Vereenigingsleven.

NED. CHRISTEN-STUDENTEN- VEREENIGING.

I.

Voor ons ligt een bc skje over de bovenstaande vereeniging van de hand van den heer H. C. Rutgers, die de kunst verslaat, de stof, die hij heeft te behandelen, zoo te rangschikken en te verdeelen, dat men zonder eenige moeite een juist overzicht krijgt van al wat bet onderwerp in quaestie aangaat.

Aan dat zoo prettig geschreven werkje, — hetwelk bovendien nog het voordeel heeft, dat het, in tegenstelling met zoovele, ja met verre weg de meeste verslagen van vereenigingen, technisch uitgevoerd is op eene wijze die rekening houdt met de strengste eischen, ook wat aangaat de hygiëne van het oog — ontkenen we hieronder het een en ander, dat dienen kan om de genoemde vereeniging beter bekend te maken.

De oorsprong van de " geheele Christen stu­ h dentenbeweging ligt op Angelsaksischen bodem h en is ten nauwste verbonden met een beweging hhWv ten bate der uitwendige zending. Inzonderheid in Noord-Amerika zijn deze beide steeds samengegaan, zooals uit de historie blijkt, en men kan veilig zeggen, dat studenten-en zendingsbeweging van den aanvang af bijeenhooren.

Evenwel, niettegenstaande de eerste beginselen der beweging te zoeken zijn vóór in het begin der 192 eeuw, kwam het nog in langen tijd niet tot eenige organisatie van Christen studenten vereenigicgen. In Amerika vinden we haar eerst in 1858, en in 1877 ontstond daar de eerste interacademiale vereeniging, die toen 26 vereenigingen met 1300 leden telde, maar thans 749 afdeelingen heeft met 57, 261 leden, opeen totaalcijfer van 185, 000 studenten in de inrich tingen van Hooger Onderwijs, waar afdeelingen zijn.

Deze beweging in Amerika, waar in 1893 de eerste groote studenten-zendingsconferentie (te Cleveland) werd gehouden, werkte krachtig in op het ontstaan en de ontwikkeling van de studentenbeweging in Engeland.

Hier dateert het begin uit het jaar 1884. In dat jaar zou een zevental studenten van Cambridge in dienst der zending uitgaan, maar besloot, vóór het vertrek naar het zendingsveld de verschillende Britsche Universiteiten te" bezoeken, en aan de studenten de nooden der heidenwereld voor te leggen. Haar vasten vorm kreeg de beweging echter eerst in 1892, en nog meer bepaaldelijk steeg haar beteekenis in 1896, toen, een krachtig en bezielend leider gevonden zijnde, een groote internationale studentenzendingsconferentie te Liverpool bijeenkwam, g wat tevens de directe aanleiding was tot de oprichting van de Nederlandsche Christen­ a studenten Vereeniging.

Daar er van den aanvang af contact was geweest tusschen de verschillende landen, kon men in de landen, waar de beweging eerst later opkwam, winste doen met de elders verkregen ervaring. Wel , kon b.v. ons land er op bogen, een der oudste Christen studenten-vereenigingen gehad te hebben in het Utrechtsch Studenten-Zendinggezelschap „Eltheto", dat reeds in 1876 werd opgericht, maar tot een interacademiale vereeniging was het nog niet gekomen.

Vooral in 1895 deed zich de behoefte aan lïneeasluiting dringend gevoelen bij vele studenten, maar zij kwam eerst tot stand, toen de uitnoodiging tot de Liverpool-conferentie mondeling werd overgebracht en bij die gelegenheid de aaneensluiting zoekende studenten op ongc-zochte wijze met elkaar in aanraking werden g gebracht.

Zij, die deze conferentie bijwoonden, lieten, d teruggekeerd in Nederland, geen tijd meer verloren gaan, maar sloegen de hand aan den ploeg, zoodat weldra de meer-benoemde vereeniging werd opgericht, eerst als een vereeniging van personen, om kort daarop, met het oog op opneming in de wereldfederatie, in een vereeniging van vereenigingen te worden omgezet. De plaatselijke vereenigingen waren die van Gro ningen, Kampen, Utrecht, Amsterdam (Stedelijke en Vrije Universiteit), Leiden en Delft.

Aanvankelijk aanvaardde men als uitdrukking van den grondslag de formule van de Engelschen en Amerikanen, dat de vereeniging zou vormen den band „tusschen de studenten, die gelooven in Jezus Christus als Zoon van God en eenig Verlosser der wereld". Maar op den duur stelde men zich daarmede toch niet tevreden en meende men tot grondslag te moeten kiezen de Apostolische Geloofsbelijdenis.

Het doel, waartoe men zich vereenigde, werd aldus omschreven, dat men beoogde:

a. elkander op te bouwen in het geloof;

b. zoowel door wetenschappelijke als door andere vereenigingen onder studenten een actieve belangstel, ing te bevorderen in de zaak des Heeren op elk gebied, zoowel in ons vaderland als daarbuiten;

c. in de studentenwereld te getuigen van Jezus Christus; en door het organiseeren van jongenskampementen als anderszins, reeds onder aanstaande studenten belangstelling voor haar doel te wekken.

Door allerlei omstandigheden ging kort na de oprichting gedurende eenige jaren het ledental gestadig achteruit, maar sedert een zestal jaren is het weder geregeld stijgende. Verleden jaar bedroeg het 377.

Dit cijfer is zeker niet hoog, als men het stelt naast het totaalcijfer van de Nederlandsche studenten, zijnde (naar de gegevens van 1908) 5685, aldus verdeeld: Groningen 462, Kampen 23, Wagenicgen ± 100, Utrecht 1171, Amsterdam 1054, Vrije Universiteit 159, Leiden 1488 en Delfc 1228.

Men moet echter bedenken, dat er behalve de N. C. S, V. nog eenige Gereformeerde studentenyereenigingen bestaan, die, de studenten der Vrije Universiteit meegeteld, ongeveer 262 leden hebben, waarvan er slechts 75 tevens lid der N. O. S. V. zijn.

De vijf vereenigingen van Roomsch Katholieke studenten tellen samen ruim 350 leden. Als een bijzonderheid — terecht noemt hij het een verblijdend verschijnsel — vermeldt de heer Rutgers, dat in tegenstelling met vroeger, toen de theologen de overgroote meerderheid vormden, thans het aantal niet-theologen aanzienlijk hooger is.

Over 1908 waren de cijfers de volgende: Theologie rgö. Rechten 59, Letteren 27, Medicijnen 57, Wis-en Natuurkunde 34; Technici 37 en Landbouw 7; zoodat in het afgeloopen jaar het aantal theologen door dat der niet theologen met 65 overtroffen werd.

Deze vooruitgang getuigt inderdaad van een tot dankbaarheid stemmende wijziging in de opvatting der studeerenden aangaande de alles omvattende stsekking van het Christelijk beginsel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen