Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland. Uit Wales.

Dit jaar werd The National Free Church Council te Swansea in het Vorstendom Wales gehouden, eene organisatie waartoe alle vrije kerken van Engeland zijn toegetreden, waarbij deze haar belijdenis en al haar eigenaardigheden behouden, doch in zusterlijk verband treden met de kerken, welke niet tot de Anglicaansche staatskerk behooren. Het spreekt van zelf dat de Unitariërs, dat is die gemeenschap welke de Drieeênheid, loochent er geen deel van uitmaakt, ofschoon niet te ontkennen is, dat ook in de kerken welke bij den , , Council" aangesloten zijn, o, a. bij de Congregationalisten, Babtisten, Presbyterianen, heel wat predikanten en leden gevonden worden die met de Unitariërs accoord gaan.

De voorzitter van den „Council" deed in zijn openingswoord uitkomen, dat in het vorstendom de vrije kerken zich van lieverlede hebben uitgebreid, zoodat zij'nu het land ver vullen. De bevolkieg van Wales bedraagt iets meer dan twee millioen zielen. De kerkgebouwen van de staatskerk bevatten 460, 000 zitplaatsen; de vrije kerken (builen de kleinere kerkelijke gemeenschappen, die hare statistiek niet afzonderlijk voor Wales opmaakten), hebben i, 38r, 649 zitplaatsen, waaruit blijkt dat zij meer dan voldoende ruimte bevatten voor de geheele bevolking, De staatskerk heeft in Wales slechts 155, 964 leden, de vrije kerken 535, 880 leden, waarbij alleen de Baptisten, Congregationalisten, Calvinistische en Wesleyaansche Methodisten getpld zijn.

Het kan niet ontkend worden dat zich sedert den revival heel wat menschen van de gemeensc'nap der kerken hebben teruggetrokken. Inde laatste twee jaar was het getal dier teruggevallenen in de vier voornaamste kerken 20.350, Doch die kerken kregen door voormelde geestelijke beweging een 87.782 leden meer, zoodat de winst toch nog het aanzienlijk cijfer van 67.431 leden bedraagt. De inkomsten van de rijke Episcopaalsche kerk bedragen de enorme som van / 3, 360000; doch die der Congrega tionalisten en Calvinistische Methodisten zijn / 6, 240, 000; de Baptisten en Wesleyaansche Methodisten geven geen mededeelingen omtrent hunne inkomsten.

Ook deelde de voorzitter mede, dat de colleges tot opleiding van predikanten op de hoogte van öen tijd zijn, zoodat een man van de Staatskerk, Principal Harry Reichel, onlangs uitsprak: „Indien de dingen blijven gelijk zij zijn, dan is de tijd niet verre meer dat theologische geleerdheid, zelfs ten opsichte van de geschiedenis der kerk, niet gezocht moet worden in een pastorie der Staatskerk, maar in het huis van een predikant der Nonconformis'en"

Omtrent de beweging voor de „Disestablishment", dat is: de losmaking van de Episco paalsche kerk van Wales van de banden die haar aan den Staat verbinden, merkte de voor zitter op, dat het Lagerhuis op dit punt zeer hardhoorend is. Tot steun van de tegenwoordige regeering zond Wales naar het Lagerhuis vier en dertig afgevaardigden, waaronder leden der Staatskerk, Roomschen en leden der Vrije Kerken, die allen er voor zijn, dat de Episcopaalsche Kerk van Wales vrijgemaakt wordt, en toch deed de regeering nog geen stap in die richting.

Wij houden het er voor, dat de Engelsche reg^eering geen stappen in deze doen kon, om dat zij bij tusschentijdsche verkiezingen zooveel verliezen leed, en in haar pogingen om het drankverbruik te beperken en de schoolquaestie op te lossen, op zooveel tegenkanting bij het Hoogerhuis stuitte, dat zij het niet aandurft, ook het ingrijpende voorstel te doen om de Staatskerk van Wales vrij te maken.

Gebrek aan predi­ Noord Amerika. kanten.

