Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vereenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vereenigingsleven.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. SCHEURER'S HOSPITAAL.

In een van onze vorige artikelen maakten we er melding van, hoe voor zekeren arbeid van het christelijk initiaiief de hulp ingeroepen werd van de zusters, die zoo uitnemend wel groote bedragen bijeen weten te brengen, eigenlijk zonder dat men er heel veel van merkt, in alle stilte.

Als bijzonder gelukkig voorbeeld van deze vrouwelijke werkzaamheid op het terrein van het christelijk vereenigingsleven mag zeker wel bei: chouwd worden de vereeniging „Dr. Scheurer's Hospitaal", waarop de zusters steeds met groote voldoening, maar ook met veel dankbaarheid zullen kunnen neerzien en waarop bij voortduring gewezen zal worden tegenover hen, die ongeloovig de schouders mochten ophalen, meenende, dat de zusters voor dezen arbeid niet geschikt zijn.

Ieder jaarverslag van die vereeniging legt trouwens getuigenis af van de volharding, waarmede de zusters zich aan dergelijke zaken, die de liefde van haar hart hebben, wijden. Geen verslapping, geen lusteloosheid, geen inzinking bemerkt men. Met denzelfden ijver gaan zij steeds voort, te arbeiden aan de taak, die ze eenmaal op zich genomen hebben.

Maar ieder jaarverslag ook van dcïe vereeniging — er zij herinnerd aan wat in het vorig artikel geschreven werd — is er het bewijs van, hoe het groote menigwerf klein aanvangt, hoeveel arbeid in den wijngaard des Heeren begint als een klein mosterdzaadje, om op den duur te worden tot den grooten boom, waarin de vogelen zich een eest maken.

In de Kinderzendingbode van Dec. 1908 vertelde Dr. Scheurer daar zelf dit van:

„De eerste apotheekkast was er een van petroleumkisïjes getimmerd, de eerste operatiëo zijn met een scheermes geschied, en met uitgekookt garen zijn vaak wonden genaaid.

„Thans is er een prachtige kast met overvloed van geneesmiddelen en een lijke verzameling van instrumenten.

„Het eerste hospitaal was een klein kamertje met een kribje van 25 cent en een matje van 12I/2 cent.

„Thans is er een groot hospitaal met plaats voor 130 patiënten, met 2 geneesheeren en veel verplegend personeel.

„Het eerste patientje in het hospitaal was een meisje met een zeer verwaarloosde wond aan het hoofdje, zoodat de toestand bijna hopeloos was, maar God de Heere gaf beterschap.

„Een jongen, die met twee makkers op een avond aan het hospitaal geneeskundige hulp kwam inroepen, is nu een der beste leerlingen van de Keucheniusschool.

„Een knaap uit Solo, die tegen den wil van zijn vader, die Santri of Mohammedaansch priester was, de koempoellan (d.i. de godsdienst oefening) te Djocja bijwoonde, werd niet alleen zelf bekeerd chnstenonderwijzer, maar is ook het middel geweesr, dat zijn ouders tot Christus kwamen en nu leden zijn der kerk van Djocja".

En als wij dan nu ons hospitaal zien, zoo voegt de verslaggeefster er aan toe, dan klimt een toon van dank uit het diepst onzer ziel tot Hem, die onzen weg zóó voorspoedig maakte, en die kracht en ijver wilde schenken aan allen die daar ginds arbeiden; die ook aan de Ja vanen deze beloften vervullen wil: „Het volk, dat in duistercis wandelt, zal een groot Icht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelven zal een licht schijnen."

Bijzonder geschikt om de belangstelling in den arbeid van de vereeniging en het hospitaal hetwelk zij steunt, te verlevendigen, — er werd in deze rubriek reeds meer op gewezen, maar het kan geen kwaad, zulks nogmaals te doen—, zijn wel de lichtbeeldenavoaden, die georganiseerd kunnen worden met behulp van de lantaarnplaten met bijbehoorenden tekst, welks het bestuur gaarne ter beschikking stelt. Men wende zich hieromtrent tot Mevrouw Van Eeghen—Van Marie (tot December: Huisse Midduin, Aerden hout bij Haarlem, daarna: Willemsparkweg 205, Amsterdam).

Zelve hadden we eenmaal het genoegen, een verklaring der platen uit Dr. Scheurer's mond te hooren, maar dat is den belangstellenden in slechts weinig plaatsen beschoren, en ook zonder dat doet een voorstelling haar nut.

Wat overigens Dr. Scheurer betreft, deze ijverige en trouwe arbeider in den wijngaard zijns Heeren, die gelukkig in gezondheid en krachten gestadig vooruitgaat, blijft steeds met groote liefde aan het Petronella-Hospitaal verbonden. Hoe weldadig doen zijn opgewektheid en optimisme aan, als men hem hoort spreken over den arbeid op Java. Nog onlangs trad bij op een onzer zendingsdagen op met Ds. Zwaan, die ook hier te lande vertoeft. Een der andere sprekers, nadat zij gesproken hadden optredende, wees er op, hoezeer het geheele optreden van deze beide missionairs getuigde van het optimisme des geloofs, dat het kenmerk van alle ware zendelingen is.

Dat blijde geloofsoptimisme spreekt ook uit het geheele jaarverslag, dat met warmte ter lezing aanbevolen dient te worden. Het bevat belangrijke brieven en artikelen, welke velen met groote belangstelling zullen lezen.

Hier halen we er slechts deze weinige regelen uit aan, die eindigen met een wenscb, waarmee alle zendingsvriendeu wel van harte zullen instemmen:

„De Heere heeft ons grootelijks gezegend in het jaar dat achter ons ligt, en wij hebben veel stof om Zijnen Naam te danken. Zijne hand bewaarde genadiglijk allen die arbeiden in ons ziekenhuis; er behoeft geen ernstige ongesteldheid vermeld te worden.

„Behalve dat een der helpers en een verpleegster ons verlieten, is er dit jaar geen verandering in het personeel gekomen; alles bleef bij het oude, alleen de patiënten wisselden: zieken kwamen, en zij die gesezen werden verklaard, keerden weer huiswaarts.

„Wij hopen, dat velen hunner een blijvenden zegen medenamen voor hun hart, doordat zij de doodelijke krankheid hunner zielen hebben leeren kennen, en ook den weg tot Hem die allen toeroept: „Ik ben de Heere, uw Heelmeester." Mogen zij, terugkomende in hun kring, hun familie en vrienden verhaald hebben, wat groote dingen de Heere hun gedaan heeft."

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Vereenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's