Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noord-Amerika. Strijd tusschen „natten" en „drogen, "

In de luider Kerkbode vonden we het volgende schrijven:

„Verladen week Maandag hebben we een drukke verkiezing gehad. Op 12 stemmen na, had elkeen gestemd; 2816 voters en 2804 stemmen uitgebracht. Elke stad hier is een koninkrijkje op zich zelf. Elk jaar benoemt het volk zijn burgemeester, secretaris, ontvanger, 2 vrederechters, i landschatter en 12 raadsleden.

Nu zijn hier twee partijen, de Republikeinen en de Democraten. Ik beu een Democraat. De democratische burgemeester is verkozen met 260 stemmen meerderheid; zoo ook 5 dem. raadsleden en een landschatter, maar dat was niet al. Er zijn hier in deze stad 10 saloons of herbergen, waar bier en whiskey verkocht wordt, krachtens vergunningsrechten, van den stadsraad verkregen. Elke saloonkeeper (kroeg houder) betaalt 750 dollars ieder j*ar aan de stad, dat is een mooie som voor den hoofdelijken omslag. Nu waren er een groote hoop in deze stad, welke een verzoekschrift opstuurden aan den Stadsraad, om deze vergunningen in te trekken en de saloons te sluiten, omdat, naar hun beweren, het geen respectabele plaatsen zijn.

De raadsleden, hoewel zij het recht hebben om de vergunning te weigeren, wilden dit op hun eigen houtje niet doen, want daar zou 7500 dollar minder inkomen zijn en dit zou den omslag aardig hooger maken.

Ze zeiden, laten wij er over stemmen, de wil I van het volk geschiede, en zoo is het gebeurd. Wat een drukte en gescharrel is het geweest; ; groote opebare meeüags in kerken en zalen om het vóór en tegen te bepleiten; duizenden strooibiljetten, enz. enz. „Diy and Wet" (droog i en nat) was alles wat men hoorde; muziekcorpsen marcheerden rond met banieren, waarop stond: „Weg met de kroeg!" in 't Eng. en in 't Holl., en andere met de woorden: „Een glaasje bier is goed bij zomerweer! enz.'De ^drogen" hebben het van de „nat'en" met meer dan 500 stemmen meerderheid gewonnen.

De politie had hard werk om de orde 'savonds te handhaven. De „drogen" trokken in grooten getale, met muziekcorpsen voorop door de stad en zongen om de „natten" te plagen: „How dry Jam" (wat ben ik dorstig I) Met i Mei moeten al de saloonkeepers (kroeghouders) sluiter}, en is er in Holland geen glaasje bier meer te krijgen; niet anders dan als je 't voor eigen gebruik in huis hebt. De gehate saloon is weg; wat voor vele mannen en jongelingen een zeer goed ding is! In Michigan zijn in dezen weg 265 en in lUinois 1172 kroegen gesloten. Sommige staten zyn geheel prohibitisch (drankhuis verbiedend)."

Het is gelukkig dat De Hope, die ook melding maakt van de overwinning van de „drogen" op de „natten", er bij voegt, dat men zich over die overwinning met beving heeft te verheugen.

Het blad zegt, dat men nog maar in het begin van den strijd staat. De tegenstander is een hardnekkige vijand. Hij geeft zijn zaak maar niet zoo spoedig op. Want achter de kroeg ligt het gebied, waarop satan een grooten invloed uit oefent: het heitleger der matige en onmatige drinkers, die alles in het werk zullen stellen, op verboden wijze te verkrijgen, wat zij niet meer in „saloons" met „licence" kunnen krijgen. Een ziekteverschijnsel is onderdrukt, de ziekte is daarmede nog niet overwonnen. Daarom pleit De Hope er voor om een blijvende organisatie der antisaloonbeweging in het leven' te roepen,

— Het Aadover Seminari e opgeheven.

Honderd jaar geleden werd door Congregationalisten het Andover Seminarie te Cambridge gesticht, Aan dé Universiteit te Harvard waren hoogleeraren, die de christelijke belijdenis hadden prijsgegeven en onderwijs gaven in Unitatischen geest. Men gevoelde, dat de opleiding van aanstaande dienaren des Woords in %ulke handen niet veilig was, en daarom kwam men er toe het Andover Seminarie op te richten.

