Ieestafel.

I. ULRICH Yissyi^'R Jongelingen uit de Heilige Schrift. Uit het Duiisch vertaald door Ds. J. BüSCH te GENDEREN. Met een inleidend woord van den Bonds-Voorzitter Ds. J E. Vonkenberg. Uitgave van de Vereeniging DE GEREFORMEERDE JONGELINGSBOND.

Een boek over jongelingen voor jongelingen. Een boek, waar«in Ds. VONKENBERG, de ijverige en bekwame voorzitter van den gereformeerden jongelingsbond, schrijft, dat toen hij het voor het eerst in het oorspronkelijke las, terstond de wensch bij hem opkwam, dat het nog eens door vertaling voor onze Nederlandsche jongelingschap mocht worden leesbaar gemaakt.

Aan dien wensch is thans voldaan, en wel door Ds J. BOSCH te GENDERKN.

De vertaler heeft eer van zijn werk. De gedachten van df D Duitschen auteur heeft hij goed gevat en in zuiver HoUandseb weergegeveB. Om het boek meer aan onze toestanden te doea a saHKM^s^as*^ aanpasteo, mo«st hier en daar wat omgawerkt en dit heeft de bruikbaarheid er van voor on^g jongelingen zeker niet weinig vethoogd.

Zooals de titel juist aangeeft, wotdt in het boek gehandeld van jongehngen en niet \'i.nde jongelingen uit de Heilige S-hriff, want slechts Kain en Jbel, (^«318 iongelingen van Abraham Izaak en Ismacl, Jacob en Ezau, Jozef, Mozes Simson en Samuel, Saul, David en Salomo en de jongelingen te Babel worden van de jongelingen uit het Oude Testament behandeld, terwijl uit het Nieuwe alteen; De iongelmg, die zijns gelijke niet heeft, verder de jongeren van Jezus, de rijke jongeling, de jongeling van Nain de verloren Zoon, eindelijk Paulus, Timotheus en Onesimus worden besproken.

Het is een prettig geschreven boek dat, naat ik met Ds. VONKENBERG eens ben, in de manier van zeggen nu en dan herinnert aan SPURGEOK en FüNCKE. Een boek voor den gereformeerden jongeling van ónzen tijd. Daarbij, en dit is et wel de groote verdiens-e van, er gaat, zooals de geachte Bonds-Voorzitter in zijn inleidend woord terecht opmerkt, karaktervormende kracht van uit.

Vooral op onze jongelingsvereenigingen worde het gelezen en bestudeerd. Niet ongeschikt schijnt het mij toe, dat een der leden, telkens, uit wat > r van een bijbelschen jongeling in voorkomt een voordracht maakt voor zijn vereeniging. Met een goede 20 zulke voordrachten is men gereed. Dat zal dan de andere leden prikkelen om ook zelt het boek te lezen, en zoo komt het er in.

Maar ook voor wie buiten het vereenigingsleven onzer gereformeerde jongelingen staat, is het een boek, dat men voor zijn genoegen leest en waaruit men voor hoofd en hart kan leeten.

2. Christendom en Maatschappij onAer TtA).c\\t van DR. H. VISSCHEH en MR. P. A. DIEPENHORST. Prostitutie en Maatschappij door H. PIERSON. Serie i. Nummer 7. Uirecüt, G, J, A. Ruys, 1909,

Van het door ons publiek met zooveel iym. pathie ontvangen tijdschrift Christendom en Maatschappij, waarin, thans van protestantsche zijde, getracht wordt de gewichtige vraagstukken op sociaal gebied van Christelijk standpunt toe te lichten, verscheen, als No, 7, van Serie i, deze brochure over: Prostitutie en Maatschappij.

De redactie had uit heel ons land zeker niemand kunnen uitnoodigen die geschikter is om over dit onderwerp te schrijven, can Ds. PIERSON, Hij, de onveimoeide bestrijder van de ontucht, van de, door de Overheid, gereglementeerde ontucht; hij, de in het reddingswerk van de schuldige en ook onschuldige slachtoffers der prostitutie, op dit gebied der philantropische cultuur vergrijsde arbeider, toont zich ook in deze brochure de meester in het beheerschen van de prostitutie kwestie.

Geschreven in dien helderen en eleganten stijl welke een don van de PiERSONs is, begint dit geschrift met te herinneren aan de droeve gebeurtenis van het afstemmen — met 8549 stemmen tegen en 4068 voor — te GENE E op den 2 2 sten Maart 1896 van een voorstel tot opheffiog der publieke huizen aldaar, welk voorstel toen aan een volksstemming was onderworpen. Dit bedroevend resultaat was verkregen, doordat radicalen en socialisten zich met het conservatisme te GENÈVE hadden verbonden en de publieke opinie bewerkt hadden.

Drie jaren later, op het Congres der Federation abolitioniste in dat zelfde GENÈITK gehouden, zal de heer HUART uit PARIJS, zelf socialist, aan zijn partijgenooten dit opkomen voor de belangen der bordeelhouders, op het scherpst verwijten. En ook de heer PIERSON verwijt hier in zijn brochure, naar aanleiding èn van het gebeurde te GENÈVE in '96 èn van hun lauwheid over het algemeen op het stuk der bestrijding van de gewettigde ontucht, dat hun daden niet in overeenstemming zijn met hun woorden. „Maar", — gaat de geachte schrijver van Protestutie en Maatschappij dan voort, — niet alleen daar is lauwheid en tegenspraak met eigen denkbeelden te vinden. Ook in andere kringen der Maatschappij is óf onverschilligheid öf meestal stilzwijgende tegenstand aanwezig. De gedachte van een „noodzakelijk kwaad" zit menigeen nog in hart en nieren. Ook is de vrees, dat erger toestanden zullen geboren worden, voor velen een aanleiding om zich aan het eenmaal bestaande te houden".

Hij in wien deze gedachte nog vast zit; hij, die door deze vrees nog bevangen is, leze nu eens deze brochure,

3. H. W. LAMAN, Dienaar des Woords te Zierikzee, De Geschiedenissen der koningen van Juda en Israël. Middelburg A, D. LITTOOYAZ. 1908,

Een zonderling boek schijnt het u toe als gij het openslaat. Niets dan Bijbelwoorden onder opschriften gebracht. Doch als ge maar door leest, ziet ge wel waar het om gaat. En mocht u dit te larg duren, dan moet ge het Aanhangsel maar eens inzien. De schrijver, die, zeer bescneiden, eerst AèAr zelf aan het woord komt, zegt dan : Dit boekje bedoelt slechts te zijn een eenvoudig hulpmiddel bij het vertellen en bij de studie der bijbelsche geschiedenis. De geschiedenissen uit de boeken der Koningen en de Kronieken, benevens de historische stukken uit de Profeten, zijn saamgevoegd tot één verhaal, zooveel mogelijk met behoud van den voUedigen tekst. Het geheel is verdeeld in drie tijdvakken en in ieder tijdvak worden eerst de koningen van Juda, daarna die van Israël behandeld. Ook is de geschiedenis van eiken koning weer in paragrafen verdeeld, met duidelijk sprekend opschrift.

Een bruikbaar boek voor hen, die bij het vertellen der bijbelsche geschiedenis aan het tijdvak der koningen van Judea en Israal zijn toegekomen.

Misschien geeft de schrijver later nog eens een tweede deel met, bij iedere § van dit deel, de meest noodige historische en exegetische aanteekeningen.

Wat hij nil heeft gepoogd te geven is, niet minder maar ook niet meer, dan een concordans van Koningen en Kronieken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen