Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Is ook iets naders bekend, wie Salome was, van welke we lezen in Markus 16:1? Vraagt W. P.

We lezen daar: „En als de Sabbath voorbij gegaan was, hadden Maria Magdaléna, en Matia, de moeder van Jacobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden." Hieruit blijkt dat zij tot de vriendinnen van den Heere Jezus behoorde.

Zij was de vrouw van Zebedeus den visscher, en de moeder van twee apostelen. Jacobus (den oudere) en Johannes. Zij was het die van den Heere de gunst vroeg, dat haar zonen mochten zitten tot Zijn rechter-en Zijn linkerhand in Zijn Konickrijk d. w. z. na Hem de hoogste plaatsen bekleedea in het Messiasrijk. Silöme was ook tegenwoordig toen Christus gekruist werd. Zoo ging zij ook met andere vrouwen naar Ctiristus graf, en was een dergenen aan wie de verezen Heiland zich vertoonde.

Dezelfde vrager doet een dergelijke vraag omtrent de koningin van Scheba, die Salome bezocht.

Met volkomen zekerheid te zeggen vanwaar deze koningin kwam om de wijsheid van Salomo te hooren, is moeilijk.

Sommigen meenen dat zij kwam uit Aethiopië, ver in Afrika, waar nu Abessynië ligt. Veel waarschijnlijker echter is Scheba te zoeken in het Zuiden van Arabië, Gelukkig Arabië, dicht bij de Roode Zee.

Immers het is bekend, dat daar ook vrouwen regeerden. Voorts vindt men er goud, kostelijke steenen en specerijen. De Heere Jezus duidt deze vorstin aan als „Koningin van het Zuiden" wat past op Arabië, en zegt dat zij kwam „van de einde der aarde" wat verklaard wordt, door dat achter Zuid-Arabië de groote wereldzee ligt.

Wat bedoelt het eigenlijk, zoo schrijft H, te N, , als men zegt: „het is bekend heinde en ver" en waar komt dit „heinde" van daan.

Het best is op de laatste vraag het eerst te antwoorden. Heinde is afgeleid van het woord hand; men weet, dat a met e kan wisselen b.v. handig en behendig. Ook wisselt e wel met ei, net als in end en eind.

„Heinde” wil niet anders zeggen dan „bij de hand", in den zin van: dicht bij, nabij.

Op de eerste vraag is hiermee eigenlijk reeds geantwoord. De uitdrukking wil zeggen: dichtbij en ver, hier en ginds, overal.

Een andere lezer vraagt, of het woord , , altoos" een bijzondere beteekenis heeft, dat in onze Statenbijbel zoo dikwijls wordt gebruikt.

„Altoos” bestaat uit „al" en „toos", dit laatste moet eigenlijk zijn „toog" of toges, woorden die afkomen van tien en iygen = trekken. Wij zeggen nog: hij „trok" of „toog" voort, doch „toog" was, gelijk ook uit den Statenbijbel blijkt, vroeger meer in gebruik dan nu. Toog tocht, gacg, reis, en „altoos" beduidt dus alle gang, elke reis of keer. Het beteekent dus: telkens weer, en is dus vaak hetzelfde als aZ/j/rf, temeer wijl zeker de meeste menschen het ondersjsheid tusschen altoos en altijd, voor zoover' het bestaat, niet meer voelen.

Welke koning van Juda wordt er bedoeld, die kwam om Joram den koning van Israel te zien, zooals geschreven staat in 2 Kron. 22 ; 6 Het is mij niet duidelijk, als ik zie wat in het te vers staat; zoo schrijft P.

Wij lezen in 2 Kron, 22 : 6: En hij keerde weder om zich te laten genezen tejiïreël, wam hij had wonden, die men hem bij Rama geslagen had, als hij streed tegen Haiaël, den koning van Syrië, En Azdtja, de zoon van Jóram, den koning van Juda, kwam af, om Jóram, den zoon van A'chab, te Jiaeël te bezien; want hij was krank.”

