Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Frieslands Kerkblad schreef Ds, Rullman van Garijp een kostelijk woord over de beteekenis van de vrouw voor onze Universitaire kringen:

Ter gedachtenis.

Met mevrouw Rutgers toch stierf de laatst overgebleve van een drietal Gereformeerde vrouwen die vanaf het ontstaan der Vrije Universiteit met haar hebben meegeleefd en wier nagedachtenis aan de Vrije Universiteit nog lang in zegening zal zijn.

Ik bedoel mevrouw Hovy, mevrouw Kuyper en mevrouw Rutgers.

Van vóór de oprichting der Vrije Universiteit, nog vóór dat Dr. Kuyper en Dr. Rutgers te Amsterdam woonden, dagteekent de verpTichting, die de vrienden dezer stichting aan Mevr. Hovy hadden. Immers, reeds sedert het jaar 1877 was het ruime huis van den heer W. Hovy op de Nieuwe Hee rengracbt de plaats van samenkomst voor den broederkring, die plannen beraamde tot oprichting eener Vereeniging voor Hooger Onderwijs - op Gereformeerden Grondslag. En grooten dank is men verschuldigd aan de nagedachtenis van Mevr, Hovy, de edele christenvrouwe, die gedurende een reeks van dertig jaren altoos even gulhartig gasten ontving. En hoe liefelijken indruk maakte het dan, wanneer zij, als men gezamenlijk een psalmvers zong, zelve het gezang met orgelspel begeleidde.

Haar sterven heeft aan haar leven beantwoord. Midden uit haar huiselijken arbeid riep de Heere haar op. 's Middags had ze nog gewoon aan het middagmaal gezeten. Een paar uren later werd ze benauwd. Toen de benauwdheid eindelijk bedaarde, zei ze meteen: nu komt de Heere Jezus mij halen. En met een glimlach was ze de eeuwigheid ingegaan.

Mevrouw Kuyper stierf in 1899 op refs. Te Meiringen, in het Berner Oberland, ligt ze begraven. Ook aan haar werd veel verloren.

Aan de gelukkige omstandigheid dat ik, als student, nog een blauwen Maandag zooveel als senator ben geweest, heb ik het voorrecht te danken gehad, dat ik eenmaal den verjaardag van Mevrouw Kuyper — den laatsfen, dien zij beleefde! — mee mocht vieren.

Dit is ook de eenige keer geweest, dat ik Dr. Kuyper te midden van zijn huisgenooten heb gezien. Maar die ééne keer was genoeg om er een onuitwischbaren indruk van te kunnen meenemen.

Onvergetelijk toch blijft mij het gebed, waarmee Dr. Kuyper als huisvader het samenzijn besloot, een gebed van dank voor het bezit van de echtgenoote en moeder, die verjaarde.

Me dunkt, het is wel eens goed dergelijke dingen onder onze aandacht te brengen.

Juist bij een zoo sterk op den voorgrond tredende persoonlijkheid als van Dr. Kuyper mag immers niet vergeten worden de vrouwelijke persoonlijkeid, die op den achtergrond van zijn leven haar tillen invloed heeft uitgeoefend, al zal pas de eschiedschrijver kunnen naspeuren, van hoe vertrekkende beteekenis die invloed is geweest.

En datzelfde geldt ook bij Professor Rulgers.

Om maar iets te noemen: Ge weet, welk een eilige strijd er bij de Doleantie in Wons is evoerd. Daar zijn baldadigheden gepleegd, waar an de politie te pas moest komen. En toen Ds. rins er door Prof. Rutgers bevestigd werd, bevond ich onder de Kerkeraadsleden ook een Malchus, wiens oor nog niet eens geheeld was van den ntvangen houw.

Maar in zulke omstandigheden beteekende het an toch ook wat, dat Mevr. Rutgers haar echtenoot naar Friesland vergezelde, en, het gevaar rotseerende, tusschen de gewapende macht door, ee ter kerk ging en de bevestiging met de intrede ijwoonde.

