Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„In den beginne”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„In den beginne”.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In den beginne.

Gen. I: I, Joh. I: I.

„In den beginne" is de plechtige aanhef van eel de Schrift, en „Ia den beginne was het oord" is de ontsluiting van het Evangelie van ohannes, beidemalen terugwijzend naar het begin aller dingen, toen in den Sabbath der euwige ruste, door Scheppingsmacht, uit den aadslag van God Drieëenig, de eerste stoot itging dié het creatuurlijk leven tot aanzijn iep én in beweging zette.

In het creatuurlijk leven beweegt zich nog lles. Beweging is voor het creatuur het kenerk van het leven. Om u, in u beweegt 't zich al, voorzoover en zoolang 't leeft. Wordt e doorstrooming van het bloed door uw hart estuit, of stokt de uit-en inademing van lucht oor uw longen, dan houdt met de beweging et leven zelf in u 'op en trad de dood bij u in.

Die alken in den dood eindigende beweging is uw zijn in den tijd, en het is God zeJf die voor al wat creatuur is deze wet der rustelooze beweging heeft ingezet, en in die wet voor die beweging een vaste orde heeft bepaald.

Oe aarde beweegt zich om de zon, en de voleinding van zulk een loop om de zon geeft in ons aardsche leren het jaar. Onze aarde

wentelt zich om haar as, en die omwenteling geeft ons in 't etmaal den dag en den nacht. God laat de maan om de aarde loopen, en die korter omloop schept ons de maand. De verschillende standen tegenover de zon geren ons de vier jaargetijden, de vier standen van de maan tot onse aarde de nader door het heilig getal ingestelde weekiadeeling. £n al deze insnijdingen, en indeelingen, en splitsingen der tijden vormt niet gij, maar vormde de Heere uw God door de beweging die Hij in het leven om u heen heeft ingezet. Eren fija nog gaat die beweging, met haar insnijdingen, in n zelf voort. Uw polsslag toont u de beweging van het bloed door uw hart, uw uitademing het inzuigen en uitlaten van da lucht in uw longen. Zestig tot tachtig slagen van uw pols in de minuut, en zestien tot twintig inhalingen van adem in de zestig seconden. £n al naar uw stand in uw jaren is, gaat 't bij u van kind naar knaap, van knaap naar jongeling, van jongeling naar man, van man naar grijsaard. Tot in heel uw persoon één al doorgaande levensbeweging, die zich keer op keer in een geheel andere verschijning van uw persoon afbeeldt.

Tijd en eeuwigheid staan juist hierin en hierdoor tegen elkander over. In den Schepper eeuwige ruste en vandaar eeuwige Sabbath in het rijk der heerlijkheid; maar in het schepsel rustelooze beweging en daarom leeft het in den tijd.

Dat is niet door de zonde, maar is alzoo naar Scheppingsordinantie. De zonde maakt de Ijeweging tot onrust, doordien ze de van God gestelde beweging in uw leven verstoort, maar beweging in den tijd is en blijft hier uw levenswet.

In die beweging deelt ook het dierlijk creatuur, maar dit creatuur deelt in de beweging zonder het te willen. Het heeft er geen besef van, er geen inzicht in. Het leeft er in, maar leeft het niet meê.

Gij als mensch daarentegen leeft er niet slechts door en in, maar neemt 't op in uw bewustzijn, doorleeft 't met klaarder of min klaar besef. Ge geeft er u rekenschap van. £a gij kunt althans verstaan het woord Gods, dat ook in dien tijd, met zijn beweging en zijn insnijding en indeeling van beweging, over u komt.

Zoo ook nu. Nu er weer een jaar-insnijding plaats greep, nu voelt ge dit, nu zegt u dit iets, nu hebt ge daar weet van en rekent er mede.

En ook dat nieuwe jaar heeft een altoos plechtig: in den beginne, plechtig omdat uw God voor hem, en ook voor u, dat begin uitroept.

Eén Januari is een etmaal als andere dagen, en toch is het een dag die u anders aandoet, omdat het nieuw u geschonken jaar daarmee zijn dagenreeks inzet.

Als de wever zijn schering spant en de eerste inslag door de gespannen draden doet glijden, doet hij op zichzelf niet anders dan wat hij zal voortgaan te doen, tot het geweven stuk af is, en toch spant hij er zich geheel anders bij in. Immers hij weet, dat het goed slagen van heel 't stuk afhangt van de wijze waarop hij die schering opzet, en de eerste maal de spoel door de draden doet vliegen. Dat eerste opzetten bepaalt heel den verderen gang van het werk. Het is een begin, en alle begin heeft juist dit eigenaardige en dit bijzondere, dat het den verderen loop en gang beheerscht.

In den beginne was het Woord, en zooals dit Woord in den beginne was, zoo is door dit Woord alle ding geschapen. In den beginne schiep God den hemel en de aarde, en zooals God hemel en aarde in den beginne inzette, zoo zijn en blijven nog steede alle scheppingsordinantiën, ook voor u als mensch.

