Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Uit Bremen en Mecklenburg. Tweeërlei strooming.

De predikant Steudel te Bremen gaf in den laatsten tijd door zijn anti-Christelijke voordrachten ook in liberale kringen ergernis. Men heeft hem van liberale zijde daarom al in over weging gegeven, zijn ambt neer te leggen. In recht sinnige bladen houdt men bet er voor, dat de Eisenacher Kerkenconferentie zich zal bezig te houden hebben met de beantwoording van de vraag, cf een landskerk nog tot die conferentie behooren kau, die toelaat dat op hare kansels het anti Christendom gepredikt wordt.

Het Bremer KirchenblaU schrijft hierover: „Of de Duitsche Evangelische kerkelijke conferentie, die op Pinksteren te Eisenach verga deren moet, zich met de misstanden van ocs kerkelijk leven in Bremen bemoeien zal, weten wij niet. Maar wij houden het nfet voor geheel buitengesloten, dat daar de een of andere onverkwikkelijke zaak voor het kerkelijk leven gebeuren kan; en dit is dan ook de oorzaak, waarom v/ij heden voor het eerst weer sedert maanden een woord wijden aan ons radicalisme — mocht dit het laatste zijn! Allen die hier en daar in Duitschland vertoornd zijn op het Bremer radicalisme en over zijn onverantwoordelijk, tartend, ondermijnend werk, en die daarom onze kerk van Bremen uit de Kerken-conferentie te Eisenach willen verwijderd zien, verzoeken wij het volgende te bedenken. Wanneer de afsnijding van Bremen plaats grijpt, dan zal daardoor zeker het meest schade gedaan worden aan ons ortho doxen in ome werken van geloof en liefde die ver over Bremens rechtsgebied uitgaan (als bv. de Noord-Duiische Zending, de landverhuizers-Zending en onderscheidene andere), wier bloei en bestaan mede afhangen van bet kerkelijk crediet, dat wij van buiten hebben, Ojze liberalen kunnen daarentegen de isoleering van de kerk van Bremen kalm opnemen, want zij zou, in aanmerking genomen de publieke opinie te Bremen, den radicalen juist ten goede komen.”

Wij voor ons hopen, dat de conferentie te Eisenach zulke besluiten omtrent de ketk*van Bremen nemen zal, waardoor de rechtzinniger) van die stad zich zullen genoopt zien, om het kerkelijk verband inet hen die een anti christelijke leer drijven, te verbreken,

Den i2den Mei is te Schwerin eene buiten gewone vergadering van den landdag van het Groothertogdom Mecklenburg vergaderd geweest. Welke besluiten daar genomen werden is nog niet bekend; wel weten wij dat deze van het hoogste gewicht voor de landskerk geweest zijn. Immers tot hiertoe was de landdag te gelijk de synode der landskerk, waarin echter de dienaren der kerk noch als adviseerende noch als stemgerechtigde leden zitting hebben. Het is wel eenig op de geheele wereld, dat er ergens eene synode vergadert, waarvan niet ééa der leden een dienaar is der kerk wier belangen behartigd of besproken worden. Wanneer men de politieke constitutie verandert, dan zal ook die van de kerk een ingrijpende wijziging moeten oadergaa, n. De landdag heeft dan ook te beslissen over een voorstel tot verandering der kerkelijke organisatie. Eigenaardig is het, dat omtrent den geheelen arbeid in zake de verandering der constitutie, waarbij de kerk zoo nauw betrokken is, niets is uitgelekt. De groothertog heeft door den Opperkerkeraad laten verordenen, dat in alle kerken voor den landdag, den Zondag vóór zijne opening, zou gebeden worden; wel een bewijs hoeveel gewicht hij aaE!> deze vergadering hecht.

Reeds meermalen schreven wij over de Duitsche „Gemeinschaften" en spraken den wensch uit, dat deze vereenigingen er toe mochten leiden om te geraken tot de reformatie der kerk.

