Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Datzelve zal u den kop vermorzelen.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Datzelve zal u den kop vermorzelen.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ea Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouwe, en tusschen uwen zade en tusschen haren zade. Datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. Gen. 3 : 15.

Bij het naderen van het Kerstfeest luisfert Christus' kerk vanzelf met meer ingespannen aandacht naar het geklank der Profetie, waarin aan een verloren wereld de komst ^an haar Messias werd aangekondigd, en verplaatsen we ons vanzelf weer in den toestand van het Godvreexend volk iu de bange eeuwen, die san de komst van Messias voorafgingen. We levea terug in het heimwee dat toen het hart der besten verteerde. ED, aan den draad der heilige historie tot in het paradijs teruggaande, gissen en verstaan we er iets van, wat het voor een S: : £n, voor een Noach, voor Seth, ja voor Adam ca Eva zelve moet geweest zijn, zich in die nog onbegrepen profetie te verlustigen, dat er vijandschap tusschen de slang en de vrouw zou zijn, en dat eens baar zaad aan de slang den kop zou verpletteren.

In het Paradijs ligt voor de profetie van Christus' komst het uitgangspunt. Geen oogenblik is de wereld na den val zonder het Evangelie geweest, Zóó viel de mensch, en als op 't eigen oogenblik treedt de profetie in, waarin geheel het genadewerk van verzoening en verlossing besloten lag. Nog in het paradijs zelf is die profetie uitgegaan, en niet door een profeet, maar door God zelf aan deze wereld gebracht, en toen de gevallen mau en vrouw het paradijs ontvloden, droegen ze in hun heilige heugenis die alle heil in zich verbergende profetie de wereld meê in. De vloek trof en benauwde hen, maar nog eer de vloek intrad, was er het woord van belofte om eens dien vloek af te keeren. God zond den gevallen mensch onder het schild dier heilige belofte de wereld in, en het is uit die belofte dat de genade is voortgekomen, die tot aan Bethlehem de wereld droeg, en door Bsthlehem haar weer ophief uit haar inzinking, en toen het uitlicht vaa een eeuwige heerlijkheid voor ons ontsloot. Ea niet alleen dat die profetie van Chrisïus' komst reeds in het paradijs uitging, maar za sloot zich ook geheel aan het paradijstafereel aan. Van de drie patriarchen, van Israel, van Juda, van Bethlehem is nog geen sprake. Ec js nog geen uitroepen van den Koning die komt. Zelfs het hoe der verlossing blijft nog mysterie, en de allesomvattende, alles in zich besluiteude, alles in zich verbergende profetie van het paradijs, spreekt van niets anders dan vaa de vrouw en van satan, en betuigt dat, gelijk nu satan de vrouw had overmocht, zoo straks ds vrouw satan zou osrermogen. Het zaad der vrouw zou hem den kop verpletteren, en de triomf der vrouw zou volkomen zijn.

Adam, let hier op, wordt in de profetie zeif^ niet genoemd, en van Adam wordt geheel op Eva teruggegaan. Zooals de apostel zegt: „Niet Adam is verleid, maar de vrouw, ia overtreding zijnde, deed Adam vallen'. Van de vrouw is alzoo het booze kwaad uitgegaan, en toch rekei^t de

val niet van Eva maar van Adam. Adam toch was en bleef het hoofd, en op hem rustte de allesbeslissende verantwoordelijkheid. Niet bij was bij Eva bijgekomen, maar Eva hem tot een hulpe gegeven, en op hem rustte alzoo in de eerste plaats de plicht, om voor de heiligheid van het paradijs tegen het indringen van satan te waken. Had Adam sterk gestaan, zoo zou hij Eva van de zonde weerhouden hebben. En eerst toen hij dit niet deed, maar zelf toegaf en in haar zonde bewilligde, eerst toen viel hij en met hem de vrouw die God hem gegeven had, en eerst zoo viel in Adam heel ons menschelijk geslacht.

Maar met dit al was het booze gif der zonde niet door Adam in het hart der vrouw, maar door Eva in het hart van Adam gedruppeld, en lag het uitgangspunt van het aangetaste kwaad niet bij den man, maar bij de vrouw. En in aansluiting hieraan nu gaat ook de profetie van het heil niet op Adam, maar op Eva terug. Vijandschap tusschen het zaad van satan en het zaad der vrouw zal 's werelds loop be heerschen, en eens zal uit hèt zaad der vrouw de Redder komen, die satans onheilige macht te niet doet. Het uitgangspunt van 't heil wordt daar genomen waar 't uitgangspunt van 't ontvallen aan onze paradijs-glorie lag, en daarom rept het heilig orakel hier niet van Adam, maar alleen van de vrouw.

Op zichaelf had 't zich geheel anders laten denken. Wij zouden gewaand hebben, dat de Heilige die ons ten redder zou zijn, nooit uit het onheilige, waarin ons geslacht verzonk, had kunnen te voorschijn komen. We zouden een redder ons hebben gedacht, die als een heilige uit den hemel tot onze zondige wereld ware nedergedaald, om in engelengestalte het machtig werk der genade te volbrengen. Maar onze gedachten zijn niet Gods gedachten. Het heil moet dagen uit het zaad dier vrouw die aller stamvader ten val bracht. In de gestalte eens menschen zou onsMessias toekomen, en die gestalte eens menschen zou geen nieuwe schepping wezen, maar voortkomen uit diezelfde vrouw, die oorzaak van alle menschelijke ellende werd.

