Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

BEEGOPWAARTS.

XV.

TERUG.

Oadanks zijn begeeren, bleef onze vriend nog geruimen tijd in 1738 te Leiden, waar hij den kruidkundige Van Reyen hfelp bij het ordetsen van den plantentnin der Hoogeschool. Doch eindelijk moest tiij gaan. Een laatste bezoek werd gebracht aan den bejiarden Boerhaave, die 't niet lang meer maken zou, en ... onze vriend bleef ten slotte tcchnog. Waarom? Welwijlde koorts hem zoo plaagde. Doch onder de goede behandeling van dr. van Swieten, ook een leerling van Boerhaave, herstelde de zieke, en kon zijn plan uitvoeren.

Ten slotte vertrok Linnaeus dan naar Parijs. Hij. werd ook daar zeer goed ontvangen, en maakte er kennis met de gebroeders dejussieu, beroemde plantkundigen, en met Réjumur, een natuurkundige, die o. a. het matglas heeft uitgevonden, en die een thermometer van 80 graden vervaardigde, die nog gebruikt wordt. In Frankrijk werd Lianaens zeer geëerd en zelfs onder diegenen opgenomen, met wie de beroemde Academie van Wetenschappen voortaan in geregelde betrekking stond, de zoogenaamde Correspondenten.

Nu ech'er begreep Linnaeus, dat hij lang genoeg — 't was meer dan drie jiar — in den vreemde had vertoefd en het tijd weid. Zweden weder op te zoeken.

Zoo keerde hij dan over Rottaan naar zijn vaderland terug, doch zou al aanstonds ondervinden, dat op eer en roem niet te bouwen is. Want al ontvingen zijn beminde, zijn ouders en vrienden hem uiterst hartelijk, de Zweden in het algemeen toonden zich tamelijk koel. Zij schenen niet te begrijpen, dat hun landgenoot in enkele jaren een man was geworden, wiens naam en taam overal werd geëerd en die in het Buitenland alom we'kom was. Linnaeus ervoer "thans de waarheid van het woord, dat een profeet niet ongeëerd is dan in zijn vaderland. Dat zou echter voor hem niet zoo blijven. Wel zal 't hem pijn gedaan hebben, hem die met zich zelf nog al ingenomen was, te bespeuren, dat men juist m Zweden hem niet eerde als elders.

Voorloopig, dat begreep hij, was het zaak aar geschikt werk om te zien. Hij ging daarom aar de hoofdstad, Stockholm, en vestigde zich aar als geneesheer. IQ Juni r739 trsdhij inhet uwelijk met zijn geliefde Sara Elisabeth Moraeus, ie hem reeds zoo trouw bad geholpen, en nu ls echtgenoote lief en leed met hem ging deelen. oo was ook deze, zijn harte wen sch, door den eere vervuld.

Vooreerst echter was hun leven niet zonder orgen. Wel was de bruid niet arm en bezat ok de bruigom meer dan vroeger, maar het okterschap bracht in het eerst bitter weinig p. Weinigen dachten aan den nieuwen geneeseer, slechts enkelen vertrouwden zich aan zijn ehandeling, en er kwam zoo weinig in, at Linnaeus weer de oude zuinigheid in toeassing moest brengen, wat, ' nu hij getrouwd as, nog minder aangenaam was dan voorheen.

Doch het zou anders en beter worden.

Ouder degenen die door Linnaeus behandeld erden, bevonden zich ettelijke borstzieken. et gelukte hem met 's Heeren hulp deze te enezen en dit was oorzaak, dat weer andere borstzieken hem kwamen raadplegen. Allengs reeg hij zekere vermaardheid in het behanelen van zulke zieken. Zoo drong zijn naam oor tot het Zweedsche hof, en 't gevolg was dat koningin Ulrika Eleonora om dokter Lin-

uw hatt plaats grijpt. Het is te doen om het reinwasschen en in gloed zetten van de zie!

Die zinbeeldige taal vond de Dooper niet uit,

In Oad-Israels" bedeeling, in de wetten van Mozes, in den aiouden tabernakel-en tempeidienst was het symbolisch gebruik van water en vuur van meet af ingevoerd, en dit niet alleen in woorden, zoodat men zinbeeldig van vuur en water sprak, maar evenzoo daadwerkelijk. Er stond het groote waschbad vol water, en er stond het groote brandaltaar waarop het vuur ontstoken werd. Er werd sytnboliscö geprofeteerd met wezenlijk water en met wezenlijk vuur, Juist zoo als er nu nog in onze heilige sacramenten gedoopt wordt met water dat men sprengt, en avondmaal gehouden wordt met brood dat men eet en met wijn dien man drinkt.

Het geldt hier alzoo een symboliek niet van menschelijlre vinding, maar van ouds van Gods wegeinges'eld. Juist daarom nu mag die zinbeel dige aanduiding van water, vuur, brood en wijn niet verstaan als een vergelijking, die later pas gemaakt zou zijn tusschen wat op elkaar leek.-Zoo is het bij ons die de dingen geschapen vinden, ir aar niet bij onzen God die dedingen zelf schiep.

God de Heere heeft niet eerst deze dingen met het oog op de natuur geschapen, om eerst later, toen de geestelijke dingen aan, de orde kwamen, zeker verband tusschen beiden op fe merken. In den Heere onzen God is het geestelijke eerst, en uit en door Hem komt 't zienlijke en onzienlijke nooit anders op, noch in zijn heilige gedachten, noch in zijn wezenlijke schepping, dan in onderling verband.