Nu is het niet te ontkennen, dat er onder de voorstanders der „Gemeinschaften" zoowel eene kerkelijke als eene anti kerkelijke strooming op te merken is. Hat Allianzilatt dtr Gemeinschaften sprak dezer dagen uit, dat het in de groote naamchristenheid tot hiertoe regel geworden was, dat diegenen welke geestelijke waardigheden, titels en priesterkleeding dragen, meestal den geest der priesters niet hebben, terwijl vele anderen, die geen priesterrok mogen dragen (zoogenaamde „leeken"), door God als evangelisten, herders, leeraars enz. beroepen zijn. Zoo is door deze zoogenaamde ordenin gen de heillooste wanorde eeuwenlang wettig reglementair vastgelegd geworden.”

Volgens dit blad moet men dus met de kerk breken en de „Gemeinschaften" geheel zelfstandig organiseeren.

Daartegen verhief een „Gemeinschaftsmann" zijne stem en beweert, dat hij, al erkent hij, dat er vele misstanden in het kerkelijke leven gevonden worden, nog niet een grond heeft die hem dwingt de landskerk te verlaten.

Tegen hen die zeggen, dat zij hunne kerk moeten verlaten, omdat de kerk een Babel geworden is, antwoordt de schrijver, „dat Babel ook in de vrije kerk is." „Wat wij noodig hebben, broeders, is geen geest van verootmoediging. Wij moeten voor den Heere buigen en hebben Zionskinderen noodig die innerlijk verlost zijn. Maar dat kunnen wij zijn, ook wanneer wij tot de landskerk behooren.”

Dezelfde schrijver spreekt ook over de onbekeerden die aan de tafel des Heeien komen. Die hinderden hem niet zoozeer, al had zij ze ook liever niet aan 's Heeren disch.

Maar zij verderven de tafel des Heeren niet; doch de geloovigen. die onwaardig aangaan, die doen het, en de zoodanige zijn er biniien en buiten de landskerk. „Sedert ik deze positie tegenover het Avondmaal, heb ik met waren innerlijken zegen ook in de kerk aan het Avondmaal deelgenomen." En ten slotte betuigt de schrijver, dat er vele waarlijk gcloovige predikanten in de landskerk zijn, die al zijn zijniet te rekenen tot de gemeenschappen, het leven uit God kennen.

Men ziet uit dit alles, dat er in de kringen der „Gemeinschaften" geworsteld wordt over de vraag of men al dan niet de landskerk mag verlaten.

Dat er nog een weg is, om zonder te breken met de kerk der vaderen, toch naar Gods Woord te handelen en te reformeeren, schijnt hun niet duidelijk. Dat het standpunt: te blijven in de landskerk en op den duur zijn geestelijk voedsel in de „Gemeinschaften" te zoeken, dubbelzinnig is, kan men niet inzien. Toch is het een verblijdend verschijnsel dat men op die plaatsen waar het Evangelie niet verkondigd wordt door de predikanten der landskerk, door het stichten van „Gemeinschaften" in dit gebrek voorziet en dat er behoefte blijkt te bestaan aan aaneensluiting bij hen die met den toestand der landskerk geen vrede hebben.

Frankrijk, De Fransehe Senaat heeft de uitvoering van de wet op scheiding van kerk en staat een weinig verzacht. Wij deelden in der tijd mede, dat tofen de Fransehe rechtbanken beslisten, over gelden die aan Roomsche kerken waren gelegateerd, om daarvoor zielmissen voor overledenen te laten lezen — er in der haast een we'sontwerp bij de Kamer van afgevaardigden werd ingediend, om het mogelijk te maken, dat ook die gelden aan den Staat zouden vervallen. De Kamer nam het wetsontwerp aan. Bij den Senaat kwam hierop een verzoekschrift, van vele voorname Protestanten in, welke dit lichaam verzochten bet wetsontwerp af te stemmen, daarbij herinnerende aan het onrecht, dat hunnen voorvaderen aangedaan was bij de herroeping van het edict van Nantes, Het schijnt, dat dit op den Senaat gewerkt heeft. De wet werd aiihans in diea zin gewijzigd, dat de voor zielmissen bestemde gelden zullen worden afgestaan aan vereenigingen van oude priesters, die daarom zullen vragen. Wanneer binnen 18 maanden geea aanvraag van die vereenigingen is ingekomen, dan vervallen de gelden toch aan den Staat, het departement of de gemeenten. Bedoelde oude priesters zullen dus een pensioentje uit de voor andere doel einden bestemde fondsen ontvangen, als zij daarom vragen.

Het is te voorzien hoe de dingen nu verder zullen loopen. De beginselvaste oude geestelijken zullen geen gebruik maken van de gelegenneid om op die manier hunne iokoossten te vermeerderen. En de regeering zal hierop zeggen: „Ziet ge wel, de Roomsche kerk wil van geen verzoening of van toenadering weten." Ea zoo zal de strijd met vernieuwde verbittering voortgezet worden.

Rusland. Conscientievrijheid.

De Russische regeering heeft aan de Doama ook voorstellen gedaan tot afschaffing van wettelijke bepalingen, die politieke en burgerlijke rechten beperken in verband met het belijden van de een of andere religie. Daaruit blijkt, dat de Joden voorshands hunne positie in het Czarenrijk niet noemenswaard zullen zienverbe teren. Immers de minister van bianenlacdsche iaken is van oordeel, dat de speciile wetgeving voor de Joden niet alleen gegeven is op grond van dalgene wat daze belijden, maar ook ter oorzake van hunne nationale eigenaardigheid, die hen als een groep van vreemden stam doet kennen, welke, onafisankelijk van de religie, onder bijzondere bepalingen gesteld is, — Datzelfde geldt ook voor de Polen en Jezuïeten.

De bepaling, dat zij dis niet tot de Grieksche staatskerk behooren, geen kinderen mogen aannemen, die tot de Grieksche kerk behooren, en dat de voogden van minderjarige Grieksche kinderen tot de Grieksche kerk moeten behooren, dient volgens den minister opgeheven te worden.

Ook behooren te vervallen de bepalingen, die het consistorium der Lu.hersch keik verplchten, aan den minister van binnenlandsche zaken kennis te geven van geschriften, weike da leerstukken der Luthersche kerk in e^n smadelijk daglicht plaatsen, en die dat lichaaia verplichten de hulp der Overheid in te roepen tegen het misbruik door 'middel van huisgodsdienstoefeningen of door . andere private samenkomsten, en welke dat bestuur opleggen om den minister van binnenlandsche zaken de namen op te geven van die jongelieden, welke na hun 18de levensjaar niet geconfirmeerd werden.

Nog zij vermeld dat baron Rosen, lid van de Doema voor Lijfland, aan de commissie voor confessioneele aangelegenheden voorgedragen heeft, eene wet uit te vaardigen omtrent het veranderen van religie. Dsze afgevaardigde wil dat in Rusland o, a. de volgende bepalingen gelden zullen:

I. Ieder die 17 jiar oud is, heeft het recht om tot eene andere kerk, dan waarin hij geboren is, over te gaan, zonder dat hij daarbij ien-ands toestemming behoeft.

2. Personen van 14—17 jaar kunnen op hun eigen wensch, met toestemming hunner ouders of voogden, tot eene andere kerk overgaan.

3. Kinderen onder de 14 jaar kunnen door hunne ouders tot eene andere kerk gebracht worden,

4. Met het overgaan houden alle rechten en verplichtingen tegenover de kerk die men vaarwel zeide, op; ooit de rechten en verplichtingen der kerk tegenover de uitgetredeaen zijn daardoor vervallen. Kerkrechtelijke bepalingen van kerkbesturen behouden hare kracht, voor zoover deze geen verplichtingen confessioneelen aard zijn,

5. Alle overgangen, die na het manifest van 17 April 1905 plaats grepen, zijn als wettig te beschouwen, en alle aanklachten die daarover zijn gedaan, moeten als vervallen beschouwd worden.

Men ziet uit dit artikel, en uit die welke wij te voren over ditzelfde artikel schreven, dat het in Rusland heel wat in heeft, voordat de belofte van den Czaar, dat in Rusland volledige conscientievrijheid heerschen zal, verviild is. Het systeem van dwang is in de wetgeving en in het leven van het Russische volk zoo ingeworteld, dat het niet met één slag op zij gesteld kan worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's