Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Onze Medestrijders.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Onze Medestrijders.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En aan Appia, de geliefde, en aan Archippus, onzen medestrijder, en aan de gemeente, die te uwen huize is. Philemon vs. 2.

Schier in elke levensverhouding spiegelt lich het beeld van ons leven in Jezus af, en Jezus zelf heeft door zijn gelijkenissen hier telkens op gewezen. Nu eens is, wie Jezus toebehoort, als een visscher die zijn net uitwerpt; dan als een landman die zijn akker bebouwt; dan weer als een herder die de kudde uitleidt; weer een ander maal als een koopman in parelen, als een huis* moeder die met het zuurdeesem het deeg bereidt, of als een huisvader die over den terugkeer van een verloren kind jubelt. Altoos het reëele leven met al de vormen waarin dit leven zich uit, en in die vormen an het leven het spiegelbeeld van wat 't ouder ons moet zijn.

Zoo heeft zelfs het soldatenleven, voor wie in Jezus is ingelijfd, zijn spiegelbeeld dat verwijt of zegent, al naar 't in uw Ciiristeiijke practtjk staat. Of wees Jezus f niet op den mystieken band, die in de Irijgstucht het streng bevelen en het stipt ehoorzamen tot zoo wondere macht maakt, oen hij van dien Romeinschen kapitein tot ijn jongeren zei: „Voorwaar zeg ik u, ik ieb zelfs in Israel zoo groot geloof niet evonden." De krijgstucht beeld van de eloofstucht. Christus ons beheerschend en ebiedend, en wij, als op commando, ter tond doende wat hij gebiedt, al zou het m Jezus wil met ons in den dood gaan, odals met den soldaat op 't oorlogsveld. n gelijk nu de krijgstucht een zedelijke acht is, die aan alle aarzeling onmiddellijk iet zwijgen oplegt en heldengeestdrift weekt, zoo is die geloofstucht een eestelijke factor om ons Christenen eens oo sterk en dapper te maken, als we zoner die straffe, gestrenge geloofstucht zijn ouden.

Ge weet hoe de apostel dat Christelijke piegelbeeld in het soldatenleven weer op ijn manier uitwerkt door te wijzen op de apening van den soldaat, op zijn gereedeid om 't zwaard te trekken, en op zijn ltoos klaar staan om op 't eerste signaal it te trekken. Ge kent de breede teekeing van den soldaat op wacht in oorlogsijd: Staat dan, uw lenden omgord hebende, en aangedaan hebbende het borstapen, en de voeten geschoeid, het schild es geloofs aan uw arm, met den helm der aligheid het hoofd gedekt, en aan den ordel het zwaard des Geestes, 't welk is ods Woord.

la meer trekken spreekt zoo het krijgsven, met name ook in de Kameraadschap, en Christen toe.

Dat toch ligt er in, als de apostel meer an eens een man als Epafroditus of Arhippus zijn medestrijder (Philipp. 2:25 en hilémon vs. , 2) noemt. „Medestrijder", at is de krijgsmakker, dat is de kameraad net wien men saam bij eenzelfde leger, oner eenzelfden veldheer dient. Nu niet geomen btj een miiitietroep in garnizoensienst, maar bij een leger zooals het iomeinsche, dat altoos in het veld voor en vijand stond, of als een leger van apoleon, dat nauwelijks uit den éénen eldslag kwam, om tot nieuw gevecht op trekken.

Een veldheer, een vgand, een telkens ieuw opkomend levensgevaar. Een vaandel f banier allen heilig, en voor die banier aam strijdend op leven en dood,

En daarom een sympathie, een gemeenchapsgevoel, een besef van saamhoorigheid n kameraadschap ontwikkeld, dat twee ^Ppere mannen, die onder zulk een vaandel iienen, soms inniger dan broeders pleegt «vereenen.

Het is dit alles, wat in dat ééne woord 5n onzen medestrijder ligt.

Ook het Christelijk leven is één nooit ustende strijd, waarin we onder onzen eenien Veldheer Christus, met de kruisbanier whoog optrekken; en zal dit een optrekken "• victorie zijn, dan moet ook in deze urbende van Christus één warm gevoel ^ heilige kameraadschap alle strijders aam verbinden. De krijgstucht van omhoog de heilige kameraadschap onder elkander. één staan voor den ander. En dan saam ptrekken, niet als streden we elk op eigen eltgenheid, maar als saam medestrijders eenzelfden veldslag voor de eere van onzen oning, aan wien éen eed van trouw ons 'am verbindt.

Naemt nu de strijd voor Christus een '^^r openlijk karakter aan, zoodat smaad en druk en vervolging allen saam bedreigt, dan voelen de mannen en vrouwen, die Jezus toebehooren, dit vanzelf even sterk. En schoon is het getuigenis der historie, in wat innig broederlijk verband de Christenen saam den boozen aanval weerstonden. Dan had men alles voor elkander over. Men verkwikte zich in eikaars ontmoeting. Het hart ging open. Een heilige geestdrift had allen saam aangegrepen. Men was één van hart en één van ziel. Waar 't kon, kwam de éen den ander te hulp. Men nam 't voor elkaar op. Men sloot zich nauw aan elkaar aan. Men verblijdde zich in eikaars glorie. Naijver was buitengesloten, of 't moest zijn een heilige naijver, wie 't eerst voor den ander in de bres zou springen.

