Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

VRIJE UNIVERSITEIT.

Het zal niemand verwonderen, dat het verslag van de Vrije Universiteit ditmaal aanvangt met een woord van rouw en van droefenis. Immers kan het niet anders, of het heengaan van Prof. P. Biesterveld, den zoo beminden! en uitnemenden hoogletraar, werpt over het ver­ ( slag van den arbeid der Vereeniging voor Hooger ' Onderwijs op Gereformeerden grondslag een donkere schaduw.

„Droevig” — zoo luide het in het verslag terecht — „is het verlies van den hoogleeraar P. Biesterveld voor onse hoogeschool. Droevig, niet alleen omdat haar in hem een door zijn karakter, bij zijn ambtgenooten en studenten hoog gewaardeerde persoonlijkheid door den dood ontviel, maar ook, gelijk door den-Rector bij zijn graf werd gezegd, een hoogleeraar, welke de hem toevertrouwde studiën, die der ambtelijke vakken en van het Nieuwe Testament, gedurende zijn zesjarig professoraat tot een hoogte had weten op te voeren, welke zij, vóór zijn komst, nog niet hadden bereikt.

„Dit verlies, en de groote smart, die den hooggeachten en geliefden hoogleetaar, medestichter van onze Vereeniging en van hare Universiteit, Piof. Dr. F. L. Rutgers een maand vroeger in het sterven van zijne, voor onze beginselen steeds zoo warm bezielde, voortreffelijke echtgenoote trof, is ook voor ons de donkere schaduw o? er 1908.”

Gelukkig heeft echter de rubriek personalia over 1908 niet alleen van droefenis te vermelden, maar kan ook, en in ruime mate zelfs, gewaagd worden van verblijdende gebeurtenissen, van eere en voorrechten, te beurt gevallen aan mannen, die aan de Vrije Universiteit verbonden zijn.

De benoeming van den stichter bij uitnemendiieid der Universiteit tot Minister van Staat en die van Prof. Geesink tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw, mogen al even dankbaar herdacht worden als de eere, welke van de zijde der hoogeschool te Princeton (U. S A.) te beurt viel aan Prof. Bavinck, die in het laatste gedeelte van 1908 naar ginds mocht gaan om er de jaarlijksche Stone lezingen te houden. Bo/endien is het gelukkig herstel van Prof. Geesink uit eene ernstige ziekte een oor-' zaak van groote blijdschap voor hem en allea die zijn arbeid waardeeren.

Naast de personaha valt de aandacht als van zelf in de eerste plaats op den toestand van de medische faculteit. Wat het verslag erover zegt, moge tot dankbaarheid stemmen en moed gevend zijn, voldaanheid kan het allerminst wekken. Immers, wel neemt de belangstelling in de nieuwe faculteit voortdurend toe, maar daar tegenover staat, dat de inkomsten, die voldoende zijn om de tegenwoordige uitgaven te dekken, van dien aard zijn, dat wanneer er een tweede benoeming zou moeten geschieden, het tegenwoordig batig saldo in een zeer groot tekort zou veranderen. Dat wil met andere woorden zeggen, dat de finantieele toestand niet zoo is, dat vooralsnog besloten kan worden, tot de benoeming van een tweeden hoogleeraar over te gaan.

Het is van harte te hopen, dat de toeneming van de belangstelling ia deze zaak niet alleen moge aanhouden, maar een zooveel boogeren graad moge bereiken, dat in het volgend jaarverslag een meer verlilijdende mededeeling kan gedaan worden. Want immers wordt in het christelijk volksievea haast niets zoo smartelijk gevoeld ais het gemis van medische hulp van doctoren, die naar christelijke beginselen onder wezen zijn en wier christendom niet los staat caast hun wetenschappelijke kennis, voor zoover tenminste zij, die als belijders van den Christus aan eene openbare Universiteit gekomen zijn, hun belijdenis niet hebben prijsgegeven.

Overbodig mag het dan ook zeker niet geacht worden, steeds weer er op aan te dringen, dat men de gaven voor de medische laculieit der Vrije Universiteit aanhoudend en al milder en milder late vloeien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juli 1909

De Heraut | 2 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juli 1909

De Heraut | 2 Pagina's