Volgens de Luthersche Herald heeft men in de nieuwe wereld gebrek aan predikanten. Er komen meer plaatsen vacant dan jonge dienaren des Woords kunnen vervullen. Men geeft de schuld hiervan aan de Jongelingsvereenigingen. Deze hebben in vele gemeenten zulk een invloed, dat zij beslissen wie er tot predikant zal beroepen worden. De Jongelingsvereenigingen willen geen predikanten, die zekeren leeftijd hebben bereikt; zij moeten jonge mannen hebben. Daaruit spruit het voort, dat vele andere predikanten ledig aan de markt staan, die nog jaren lang in de • Kerken met zegen konden arbeiden. Hieruit vloeit een dubbele misstand voort. Vele predikanten zijn zonder gemeente, terwijl bet aantal leeraars, die in het ambt staan, geringer is dan dit behoort te zijn. En daarbij vinden ouders het bedenkelijk, om hunne begaafde zonen onder zulke omstandigheden in de Godgeleerdheid te laten studeeren.

Het Luthersche orgaan zegt, dat hiermede geen toestanden beschreven worden, die in de Luthersche Kerken der nieuwe wereld bestaan. Deze Kerken lijden niet aan het euvel van alleen jonge predikanten te willen hebben. Maar vooral onder de Presbyterianen is menige predikantplaats vacant, die men alleen door een jeugdige kracht wil bezet hebben.

Het komt ons voor, dat bovengenoemde oorzaak zeker medewerkt dat steeds minder jongelieden zich willen geven voor den dienst des Woords, doch de hoofdoorzaak ligt dieper. Volgens ons ligt deze hierin, dat velen van dit geslacht van den dienst van God afvallen. Terwijl door de Zending vele heidenen gewonnen worden, verliest in de gechristianiseerde landen de Kerk des Heeren terrein en daardoor wordt de lust om Gods Woord te bedienen, bij steeds minderen gevonden.

Rusland. Uit de Luthersche in Rusland, Kerk

Nadat de uitgaaf drie jaar gestaakt werd, verscheen in Januari van dit jaar weer het tijdschrift dat in 1838 door bisschop Ulmann opgericht werd, onder den titel van „Mededeelingen en berichten voor de Evangelische Kerk in Rusland." De predikant Hillner te Finkenhof bij Riga nam de redactie voor zijn rekening. De woedende stormen der revolutie deden de uitgaaf drie jaar lang staken. In November van het jaar rgoö werd de laatste redacteur, de predikant Taurit, in den ouderdom van 36 jaar voor zijn schrijftafel door de terroristen vermoord. Hieruit blijkt dus, dat niet alleen aan de autocratische regeering van Rusland kan verweten worden, dat zij de Luthersche predikanten in de Oostzee-provinciën heelt laten vervolgen, maar dat zij, die tegen die Russische regeering ageerden en haar omver wilden werpen, het ook op die predikanten hadden gemunt. De regeering van Rusland heeft Luthersche predikanten geschorst, afgezet, zelfs naar Siberië verbannen, onder de beschuldiging, dat zij leden van de Grieksche Kerk tot leden der Luthersche hadden aangenomen, of andere dingen hadden gedaan die tot aibreuk van de Russische staatskerk konden strekken; de Russische revolutionairen hebben Luthersche predikanten mishandeld én hun bloed vergoten, omdat zij het Evangehe verkondigden. Het was te verwachten, dat in het eerste nummer van het weer verrezen blad een warm woord ter nagedachtenis aan den man gewijd werd, die om zijn belijdenis van den Christus door de revolutionairen werd gehaat en gedood, die een begaafd Godgeleerde was en een trouwe herder zijner kudde en die terecht „de vreugde en de trots der Lijflandsche Synode" werd genoemd. Het tijdschrift blijft staan op den grondslag der Luthersche belijdenis,

In genoemd nummer vindt men ook een artikel over de stadsgemeenten onder het consistorium van Moskou, waarin aan de Duitschers, die zich daarin bevinden, onaangename dingen verweten worden. Zij worden daarin aangeduid als menschen, die voor het grootste deel geheel onverschillig zijn voor de religie, die zich daarom niets aan Kerk en Godsdienst laten gelegen liggen, en dikwijls als opposanten in de gemeente optreden, „Blijven zij ^r wonen, dan wordt niemand zoo gemakkelijk Russisch als zij, daar het hun aan belangstelling in de Godsdienst en aan nationaal plicbtsbewustzijn ontbreekt", zoo luidt de beschuldiging. Door dit oordeel worden de woorden, door von Bismarck dikwijls uitgesproken, bevestigd, welke groote staatsman vooral in de debatten over de verhouding tot Polen, den Duitschers hunne „Nationalfehler" voorhield.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 maart 1909

De Heraut | 4 Pagina's