Denk u eens in, dat Dr. Kuyper en Dr. Rutgers z chtgenooten hadden gehad, die weigerden de M maadheid met hen mede te dragen ja, die hen k eeleer tot beginselverzaking wilden verlokken, g oevfel bitterder nog zou dan voor deze mannen g et leven geweest zijn. En wat ligt er een genade o an God in, dat deze vrouwen den bitteren levenseker harer mannen met trouwe liefde verzoet t ebben.

Maar om terug te komen op Mevrouw Rutgers.

Zij droeg aan de Vrije Universiteit den eerenaam an »de moeder der studentene.

De studenten n.l, gingen, als zij raad en steun v oodig hadden, niet zoo spoedig naar Professor A uyper. Deze toch had het te druk, dan dat men b em met allerlei moeilijkheden van het studenteneven lastig had durven vallen. Maar bij Prof. n u gers klopte men nooit tevergeefs aan. En dan z ntving Mevr. Rotgers de studenten gaarne aan de d heetafel of aan den maaltijd. Zij bad een aange­ v oren tact om als gastvrouw op te treden.

Toch moet ge uit dit zeggen niet afleiden, dat i «rouw Rutgers bij voorkeur op feesten en parijtjes schitterde. Neen, want vóór alles was zij uis vrouw. Ook als gast vrouw bleef zij hui s-rouw: een degelijke huisvrouw, die haar uisgenooten met wijsheid bestierde. En juist omdat et bij Mevrouw Rutgers alles zoo huiselijk toe ing, voelden haar gasten zich bij haar thuis.

Er waren dan ook zeer dikwijls loge's ten huize an Professor Rutgers. En dat niet voor een paar agen, maar voor weken en maanden. Zoo heeft r. Scheurer, toen hij uit Indië kwam, er maandenang gelogeerd. En nog tijdens de laatste Generale ynode, toen Mevr. Rutgers reeds lijdende was, enoot Professor Lindeboom er logies

Noode onthoud ik mij om voorbeelden te noemen an stille liefdadigheid en den deftigen eenvoud an Mevrouw Rutgers.

Wat dit laatste betreft kan ik alleenniet nalaten p te merken, hoe deze echt aristocratische vrouw ok in haar kleeding een voorbeeld van stemmigeid was. Zij was niet een kapstok of pop, waar e mode haar versierselen aan ophangt. Neen, haar eischijning bewees, dat een echte vrouw weinig 1 itwendig versiersel noodig heeft. En die vele t rouwen en meisje uit onzen tijd, die meenen dat d e mooi zijn, wanneer ze zich optooien, zon ik wel Eebv p-Mevrouw Rutgers willen wijzen als een vooreeld, dat de ware schoonheid niet in het kleed, aar in de persoon der vrouw is gelegen.

»Welke vrouwen hebben die Christenen!* zoo W riep eenmaal de heiden Libanius uit vol bewondering voor de ingetogenheid en eerbaarheid der eerste Christenvrouwen.

Of hij thans nog zoo zou roepen, wanneer hij onze tegenwoordige Christenvrouwen zag?

Er is reden om het te betwijfelen.

Maar des te meer reden is er dan ook, om de nagedachtenis te zegenen van de drie ontslapen vrouwen, die ik bespreek. Zij gaven als aanzienlijke vrouwen in den Gereformeerden kring treffende voorbeelden van echte huisvrouwen.

Laten wij, laten inzonderheid onze vrouwen en meisjes, die voorbeelden in dankbare herinnering houden door het aankweeken van huiselijkheid.

En zoo bloeie onder ons het huiselijk leven met zijn huiselijken kring, zijn huiselijken maaltijd, zijn huiselijk gebed, zijn huiselijk gesprek, zijn huiselijke zorg en zijn huiselijke gastvrijheid.

De wereld biedt niets, dat daarmee te vergelijken is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 december 1908

De Heraut | 4 Pagina's