verdedigen kunne. En zou dit dan niet evenzeer van de Kerk des Heeren gelden.' Voorzichtigheid is vooruit zien, rekening houden met wat de toekomst brengen kan, zich veilig stellen voor alle gevaar. En al willen we geen onheilsprofeten zijn; al hopen we, dat de weeropleving der Christelijke beginselen in ons land duurzaam moge zijn; toch zou het een ongeoorloofd en dus zondig optimisme zijn, wanneer we om die hope onze vesting ontmantelen gingen. Ons beste verweermiddel tegen Staatsinmenging ligt in onze finantieele onafhankelijkheid. Reeds daarom zouden we het aanvragen van subsidie aan onze Kerken beslist ontraden.

Toch is dit niet de eenige reden.

Da tweede reden is, dat wanneer de Overheid voor de tractementen der Dienaren zorgt, daardoor de door God gewilde band tusschen den Dienaar en de gemeente ver slapt.

In de door God gestelde ordinantie, dat de Dienaar des Woords onderhouden zal worden door de gemeente, ligt een der machtigste middelen om den Dienaar des Woords tot ernstige vervulling van zijn taak te prikkelen en de Kerk zuiver te houden.

Wat we daarmede bedoelen is dit.

Indien de gemeente zelve voor haar

Dienaren te zorgen heeft, dan zal ze dit gaarne doen, wanneer de Dienaar het Woord Gods zuiver predikt, met hartelijke liefde haai dient, werkelijk een herdershart voor haar heeft.

Menige Kerk in ons land, die toch niet rijk is, levert daarvan een treffend voorbeeld. Er wordt gegeven met opgewektheid, soms boven vermogen. Men heeft den predikant lief om zijns arbeids wille, en daarom is geen offer, dat men brengen moet, te zwaar;

Juist in die finantieele zorge voor hem en voor zijn gezin spreekt het hart der gemeente zich uit. En dat hart zal te warmer kloppen, naar mate de gemeente voelen mag, dat haar Dienaar waarlijk een herder voor haar is.

En omgekeerd zaldeDlenaar des Woords, wanneer hij ziet, hoe de gemeente finantieel hem steunt en draagt, daardoor zich ook te vaster en te sterker aan de gemeente verbonden voelen, en des te sterker zal ook de prikkel wezen, om haar geestelijk te dienen en te verzorgen.

In alle vrije Kerken, waar men met de h Staatssubsidie gebroken heeft, is dat de h rijke vrucht geweest, dat de band tusschen v herder en gemeente zooveel sterker is geworden. v s

Breekt men dien door God gewilden band door, maakt men den Dienaar finantieel onafhankelijk van de gemeente, laat men den Staat zijn tractement betalen, dan werkt men de dominocratie, de predikanten-heerschappij, in de hand.

In de Hervormde Kerk, waar de gemeente zoo goed als niets bijdraagt voor de predikantstractementen en deze öf uit de Staatskas óf uit de kerkelijke goederen betaald worden, is dat kwaad wel het sterkst openbaar geworden.

De Staat vraagt er niet naar, of de predikant zijn dienstwerk trouw verricht of niet; of hij steenen of brood geeft aan de gemeente; of hij trouw huisbezoek doet of niet; of hij de zieken en stervenden opzoekt of niet; of hij door zijn wandel de gemeente ergert of sticht.

De Staat vraagt alleen of hij predikant is, en zoolang hij predikant is, betaalt hij zija tractement uit.

En de gemeente staat machteloos.

Ze kan klagen, protesteeren, uit de kerk wegblijven.

De predikant laat haar klagen, protesteeren, desnoods wegblijven uit de kerk.

Hij krijgt toch zijn traktement.

Men zegge niet, dat dit overdreven is.

Laat de Staat morgen aan den dag alle subsidie inhouden; laat de gemeente zelf uit eigen middelen voor haar Dienaren hebben te zorgen, en men zal zien hoeveel gemeenten bereid zijn een modernen predikant of een groninger te onderhouden.

Ons volk, zoover het nog aan de Kerk hecht en opgaat onder de prediking des Woords, is gehecht aan de Schrift, heeft de oïthodoxe waarheid nog lief, wil de prediking van het Evangelie.

Op menige plaats, waar de Kerkeraad modern of evangelisch is, beroept men een orthodoxen prediker, omdat hij alleen de kerkgebouwen vol preekt en de diakonie daardoor haar beurs weer gevuld ziet.

Wat het modernisme, wat de groninger richting, wat al deze afwijkende machten zoolang staande heeft gehouden in de Kerk, is de Staatssubsidie.

Want de Staatssubsidie is juist het machtigste middel om te maken, dat de gemeente niets te zeggen heeft.

Herstel de door God gewilde orde; laat de gemeenten zelven voor het onderhoud harer Dienaren zorgen, en het modernisme zal wegsmelten als sneeuw voor de zon.

Eu dat geldt niet alleen voor de Hervormde Kerk.

Wanneer de rijkssubsidie ophield voor de Remonstranten, voor de Doopsgezinden, voor de Lutherschea, en ook hier de gemeente te zorgen had voor het tractement, zou men ziesi, hoe geheel anders de kerkelijke toe sta ad werd.

Ia finantieele onafhankelijkheid van den Staat ligt daarom niet alleen het beste verweermiddel tegen alle Overheidsinmenging in kerkelijke aangelegenheden, maar ook de beste waarborg, dat de Kerk niet onder de overheersching zal komen van richtingen, die tegen haar levensbe ginssl ingaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's

De zilveren koorde.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1908

De Heraut | 4 Pagina's