Het is dit warme gevoel van kameraadschappelijke, heilige saamhoorigheid, dat ons toespreekt uit de Apostolische brieven, en dat ruischte in het martelaarsbloed, dat in de eerste eeuwen vergoten werd. Uit de martelaarsboeken der Reformatie spreekt het ons even warm toe. En zelfs bij de vervolging op kleiner schaal, waaraan de getrouwen des Heeren in later eeuwen bloot stonden, blijkt telkens, dat er geen gemeenschappelijk gevaar dreigen kon, of als medestrijders voor de zaak des Heeren voelde men zich innig verbonden en vereend. Dagen zoo schoon, dat men ze bijna zou terugbegeeren!

Maar dan luwt het weer met dien openlijken strijd, en gaat de strijd van Christus wel door, maar neemt een ander karakter aan. Geen vervolging meer, maar stille verdringing; geen verdrukking meer, maar stille achteruitzetting. Het wordt een strijd der geesten, een strijd in het burgerlijk saamleven, een worsteling om de eere van Christus' 'naam in het volksleven. Een strijd niet minder scherp, maar niet zoo fel naar buiten uitbrekend. Een rusteloos manoeuvreeren om het behoud van zijn pcsitie.

En juist omdat de vervolging dan ont breekt, raakt het verband los, kent men elkaar niet meer, maar gaat ieder zijn eigen weg, verkoopt ieder zijn eigen wijsheid. En niet lang duurt 't meer, of men raakt onderling aan 't harrewarren. Afgunst en zucht om zijn eigen zin door te zetten, sluipen in. Alle gevoel van saam medestrijders in één heilige zaak te zijn, stompt af. En het einde is, dat men maar al te vaak zijn scherpste pijlen tégen elkander keert, in stee van saam in heilige geestdrift onder de banier des Kruises tegen den gemeerschappelijken vijand op te trekken.

Verwonderen nu kan dit niet.

We dragen het heilige in aardsche vaten, en zoodra geen forsche klem van buiten ons meer saambindt, komt uit onze ongelijkheid van aanleg en inzicht, komt uit het verschil van toestanden, en komt uit zondige betweterij en persoonlijken naijver, terstond de gedeeldheid van overtuiging op. De één ziet het anders in dan de ander. Ieder gaat strijden voor zijn eigen opinie. Wat onder de vervolging één was, gaat zich splitsen en deelen in groepen en partijen. Men acht niet anders te mogen of te kunnen. Daarin gaat dan 't zondige eigen ik woelen, waardoor de strijd der meeningen vergiftigd wordt. En het eind is, dat men alle broederlijke liefde uitbant, en met een hitte van hartstocht, die maar al te vaak goddeloos wordt, zich tegen elkander verbittert en elkander vereet.

Met Petrus en Paulus te Antiochie begon dit reeds. Zijn leven lang is Paulus door de Joodschgezinde leiders bespat en gehavend. De zeven brieven in de Openbaringen getuigen van allerlei boos insluipsel. Te Corinthe waren reeds vier partijen aan het opkomen. Niet anders is het later tusschen Luther, " Calvijn en Menno gegaan. En wie de onzalige moeite nam om ook in onze dagen saam te lezen, wat mannen, die toch allen betuigen voor Christus te ijveren, tegen elkander gesproken en geschreven hebben, zou zich pijnlijk geërgerd gevoelen door zoo overloopende maat van 't venijn der bitterheden, door den éénen strijder voor Christus tegen zijn broeder in Christus gemengd.

En al verklaart zich dit nu uit de ontstentenis van openbare vervolging, uit verschil van inzicht en uit zondige woeling, het mag daarom niet onbestraft blijven.

Het mag onder Christenen zoo niet. Het ontwijdt de heilige banier waaronder we optrekken. De vijand geniet er in en groeit er in. En het breekt onze gemeenschappelijke kracht.

Er wordt een zondige, giftige atmosfeer door geschapen, die het heilige terugdringt. Het is een vergrijp tegen de broederlijke liefde. Het is een smaad voor den naam van Christus. Het is zonde voor God.

In een iegelijk die voor Christus strijdt, heeft elk onzer een medestrijder te eeren, en om dit elkander mogelijk te maken moet steeds meer uitkomen, dat de strijd voor Christus ons hoofdzaak is, bij ons op den voorgrond staat, en dat dientengevolge de gemeenschappelijke vijand zich tegen ons keert. Kameraadschap met den vijand gepaard met hatelijkheid tegen den broeder, is, den eisch van dezen heiligen strijd rechtdraads omkeeren in zijn tegendeel.

En nu helpt het wel niet, of ge den man die u tergt, aftakelt en onder het medegejuich van den vijand aan de kaak stelt, dit op het hart wilt binden. Zulk-een is voor uw woord van ernst ongenaakbaar geworden.

Maar wat ge wel kunt doen, is, zelf in eiken strijder voor Christus een medestrijder eeren. Hier vooral kwaad met goed vergelden. Wat prikkelen zou, zwijgen. Wat het u ook kost, liefde voot dtnmedestrijder in uw eigen hart aan te kweeken. En hem alzoo voorgaan in wat de broederlijke liefde eischt.

Hierin kunt ge een zedelijke macht laten werken. God kan die zegenen. En wie weet, of in 't eind uw broeder, die zichzelf vergat, niet ook in u weer den medestrijder voor Christus zal gaan eeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1908

De Heraut | 2 Pagina's

„Onze Medestrijders.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 september 1908

De Heraut | 2 Pagina's