Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog altijd gaat de legende rond, alsof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog altijd gaat de legende rond, alsof

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog altijd gaat de legende rond, alsof het socialisme niet vijandig zou staan tegenover de Christelijke religie.

Godsdienst is immers volgens het program der socialistische partij privaat-zaak. Wat ieder gelooven wil, moet hij voor zich zelf weten, als hij maar mee den strijd aanbindt tegen het kapitalisme.

Het is daarom wel eens goed, uit den mond van een der leidslieden der socialisten te hooren, in welken zin deze leuze bedoeld wordt.

Kari Mann heeft in het Oostenrijksch socialistische tijdschrift Der Kampf een artikel geschreven over proletariaat en godsdienst, ivaaruit het Volk het volgende mededeelt:

Een artikel onder dat opschrift in het Oostenrijksche socialistisch tijdschrift Der Kamp/\é.dx Karl Mann in met de opmerking, dat het een vergissing is te meenen, dat in de volksmassa gedachtenwijzigingen evenzoo door argumenten tot stand komen, als dit onder intellectueelen het geval is. De kleinburgerlijke of proletarische vrijdenker steunt zijn bestrijding van den gods dienst op argumenten (bijv. de onmogelijkheid der onbevlekte ontvangenis van Jezus door Maria), die onzen grootvaders even goed bekend waren. „Het is niet zoo, dat onrijpe kennis door rijpere overwonnen is, maar het oude geloof verdwijnt, wijl de wil om te gelooven verlamt., .. In het ewustzijn van het individu wordt de godsdienst atuurlijk altijd slechts overwonnen door argu enten, die rechtstreeks tegen zijne geloofsrtikelen gericht zijn; het feit echter van het pduiken dezer argumenten en het feit dat zij e kracht hebben om de heiligdommen der aderen te vernielen, is een der verschijnselen an het groote proces van het wankelen van lle oude gezag, van de losmaking der indiviuen uit de oude gemeenschappen." De econoische ontwikkeling is de drijfveer.

Van dit proces, gelijk het in het moderne roletariaat werkt, zegt de schrijver dan het volgende:

De eerste trap van dit ontwikkelingsproces kunnen wij waarnemen, als wij de landarbeiders van een hoogkapitalistisch land, de in de dorpen en kleine steden verspreide kleinburgers en thuisarbeiders, de in de kleine industrieplaatsen wonende arbeiders beschouwen, of ook de zich pas uit de kleine burgerij losmakende of pas van het platteland naar de steden gekomen industrie-arbeiders, vooral ook de vrouwen. Al deze proletarische kringen hebben zich nog niet losgemaakt van de kleinburgerlijke en boersche overlevering, zijn dus ook nog niet uit de godsdienstige gemeenschap getreden. Zij willen de heilmiddelen der kerk bij de groote gebeurte nissen van hun leven niet ontberen. Aanvallen op het geloof hunner kindsheid kwetsen hen. Het verwijt van ongeloovigheid is n' g altijd het krachtigste wapen onzer vijanden in den strijd om deze arbeiderskringen. Dat ook zij reeds aangetast zijn door het ontwikkelingsproces dat de religieuze gemeenschappen ontbindt, openbaart zich niet in kritiek op deu godsdienst, maar in kritiek op het kerkelijk gexags verband van godsdienstig standpunt uit: zij stellen graag de leer van het evangelie tegenover de ontaarde kerk, zij vergelijken den armen timraerraaaszoon van Nasareth met rijke gi'ootwaardigheidsbekleedeis der kerk, zij voelen zich beter christen dan de priesters die met de fabrikanten en groote boeren tafelen. Voor den strijd tegen hst klerikalisme zijn ook deze proletarische kringen ontvankelijk, maar zij willen slechts de kerk als gezagsver band, niet het christendom als godsdienstige gemeenschap bestrijden. Zij ontkenen juist aan de godsdienstige ideologie hun argumenten tegen de kerk. Zij zijn het, die zoo graag van Jezus als van den „eersten socialist" hooren spreken.

