Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ia de toespraak, waarmede Prof. Lindeboom, de rector der Theologische School, de lessen opende, gaf hij aldus zijn oordeel weer over de besluiten der jongste Synode:

Gelijk gij weet, heeft in onzen rusttijd de Generale Synode van de G. K. in Nederland hare vergaderingen gehouden. Een en ander van hare besluiten heeft ook op deze School betrekking maar een echte beurt heeft de School dezen keer niet gehad; som practische redenen« stond zij in deze Synode op de plaats Ne.^atief. De beurt was nu aan de Vereeniging voor H. O. op Geref. Grondslag en de theologische faculteit van hare Universiteit. Bijna een derde van haar tijd en werk heeft de Synode besteed aan de vaststelling van een nieuw contract tusschen de Kerken en de Vereeniging voornoemd 1.2. de theol. faculteit; na de verwachte goedkeuring door de Vereeniging zal dat contract van stonde aan het oude vervangen. Dat contract op zichzelf gaat geheel buiten deze School om, en kan uit zijn aard en door zijn inhoud en strekking noch de theol. faculteit in een eigen inrichting der Kerken transformeeren, noch de eigen inrichting overbodig doen achten, óf haar in de schaduw stellen. Wel hebben blijkbaar leden der Synode bij hnn opmerkelijken ijver voor het recht en de vrijheid der Kerken i.z. de opleiding, gedacht aan mogelijke nader-bijelkaar-brenging van de Theol. School en de Theol. Faculteit der V. U. Dat is openbaar geworden in de laatste zitting, waarin aan de Curatoren der Theol. School opdracht is gegeven, met de Hoogleeraren te «verwegen, of het wenschelijk en doenlijk zij, de Theol. School te brengen ter plaatse waar de V. U. is gevestigd. Amsterdam is in die opdracht niet genoemd; 't is niet te doen om Amsterdam, of Kampen te gerieven of te ontrieven, maar om de Theol. School en de Theol. Faculteit dichter bij elkander te brengen, en dat gewis niet alleen in geografischen zin en maniere. Die opdracht heeft velen verbaasd, en is reeds aanleiding en reden van onrnst en van onrustig maken geworden; «vooral dit is zoo vreemd, dat de aanwezige Hoogleeraren der Theol. School verklaarden, geen bezwaar tegen die opdracht te hebben". Zoo gij het niet ongepast acht, het gaat hier toch over de ons allen dierbare Thèol. School, wil ik wel een enkel woord zeggen dat tot beter verstand van die opdracht kan dienen. Dat die opdracht weinig of niets heeft te beduiden, dat zij geen gewichtige gevolgen kan hebben voor de School, voor de V. U., voor de Kerken, dat zal ik niet beweren; niet wij maken de geschiedenis, maar de Heere onze God; niemand van de leden der Synode noch der Kerken kan zeggen, wat de toekomst zal baren; die alles weet en ook het lot van School en Kerken in Zijne hand houdt, is God, die alle dingen werkt naar den raad van Zijnen wil. Maar dit is m. i. wel duidelijk, dat die opdracht niets inhoudt dat reden geeft om te zeggen of te denken: nu gaat de School er toch aan. Staat er in die opdracht iets van, reeds meermalen tevergeefs beproefde, vereeniging der School met, of inlijving in de theol. feculteit der V. U. ? Volstrekt niet. Is dan aan de Curatoren de macht gegeven, de School te ver-Plaatsen, of althans een Generale Synode saam te roepen om over een voorstel tot verplaatsing te oor-«eelen? Niets daarvan. De Curatoren hebben zelfs g i i d «iet de macht ontvangen, met zulk een voorstel l±±, 'ZT°'^: ^^l.^rt.'%}°J^!t.^f}!'ul'^. voorstel kan alleen komen uit de Kerken in hare gewone vergaderingen ; en de Kerken zijn door die publieke opdracht nu reeds in de gelegenheid gesteld en geroepen, over deze voor School en Kerken en Vrije Universiteit inderdaad gewichtige zaak na te denken en saam te spreken. Indien de Curatoren en de Hoogleeraren, na rijpe overweging van al wat hiertoe behoort, zulke verplaatsing wenschelijk en doenlijk mochten achten, dan zijn zij geroepen, een gemotiveerd advies desaangaande aan de Kerken te zenden.