Bij de Kribbe van Bethlehem hetzelfde verschijnsel. J )ze{ is een bijfiguur, Maria, de vrouw, treedt in alles op den voorgrond. Uit haar is de Messias geboren. In den gewonen gang van het leven moge de man het kind, dat straks geboren wordt, verwekken, maar de vrouw draagt het, uit haar wordt 't geboren, aan haar borst gezoogd. Bij alles wat de geboorte van 't kind des menschen betreft, treedt de man in de scha luw, en is de vrouw degene op wie allet zorg o zich richt. De engelen begroeteii Maria als de gezegende onder de vrouwen. Zij was de vn uw aan wie de hoogste eere te beurt viel, den Koning van het Godsrijk in haar schoot te dragen, en uit haar eigen vleesch en bloed het vleesch en bloed, waarin Immanuel zou optreden, «f te scheiden. Eu die moeder bij de Kribbe staat met haar, die moeder aller menschenkindcren in het paradijs was, in lechtstreeksch verband. Ze was een dochter Eva's, haat vrouwelijk wezen ontleende ze aan de vrouw die in het paradijs den man verleidde. In het paradijs ei e vrouw uit wie het kwaad opkwam, in Bethlehem de vrouw uit wie het heil daagde. Juist zoo als 't bij Jesaiavoorzegd werd: „Een maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en die zoca zal zijn „God met ons"! Zoo staat altoos weer de vrouw op den voorgrond. DJ vrouw de eerste die bezweek, en uit de vrouw de Redder geboren. Niet op den sterken m n richt satan zijn aanval, maar op de in heel haar natuur zwakkere vrouw. En als straks het heil daagt, blijft ook de man er geheel buiten, en voleindt zich de vervulling der proftiie geheel in de vrouw. Daarin, dat niet Adam het eerst bezweek, maar de zwakke vrouw, lag onze redbaarheid en de aanleiding tot genade. En als de redding komt, blijft al wat sterk: e heeft onder de menschen buitengesloten, en komt uit de zwakke vrouw ons het heil tj.; , opdat de eere Godes en niet des menschen z.ij.

Niet; een engel van Boven, neen, een „Zoon des menschen^ zou onze Redder zijn, en juist zoo als elk kind des menschen uit een vrouw geboren wor It, zoo ook moest het een vrouw zijn, die den Zoon des menschen uit haar schoot baarde. Ea hier is het mysterie. Men kan zich afvragen, waarom God Adam en Eva niet verdeed, om een nieuw menschenpaar te schep pen. Zich afvragen waarom God zelf satan niet verdeed, opdat hij ons geslacht niet verdierve. Zsits zich afvragen waarom God door zijn Heiligen Geest Eva en met haar Adam niet van den val in zonde afhield. Maar dan vlucht bij dit mysterie de ziel in het Raadsbesluit terug. De man viel door de vrouw, en uit de vrouw zou een kind des menschen opkomen, dat aan satan den kop verpletterde.

En die dubbele lijn, beide malen van de vrouw uitgaande, gaat heel de historie door. Het is altoos weer eenerzijds de vrouw, die de verleidster speelt, en anderzijds de vrouw door wie de Verzoening komt. Ook onder mannen ziet ge die tegenstelling, maar toch onder de vrouwen teekent zich de scheidingslijn veel sterker af. Van den eenen kant is het de vrouw, die de booze rol van Eva voorizet, zich in allerlei zonde van ongerechtigheid werpt, en den man er in meesleurt. Maar ook van den anderen kant is het de vrouw, die het meest aan het teedere der religie gehecht is, haar kinderen in de vreeze Gods opvoedt, haar man uit de wereld in het stil gezin poogt terug te trekken, en die, waaronder de mannen de vreeze Gods te loor gaat, in hiar stillen kring de vrome traditiën voorzet. Bij ons ziet men dit nog zoo sterk niet, maar er zijn landen, waarin schier al wat man is de religie prijs gaf, en alleen de vrouw nog aan de vreeze Gods vasthoudt. Naast de Eva's altoos nog de Maria's. „Zie de dienstmaagd des Heeren, mij geschiede naar uw woord!"

Zoo gaat ook bij dit ons naderend Kerstfeest opnieuw de ernstige roeping vooral tot de vrouw uit, dat ze zich afvrage, langs wat levenslijn ze zich beweegt. Stelt vootal het Kerstfeest veel meer de vrouw dan den man op den voorgrond, dan heeft ook nu weer elke Christenvrouw op te waken, en zich af te vragen, of het stempel op haar leven door Eva of door Maria wordt gedrukt Van Eva die het verst van alle vrouwen van Jezus afstond, of van Maria die het innigst onder alle vrouwen aan Jezus verbonden was, omdat zé zijn moeder mocht zijn. En heerlijk zal ook nu de vrucht van ons Kerstfeest wezen, zoo alle vrouwen onder ons ook door dit Kerstfeest een nieuwen prikkel ontvangen, om in haar gezin en in heel haar levenskring voor Immanuel en voor den dienst van Jezus te ijveren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's

„Datzelve zal u den kop vermorzelen.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 19 december 1909

De Heraut | 4 Pagina's