Allengs maakt het proletariaat zich los uit de overgeleverde ideologie. Een zware, opwindende loonsttijd rukt de arbeiders uit de stilte van hun bestaan. Zij hebben in den strijd alle autoriteiten hunner wereld als hun tegenstanders, als de boudgenooten van den gebaten uitbuiter leeren kennen. Nu is voor hen alles in twijfel gesteld, wat zij tot dusver geloofd hadden. Aan alle overlevering, ook aan den godsdienst, waagt zich DU hun kritiek. De volkomen losmaking van het geloof hunner kindsheid is voor hen een bdangrijke innerlijke gebeurtenis, het resultaat van zwaren iuneriijken strijd. Zij verachten ieder die dit niet mee doorleefd heeft. Zij gevoelen de tegenstelling met de oude ideologie, die zij ia harden iuneriijken strijd overwinnen moesten, sterker dan de uiterlijke tegenstelling met de kapitalistenklasse en den klassenstaat. Zij zija niet maar alleen ongeloovig, maar zij haten het oude geloof, gelijk zoo vaak liefde in haat omslaat, eer het tot onverschilligheid kan worden. Dat zijn de kringen, die kritiek op den godsdienst nog liever hooren dan de kritiek op de kapitalistische voortbrengingswijze, die den strijd tegen het klerikalisme met grooter hartstocht voeren dan den strijd tegen den klassenstaat. Zij zijn het, die ons steeds meer ertoe zouden willen dringen om den strijd tegen het klerikalisme te doen omslaan in een strijd tegen den godsdienst, die in hartstochtelijken haat tegen het klerikalisme zich zelfs met de doods vijanden van het proletariaat zouden willen ver binden. Zij vormen ongetwijfeld een minderbeid in het proletariaat; maar hun invloed op het leven onzer partij is groot, wijl zij een in geestelijk en politiek opzicht veel levendiger kring vormen dan de nog religieus gebonden meerderheid der arbeidersklasse, en wijl zij derhalve ook in onze organisaties en onder onze vertrouwensmannen sterk vertegenwoordigd zijn.

Ds moeilijkheden die uit deze tegenstrijdigheid tusschen het algemeen belang der klasse en het bijzonder belang van een harer kringen, van een harer ontwikkelingstrappen ontstaan, kunnen niet overwonnen worden door redevoeïingen en artikelen over het wezen van het klerikalisme en zijn burgerlijke tegenstanders. De oei; wikkeling van"het proletariaat overwint ze zelve. In onze groote steden en industriestreken worden steeds talrijker de arfaeiderskringen, die hun jsugd reeds in een godsdienstloos huis doorgebracht hebben. Zij haten den overgeleverden godsdienst niet, omdat zij hem nooit waarsxhtig liefgehad hebben. In hun bewustzijn ligt niet meer de moeilijke bevrijding van eigen geloof, maar zij hebben hun opvoeding ontvangen in onze organisaties, in onze vakvereenigingen vooral. Hun belangstelling is gericht op economische en politieke oogmerken, Den strijd tegen het kapitalisme voeren zij als een deel van hunnen klassenstrijd. Zij twisten niet om meeningen, maar strijden om instellingen. Zij zijn wellicht pas een klein, maar zeker het rijpste deel van het proletariaat. Wat zij zijn, zullen de andere proletarische kringen worden.

„Godsdienst is privaatzaak." Deze zinsnede van oDs partijprogram vat niet alleen de ontwikkeÜDgslijn van het godsdienstig bewustzijn samen, spreekt niet slechts een eisch jegens den staat uit, maar bevat ook den hoogsten regel onzer taktiek. Ook wij moeten den godsdienst als privaatzaak behandelen en onze strijd tegen het klerikalisme is tegen instellingen, niet tegen godsdienstige opvattingen gericht. Deze houding beantwoordt aan de godsdienst-onverschilligheid, aan de overwegend politiek en economisch gerichte belangen der rijpste kringen van het proletariaat. Dit eischt onze strijd om de verovering van de proletarische kringen die nog niet van de overlevering los zijn en die zich pas geleidelijk uit de kleinburgerlijke en boersche opvattingen opwerken.

Ons dunkt, klaarder en duidelijker kan het niet gezegd worden.

De rijpste kringen van het proletariaat zijn aan het geloof ontworsteld. Ze zijn religieus indifferent. Zij haten den godsdienst niet, omdat ze hem nooit hebben liefgehad. Zij zijn godsdienstloos opgevoed.

Maar om de nog niet rijpe kringen van het proletariaat niet af te stooten, moet niet openlijk de strijd tegen den godsdienst worden aangevangen.

Godsdienst privaatzaak — is de beste tactiek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Nog altijd gaat de legende rond, alsof

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1908

De Heraut | 4 Pagina's