De aanwending van water en vuur in den zin van dea Dooper, was alzoo met en in de schepping zelve van het vuur en het water gegeven, e.en goed als de aanwending van brood en wijn bij het Heilig Avondmaal met en in de schepping van onze spijs en van onzen drank vooruit was bedoeld.

De geestelijke dingen hebben geen eigen naam. Alle i, amen voor het geestelijke zijn aan de zienlijke dicgen ontleend. Maar ook hierin is geen toeval, geen wilkeur, geen bloote verzinning. Er is oorspronkelijke samenhang, er is verband in beider oorsprong. Ia den waterdoop en ia den vuurdoop hooren deze twee elementen van water en vuur met den Doop naar wezenlijke ordening bijeen. Als vuurdoop is ook wel het martelaarschap aangeduid. Doch dit zou, namen we dit hier, verwarring brengen. ZJO vuurdoop als waterdoop zijn hier bedoeld als doelende beiden op het innerlijk reinigingsproces van onze ziel.

Het vuur nu wijst op een actie die in de ziel zelve opkomt.

Zoolang er nog alleen sprake is van den waterdoop, wordt onze ziel wel afgewasschen, maar hierbij is ze uiteraard lijdelijk. Aan onze verzoening en aan de verlossing van onze schuld brengt onze ziel zeli-e niets toe. Christus reinigt ons van onze zonden. Hij alleen. En een ziel die Hij rein wascht in zijn bloed, is geheel rein. Die i« als had ze nooit zonde of schuld gekend of gehad. Vooral in den Kinderdoop komt dit zoo trtff.nd juist tot uiting. Dat kleine, pas geboren wicht weet nog van niets, kan nog niets doen, het kan zelfs den naam van Jszus niet op de lippen ntmen, en toch ontvangt het den doop als beeldspreukige uitdrukking van de vergeving zijner zonde en de verzoening van zijn schuld.

Maar gelijk het bij een plant toegaat, zoo gaat het ook hier. Is een plant verdord, verflsnscht, beschimmeld en met insekten als overdekt, dan groeit en dan bloeit ze niet meer, en sterft is. straks weg. Maar komt de hovenier, en reinigt hij de plant, zoodat het dorre wegvalt, de schimmel er af wordt genomen, de woekerplant wordt afgesneden, en het insekt verwijderd, dan komt er van zelf in dé plant weer actie. Ze leeft weer op, ze trekt het sap weer uit den wortel naar boven, ze bot weer uit, ze zet weer knop, de zuurstof uit de lucht krijgt weer totgang, en straks prijkt ze weer in bladerdos en bloempracht.

De zoen voor elk kind van God was reeds lang op Go'gotha volbracht, eer deze uitverkorene het levenslicht aanschouwde of tot be keering kwamj en, toen hij de gave desgeloofs ontving, koa bij slechts aannemen, wat reeds lang volbracht was. Lijdelijk hierin, kon de ziel daarbij nog niet zelve tot actie komen. Daartoe was de innerlijke Doop onmisbaar, die eerst in den Heiligen Geest ons toekomt, en die als doop in vuur, de ziel zelve in actie zet.

En nu is dit hier het kenmerkende, dat dit gedoopt worden met vuur en de ff^//« die daaruit opkomt, het onmisbare zegel is voor de realiteit van dea Waterdoop. Of ge werkelijk gewasschen iijt van uw zonde en schuld en alfoo uw geloof echt geloof is, moet daaraan gekend worden of de vuuractie van den Heiligen Geest zich in u openbaart. Een actie, niet ongelijk aan de actie waarvan Jeremia uitriep, dat het hem werd als een vuur brandende in ? iJQ beenderen, een innerlijke gloed dien hij niet kon weerstaan.

Wie nog niet gelooft, dat hij in Jezus' bloed van alle schuld en zonde gewasschen is, is innerlijk nog dood; en wat dood is, is koud, mist den levensgloed, en kan geen levenswarmte uitstralen. Maar zijt ge door het geloof gerechtvaardigd, d, w. z. voelt, weet ge, dat het nu is als hadt ge nooit zonde gekend of gehad, zoodat ge lein gewasEchen in Jezus' bloed, als kind van God tot uwen Vader gïat, dan komt er voorden dood hven, en voor de doodskonde lev mgloed. Dan begint er vuur in u te tintelen. Ds Heilige Geest, die eetst verre van u was, werkt nu in u. Het begint alles in u te ritselen. Het heft zich op. Het wordt bezield. Het wordt warm. Het begint te gloeien. En als een vuur dat brandt, prikkelt het u tot uitstraling in levendige actie.

Ge kuut daarcm, al blijft dit vuur uit, wel de belijdenis nastamelen, dat we in Jezus verzoend zijn, maar nastamelen is nog geen geloo ven, althans niet gelooven met een geloof dat als een gave Gods in uw ziel drong. Want zóó niet kan dat echte geloof in uw ziel tintelen, cf aanstonds begint de i> iner!ijke gloed, begint het vuur des Geestes in uw hart te werken, en de actie komt van zelf.

Vandaar het doel van alle levende prediking, om altoos weer de Gemeente, man voor man en vrouw voor vrouw, op de proef te stellen, of ze nog alleen het water, dan wel ook het vuur kennen. Maar vandaar ook de echte proef van alle ernstig zelfonderzoek. Of ge al in den Doop met het water roemt, het baat u niet, teniij ge in uw verborgen zielsleven bespeurt, dat ook de Doop met het vuur over u is gekomen, en ge met de discipelen zeggen kunt, dat uw hart brandende in u is geworden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1910

De Heraut | 6 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 januari 1910

De Heraut | 6 Pagina's