En dit nu plant zich voort in alle creatuurlijk leven. Ook in uw leven als mensch. Niet de man bepaalt hoe 't'kind was, maar het kmd maakt den man. £n zoo is er ook telkens in ons menschelijk leven een begin, een begin van een nieuwen weg, en al naar gelang ge bij dit begin uw koers kiest, uw weg neemt en het pad inslaat, zal uw loop, uw gang en uw voortgang zijn. Een Fransch spreekwoord zegt: Ce n'est que Ie premier pas qui coüte, wat zeggen wil: de kunst zit in den eersten stap. Staat ge voor een tweesprong, zooals alle begin dien weer brengt, dan hangt 't er maar van af, op welke van de twee wegen ge uw eersten stap zet. Daarbij moet nagedacht. Daarbij moet geraden. Daarbij moet overlegd. Maar hebt ge eenmaal gekozen, en voor u zelve bepaald; „Dien weg > sla ik in, " dan gaat 't verdere vanzelf. Stap voor stap. Soms gedachtenloos. De weg wijst zich dan vanzelf.

Aan het begin, aan het goede begin hangt het; maar is dit begin eenmaal goed gemaakt, dan zijn de twee punten er die uw rechte levenslijn bepalen, en beweegt ge u langs die nieuwe lijn met zekerheid eu vasten gang.

Een fout in het begin kan 't alles bederven.

Een begin goed ingezet, kan u op heel 't pad dat volgt, met zegen verzeilen.

Door ons telkens voor een nieuw begin te plaatsen, roept daarom uw God u even dikwijls tot levenskeuze op en tot al den levensernst, die in zulk een keuze zich uitspreekt.

We zijn voor ons leven persoonlijk verantwoordelijk. Ons leven kunnen we verspelen, kunnen we verzondigen, kunnen we bederven, en daarom plaatst God de H^ere u telkens voor een nieuw begin, om u die verantwoordelijkheid indachtig te maken, en n uwe hooge zedelijke lerensroeping te doen gedenken.

Zulk een begin nu kan u particulier aangaan, maar 't kan u ook met alle menscben gemeen zijn.

Particulier is er voor u een ure des begins bij het aanvaarden van een betrekking, bij het op u nemen van een levenstaak, bij het aangaan van een huwelijk, bij het ontvangen van een kindeke, waarover ge vader of moeder zult zijn, bij den terugkeer van uw geboortedag, bij een jubilee dat ge vieren mocht, bij een erfenis die u toekomt, bij een weduwstaat dien ge intreedt, bij het verhuizen naar een andere woonplaats, bij het geroepen worden tot een hoogere betrekking. Dit alles zijn insnijdingen in uw particuliere leven, insnijdingen die alle een nieuw: in den beginne op uw levensweg plaatsen, en waarbij van den eersten inzet schier heel uw toekomst afhangt.

Maar nu afgezien van dit particuliere, is er ook zulk een; in den beginne, dat ge met allen gemeen hebt, en dit is de stem die ook van het nieuwe jaar uitgaat. God maakt ook die insnijding, God zelf is het, die door dit: inden begintie in uw levensweg insnijdt. £n daarom kan ook in dit: in den beginne maar al te veel van uw loop en gang, heel dit jaar door, afhangen.

Velen nu merken daarvan niets op. Hun is de Nieuwjaarsdag een vreugdedag, een dag van gelukwensch, en van blij inden in de toekomst. En verder denken 7, e niet.

Maar zoo doet de man van ernst, doet wie voor God leeft, en bedenkt dat zijn God die jaarwisseling over hem brengt, niet.

Wie nabij zijn God leeft, voelt, dat er iets ook met hem gebeurt, en dat het zijn God is, die hem oproept, om bij het zetten van den eersten stap op den nieuwen weg tot zich zeli in te keeren, en zich opnieuw rekenschap te geven van den weg waarop hij wandelt. Hij overziet zijn levensgang, denkt in of zijn weg ook atdoolde. Hij geeft zich rekenschap van de verhoudingen, waarin hij tot zijn gezin, tot zijn vrienden, tot zijn kerk, tot zijn beroep, tot zijn vaderland staat. Er kan, er moet nu eennieuw begin zijn. £n met al den ernst die een Christenmensch betaamt, spant hij zich in, om bij dat nieuw begin zijn eersten stap zóó te zetten, dat het zijn toekomst niet bederft, maar verheldert en opklaart.

En dan denkt hjj. 't in, dat dit nieuwe jaar zijn laatste jaar kan zijn; dat ditmaal in het begin het einde kan besloten liggen, en zijn God bidt hij 't licht en de wijsheid af, om 't in den beginne zóó te verstaan, dat, kwam straks het einde, dit einde hem niet van zijn God scheiden, maar voor eeuwig bij zijn God brengen moge.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's

„In den beginne”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 januari 1909

De Heraut | 4 Pagina's