Dat Andover Seminarie ging in den laatsten tijd achteruit; men had wel geen gebrek aan geld, maar er kwamen haast geen studenten. En nu hebben de „trustees" of directeuren van het Andover Seminarie het besluit genomen, om deze instelling met de Universiteit van Harvard te verbinden. Met het oog op vele erflatingen wilde men het Seminarie niet opheffen; nu laat men het in naam bestaan, om het in de Harvard Universiteit te laten opgaan,

Zon's Herald, een Methodistisch blad, dat te Boston verpcbijnt, zegt hierover het volgende:

Reeds eenigen tijd geleden is dit plan ter sprake gebracht. De vroegere leerlingen van Andover zijn er over geraadpleegd, maar het meerendeel was er tegen, en daarom werd algemeen gedacht, dat er van dit plan nu wel niets zou komen. Het blijkt echter, dat eenige voorname en invloedrijke mannen, ondanks de duidelijk uitgesproken begeerte der oudstudenten en den welbekenden wensch der Congregationalisten kerk in haar geheel, het plan hebben doorgezet. De zoogenaamde „Articles of Affiliation" geven bewijs van diplomatische handigheid, welke den meest geslepen staatsman eere zou aandoen. De wijze waarop deze zaak aan het publiek wordt voorgesteld, ten einde oppositie te voorkomen en de algemeene goedkeuring te winnen, toont aan, dat de heeren het wijselijk hebben aangelegd. Maar het schenden van heilig vertrouwen, het plegen van het grootste onrecht kan door geen diplomatieke en journalistische tactieken worden gedekt, "

En waarmede tracht men nu deze handeling (e rechtvaardigen? Onder meer door het volgende.

Men beweert, dat er langs dien weg meer studenten zullen komen; dat het voor practische oefening beter is in een groote stad te zijn; dat ook de Episcopaalsche theologische school met de universiteit van Harvard verbonden is.

Deze redenen worden door Zion's Herald aldus wederlegd:

„Indien het waar was, dat overbrengen naar Harvard ten gevolge zal hebben, dat meer studenten zullen komen, boe komt het dan dat nu niet de studenten het onderwijs van Harvard Divinity School zoeken? Op welken grond kan verandering verwacht worden, wanneer Andover zich bij Harvard aansluit? Men heeft ons meegedeeld, dat Harvard thans 29 studenten in de theologie telt, met inbegrip van hen, die voor een graad studeeren. De atmosfeer te Harvard is van dien aard, dat zij belovende theologische studenten noch aantrekt noch ontwikkelt.

Verder is er nadruk op gelegd, dat theologische studenten dichter bij de stad behooren te zijn, waar zij beter de vraagstukken van den dag kunnen bestudeeren. Maar heeft men er ooit van gehoord, dat Harvard Divinity School zendingswerk verrichtte in Boston, of heeft men ooit een professor van die school als een helper in de stadszending zien werkzaam zijn?

Ook is gezegd, dat de Epis. Theol. School te Cambridge met Harvard in verbinding staat en dat het daarom ook voor Andover goed is haar Seminarium derwaarts te verplaatsen. Deze opmerking is geheel waardeloos, omdat zij onwaar is; de Epis. Theol. School staat in geenetlei verband tot Harvard."

Hiertegen is weinig in te brengen. Van harte hopen wij, dat onder de Congregationalisten in de nieuwe wereld, zoo krachtig tegen de opheffing van het Andover Seminarie zal geprotesteerd worden, dat de bestuurders er niet toe durven overgaan.

Rusland, De Russische regeering en de conscientievrijheid.

De minisier van binuenlandsche zaken in Busland is bij de Doema gekomen met een voorstel waarb de verhouding van den staat tot de Protestantsche „secten" geregeld worden zal Tot hiertoe werden die „secten" niet als zelfstandige godsdienstige gemeenschappen erkend, dat wil zeggen: hare handelingen hadden geen rechtsgeldigheid voor de wet, en zij hadden evenmin het recht, registers van den burgerlijken stand bij te houden, die bewijskracht voor de Overheid bezaten.

Zij konden hare godsdienstoefeningen wel vrij houden, doch deze werden door de overheid alleen „geduld, " terwijl die der Grieksche staatskerk geheel door den staat werden geamhoriseerd.

