Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. —Heeft de Broedergemeente het Evangelie van Jezus Christus losgelaten?

Het was te denken dat uit den kring der Broedergemeente eene poging zou gewasgd worden om het te laten voorkomen, dat zij door de genomen besluiten op hare jongste algemeene Synode het Evangelie van Ctiristus niet ver - loochende. Een inzender in de Allgem. Ev. Luth. Kztg, hef~ft dan ook getracht aan te toonen, dat de Broedergemeente op haar vroeger ingenomen standpunt is blijven staan, wijl zij op de Synode het oude Evangelie met blijdschap beleden heeft en ook de grondstellingen van hare kerkenordening niet heeft veranderd, trots het verschillend theologisch standpunt dat hare leden innamen. Men maakte er geen geheim van, dat men op verschillend stand punt stond, maar toch beleed men gemeen schappelijk het , , zaligmakend Evangelie".

De schrijver in de Allgem. Ev. Luth. Kztg. beweert voorts, dat de uiterste partijen in de kerkelijke wereld het eigenaardige standpunt dat de Broedergemeente inneemt, nooit hebben kunnen verstaao. De streng confessioneele orthodoxie heeft voor het streven van Zinzendorf en zijn broeders van oudsher weinig gevoeld; zij heeft hen veel meer hevig bestreden (men denke aan de verbanning van Zinzendotf uit Saksen). Ofschoon de broedergemeente in het vervolg, onder den invloed van Spangenberg, & e aanstootgevende overdrijvingen van Zinzendorf meed, heeft zij toch nooit de confessioneele leerwet als zoodanig voorgestaan. En wanneer de Broedergemeente ten tijde van het Rationalisme onvergankelijke lauweren geoogst heeft door het vasthouden van het geloof aan den Bijbel, zoo heeft zij dit niet gedaan, doordat zij optrad voor het streng confessioneele Lutberdom en zijn dogmatisch vastleggen der Bijbelsche waarheden, maar alleen wijl zij aan hare oude Hernhuttersche grondstellingen getrouw bleef. Volgens deze legden de broeders onder Lutherschen en Gereformeerden, onder confessioneelen, rationalisten en piëtisten den nadruk op persoonlijke vroomheid des harten, voor het eenvoudige „Christendom des harten" van zonde en genade pleitend, als datgene waarop het in leven en in sterven voornamelijk aankomt. Waar de broeders daarmede instemming vonden, reikten zij de broederband.

Op dit door de vaderen ingenomen standpunt zoekt de Broedergemeente zich ook nog heden ten dage te handhaven, trots de ook in haar kring zich voordoende moeilijkheid, om het daarover geheel eens te worden, wat tot het wezen van het eenvoudige zaligmakende geloof en wat slechts tot zijne formuleering tot een leerwet behoort. Dat de broedergemeente met deze moeilijkheid te doen heeft, gelijk de geheele Evangelische Kerk deser dagen, is geen bewijs van afval van het geloof. De grondslag „alleen uit genade, alleen door het geloof', is door de Broedergemeente nog niet prijsgegeven.

Deze schrijver uit de Broedergemeente is dus van oordeel, dat de streng confessioneele orthodoxie, die ook vroeger graaf Zinzendorf vervolgd heeft, de bestaande theologische partijen in de Broedergemeente niet kan ver­ staan. De Broedergemeente heeft toch te allen tijde niet een „confessioneele leerwet", maar een „Christendom des harten van zonde en genade" voorgestaan.

Wij wenschen hierover niet veel te zeggen. Te allen tijde werd hun die er op aandrongen, dat men den Christus naar de Schriften zou belijden, verweten, dat zij verstandsmenschen zijn, die geen besef hebben van een Christendom des harten.

Tot bewijs echter dat de Synode der Broedergemeente feitelijk het Evangelie heeft prijsgegeven, diene het volgende.

In igo6 gaf de toenmalige director van het Theologisch Seminarie der Broedergemeente te Gnadenfeld, Paul Kölbing, een boek in het licht, getiteld: „De geestelijke inwefkiDg van den persoon van Jezus op Paulus". In dit geschrift wordt op een manier die kwetsend is voor het Christelijk gevoel en in tegenspraak met de grondstellingen der Herrnhutters, de peisoon van Jezus van zijn Goddelijke verhevenheid ontdaan en als een homogene grootheid naast Paulus geplaatst.

Men begrijpt dat deze pennevrucht van Kölbing vooral in de Broedergemeente groot opzien verwekte. Daardoor kwamen er op de Synode dier gemeente van 1908 verschillende voorstellen, om het Theologisch Seminarie in zijn tegenwoordigen vorm op te he£fen en de predikanten te verplichten zich aan de belijdenis te houden. Op die Synode kwam het aan den dag hoe de toestand der Herrnhuttersche gemeenten was. Toen de Opstandmg van Cbristus ter sprake kwam, zeiden de modernen, dat het Hoe? der opstanding onzeker was; „op grond van de bronnen kan voor de theologen het ledige graf des Heeren tot een open vraagstuk worden, " En toen de vraag gesteld werd: „wat dunkt u van den Christus? " antwoordde de nieuwe director van het Seminarium, Roy, dat het verkeerd zijn zou deze vraag tot een schibboleth te maken. De eerste vraag was volgens den director niet: wat denkt gij over Christus? " maar: „Hebt gij den Heiland lief? " De ontroering die deze onthullingen in de vergadering brachten, sprak men uit in de verklaring die aan het eind der samenkomst werd aangenomen, waarin men uitsprak dat de toestand hoogst ernstig was, dat men in den allerdiepsten nood verkeerde, wijl in de Broedergemeente verschillende beschouwingen gevonden werden, waaromtrent men op dat oogenblik niet tot overeenstemming komen kon. Eenige afdoende menschelijke hulp in dezen nood was er op dat tijdstip niet te vinden. De Synode meende, dat bij dien ernstigen toestand geen andere hulp te verwachten was dan van den Heere, waarom zij de gemeente om hare voorbede vroeg. Hoe vroom deze verklaring ook klonk, zij bewees, dat de Broedergemeente geen kracht meer bezat, de vlieg die de zalf dreigde stinkend te maken, weg te doen; zelfs was er geen kracht tot een energiek protest. Maar men erkende dat men voor een moeilijke crisis stond en men gevoelde daarover droefheid.

Maar daarvan is thans niets meer te vinden. Dit jaar deed de algemeene Synode de machtspreuk hooren, dat de dingen waarover men in geschil was, slechts theologische verschillen waren; het waren verschillende beschouwingen die ons als straalbrekicgen van het eene licht der openbaring Gods in Christus niet moeten beangstigen. De vragen „wat dunkt u van den Christus ? " en „is de Christus waarlijk lichamelijk uit het graf verrezen? ", kan men dus op de manier der modernen beantwoorden en daarbij toch op het fundament van het Christelijk geloof blijven staan! Zoo oordeelde de jongste Synode der Broedergemeente. Is het te verwonderen, dat men de Broedergemeente gaat vergelijken met een lamp die uit gebrek aan olie van lieverlede uitgaat?

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's