Hieruit blijkt dat, als boven gezegd, de koning van Juda den zieken koning van Israel kwam opzoeken. De eerste heet bier Azajj? . en daar er geen andere koning toen in Juda was moet hij dezelfde zijn die in vs. i en verder Ahazia heet. Daar hij de eenig overgeblevene vsn zijn vader Joram was is hij. het ook die in het vorig hoofdstuk Joahaz heet. Want we lezen in 2 Kron, 2r ; 17 : „Die togen op in Juda, en braken daarin, en voerden alle have weg, die in het huis des konings gevonden werd; zelfs ook zijne kinderen, en zijne vrouwen; zoodat hem geen zoon overgelaten werd, dan Joahai, de kleinste zijner zonen, " Er was dus geen troonopvolger dan hij die beurtelings Joahaz — Ahazia — Azarga heet.

’t Komt meer voor, dat personen in de geschiedenis meer dan één naam dragen. Zoo heet een opvolger van Ahazia zoowel Azaria als Uzzia; heet een apostel Lebbeüs en Thaddeus en vinden we in onze geschiedenis een Godaart of Godfried.

Onze lezeres J. H. H. G. te A. schrijft: In sommige bijbels, o. a. in die van het Brilsch eu Buitenlandsch Bijbelgenootschap, luidt Luk. 15:22: aar de Vader zeide tot zijne dienstknechten: rengt hier voor (plaatsbepaling) het beste kleed, enz; terwijl de Staten bijbel heef : Brengt hier voort (tijdsbepaling) het beste kleed. Voort ia den zin van terstond. M. i. heeft de Statenvertaling de juiste lezing. Wat dunkt u?

Verschiilende lezing wordt ook gegeven van 2 Tim. 4:3. Sommige bijbels hebben daar: ketelachtig", anderen „kittelachtig". Dat kan toch niet hetzelfde zijn?

Zoudt u deze vragen in De Heraut willen beantwoorden ? ”

We kunnen hier niet dan zeer beknopt op antwoorden. De lezing zoowel van onze Statenbijbel als die van de uitgaaf door het Britsch Genootschap ('t Is dezelfde vertaling) berust op het vroeger vaak gebruikte „hervoor" of (min m juist) „hervoort" bij werkwoorden hervoorkomen hervoorbtecgen enz. Dit „hervoor" of „hervoort" is nog niet geheel in onbruik geraakt. In een gedicht vóór nog geen tien jaar vervaardigd las ik onlangs:

„Des konings standaard treedt hirvoort." Onze lezeres vergist zich, ais zij meent, dat dit „voort" een tijdsbepaling is en hier „terstond" beduidt. In onze tegenwoordige taal valt dat „voor" of „voort" weg. Wij kunnen eenvoudig aeggen: Brengt hier het beste kleed. Dat is de bedoeling; „voor" of „voort" maakt weinig verschil.

Wat het tweede betreft „ketelachtig" en , kittelach!i. ook eenerlei. In zijn vers „Willem Teil" zegt Bilderdijk.

„’k Weet, zoo dit uw hart nog keetle Hoe ik dit verhoeden moet.

In onzen tijd echter gebruiken we uitsluitend „kittelachtig”

CORRESPONDENTIE.

J. W. R. te A. Vriendelijk dank: r waren nog veel meer Jonathans te noemen, doch alleen de merkwaardigste geven wij aan, Intusschen verdient hij die in i Kon, i:42 genoemd wordt, zeker niet te worden vergeten.

C. B. te A. U gevoelt wel, dat zulk een vraag in de Afd. „Voor Kinderen" moeilijk valt te behandelen. Wellicht kunnen we, zoo u eenig geduld oefent, u later aan het verlangde helpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 augustus 1909

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 augustus 1909

De Heraut | 2 Pagina's