Nu is de vraag gesteld, of deze toestand zoo mag blijven bestaan, als men volledige conscientievrijheid verleenen wil? De minister be antwoordt die vraag ontkennend. Hij wil voortaan de „secten" alle rechten van godsdienstige gemeenschappen verleenen, en daaruit volgt dan, dat zij het recht zullen hebben om registers van den burgerlijken stand voor hare leden bij te houden, tenzij dat de staat het bijhouden dier registers aan het burgerlijk bestuur wil opdragen.

Ten opzichte van de uitoefening van den eeredienst zijn er in Rusland nog beperkende bepalingen van kracht, die met gewetensvrijheid niet bestaanbaar zijn. De wet voor de Evangelisch-Luthersche Kerk van 187a bevat voorschriften, die eenerzijds de grens tusschen huisgodsdienstoefeningen en openbare godsdienstoefeningen te scherp trekken en die aan de slaatsoverheid in het bepalen van die grenzen te veel macht geven.

De minister gaat bij het behandelen van dit vraagstuk van de volgende beschouwingen uit. Huisgodsdienstoefeningen zijn zulke samenkomsten waaraan, behalve de huisgenooten, alleen personen deelnemen die aan het hoofd van het gezin als geloofsgenooten bekend zijn. Zulke godsdienstoefeningen mag men vrij houden. Als het hoofd van een gezin voor het houden van zulke godsdienstoefeningen een gebouw stichten, of een bestaand gebouw daartoe gebruiken wil, dan staat hem dit vrij. Maar als personen aan deze godsdieustotfeninjen deel nemen, die het hoofd van het gezin onbekend zijn, of wanneer die godsdienstoefeningen gehouden worden in daarvoor gehuurde gebouwen, of als zij plaats hebben ia bedehuizen of onder den blooten hemel, dan zijn zulke samenkomsten voor openbare te houden. Tot het houden van publieke godsdienstoefeningen is het niet noodig dat de overheid hare toestemming geve, er behoort daarvan alleen aan de burgerlijke autoriteit kennis gegeven te worden.

Tegenwoordig mag in de Evangelisch Luther-Eche kerk geen huis godsdienstoefening gehouden worden, of het consistorium moet daarvoor toe stemming gegeven hebben en de Overheid be­hoort er kennis van te dragen. Zulke huisgodsdienstoefeningen mogen daarbij alleen bestaan uit het voorlezen uit de Heilige Schrift of uit stichtelijke boeken, die door het consistorium goedgekeurd zijn; zij mogen niet onder kerktijd gehouden worden en behooren ook geen aanleiding te geven tot schisma (scheuring). Al deze bepalingen wil de minister, als in strijd met de vrijheid van conscientie, opgeheven zien.

In het keizerlijk besluit van 17 April 1908 is aan de geestelijken der Staatskerk verboden zich te mengen in aangelegenheden omtrent het bouwen van kerken door personen, die niet tot die Staatskerk behooren. Daarom moeten de bepalingen, dat het aantal kerkelijke gebouwen van een gemeenschap in overeenstemming behoort te zija met het aantal zijner leden, vervallen.

Hetzelfde moet het geval zijn met de bepaling, dat de geestelijkheid der Grieksche kerk verlof moet geven tot het bouwen eener nieuwe kerk en dat de burgerlijke autoriteit het recht zou hebben, den bouw eener nieuwe kerk »l dan niet toe te staan.

Toch wil de minister nog bepalen, dat bij het bouwen eener nieuwe kerk het bestuur der kerk daarmede zal instemmen, en dat in enkele gevallen ook de gemeente daarin bewillige. Bovendien wil deze raadsman der Kroon, dat de Staat het recht zal hebben, om het bouwen eener nieuwe kerk te verbieden, wanneer de gemeente, voor welke zij gebouwd wordt, daardoor te zwaar belast worden zou, cf wanneer het verrijzen van eene nieuwe kerk kennelijk tot nadeel der Grieksch orthodoxe kerk zou zijn.

Men ziet uit dit alles, dat het ministerie, dat thans aan de regeering is, wel eenige meerdere vrijheid van beweging aan de „secten" geven wil, doch onder voorwaarde dat de Griekschorthodoxe staatskerk daarvan geen schade te duchten hebbe. Zouden er weer zware tijden voor Rusland moeten aanbreken, om de machthebbers te noodzaken algeheele vrijheid van conscientie niet alleen te proclameeren, maar ook inderdaad te verleenen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's