De Curatoren met de Hoogleeraren hebben dus eerst te overwegen, of zulke verplaatsing wenschelijk is, en daarna of zij doenlijk is. Tal van vragen en belangen zullen bij die overweging aan het woord komen. Vóór men over het al, ófniet, wenschelijke zal kunnen beginnen te oordeelen, ja zelfs te spreken, te denken, behoort allereerst (/zV helder en klaar te worden, wat het doel van de verplaatzing zou moeten zijn, en welk nut daarvan voor de Kerken, de Theol. School, en de Vrije Universiteit zou mogen worden verwacht. Wie gevoelt niet, dat hierbij al dadelijk deze even teedere als belangrijke vraag zich zal opdoen: of de Theol. School, om mij nu tot haar te bepalen, naar eisch én van broedertrouw, én van vroed beleid met het oog op het belang en op den vrede der Kerken, tegen gevaar van nieuwe krenking en schade kan en zal worden gevrijwaard, en een gebaand pad zal vinden om met de theol. faculteit der V. U, , elkander tot steun en den Kerken tot blijdschap en heil, ten zegen voor al de Faculteiten van wetenschap en al het volk des lands, tot wel geordende saamwerking te komen, voor de beoefening der theol. wetenschap en de opleiding tot den dienst des Woords door de wetenschappelijke studie der theologie en practische toebereiding. Mocht het Gode behagen, Curatoren en Hoogleeraren een weg te wijzen, waarop School en Faculteit aldus kunnen samengaan, wie die bidt om den vrede van Jeruzalem en de komst van Gods Rijk, zou zich niet dankend verheugen? 't Mag worden verwacht dat dan al de Kerken, en in de Kerken zoowel de bizondere voorstanders der Theol. School als die der V. U, blijmoedig zullen geven en werken, opdat hetgeen dan wenschelijk 'is gebleken, ook doenlijk worden moge. En mocht, althans vooreerst, die weg niet worden ontdekt, dan zou het toch reeds tot groote dankbaarheid stemmen, indien de overweging der zaak al vast deze vrucht mocht dragen, dat de, nu van rivaliteit en [animositeit immers niet geheel vrije, afstand tusschen Amsterdam en Kampen wierd ingekort, en van nu voortaan Jmeer wederzijdsche waardeering en wedijver in liefde tot God en Zijne Kerk mocht leiden tot gemeenschappelijk overleg voor en sterking van elkanders harten en handen in beider zoo veelomvattend en moeilijk werk ten dienste der Kerken.

Zij er daarom in de Gemeenten noch opgewonden verwachting, noch bange vrees maar wel veel gebed om het licht en de leiding des H. Geestes, allereerst voor de mannen, aan wie deze teedere opdracht is gegeven, en ook voor al de voorgangers en leden der gemeente, die voor deze belangen een liefdevol hart hebben en door verstand van zaken tot medespreken bevoegd zijn. Zij het oog van al het vilk dat den Heere vreest, over de menschen met hun verschillende inzichten en wenschen heen. op Hem, die aan de rechterhand Gods is gezeten, en voor Zijne Gemeente al den dag en al den nacht waakt en zorgt, en onder al de bewegelijkheid der bewegelijke dingen het onbewegelijk Koninkrijk ntvangen doet allen die in het geloof de genade vasthouden, door dewelke wij welbehageüjk Gode mogen dienen m«t eerbied en godvruchtigheid. ebr. 12 : 28.

Voor dit kalme, bezadigde en ernstige woord, waaruit de trekking der broederlijke liefde preekt, zijn wij Prof, Lindeboom dankbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 oktober 1908

De Heraut | 4 Pagina's