Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In De Roiterdamsche Kerkbode schreef Dr. B. Esser onlangs om aan te dringen op steun voor de medische Zending van Ds. Otte in China. Mej. H. S. S. Kuyper brengt hiertegen haar bezwaren in, in het volgende ingezonden stuk, dat we ook onzen lezers onder de oogen brengen:

Hooggeachte Redactie!

Vergun mij, naar aanleiding van het in üwe Kerkbode opgenomen stuk van Dr. B. J. Esser, missionair predikant te Poerbolinggo, een enkele opmerking te maken.

Dr. Esser behandelt in dat stuk de reeds meermalen te berde gebrachte quaestie, of Nederlandsche Christenen Dr. Otte's AmerikaanscJie zendingswerk in China finantieel moeten steunen. Dr. Esser beantwoordt die vraag bevestigend en wekt zelfs op tot het geven van geld aan dat zendingswerk.

Ik kan het met deze beschouwing niet eens zijn. i) Dr. Esser grondt die beschouwing onder meer op de mogelijkheid, »dat Nederland over niet zoo heel langen tijd zijne koloniën aan China zal kwijtraken."

M.i. is deze redenatie in strijd met den Gereformeerden levensregel, dat wij ziende moeten zijn in het gebod, maar blind in de uitkomst. Wat zou men denken van een schoolmeester, die om de mogelijkheid dat Nederland over niet zoo heel langen tijd aan Duitschland zou komen, zijn leerlingen maar vast 'Daitsch liet leeren en ze geen onderwijs meer gaf in de HoUandsche taal ?

Wat God in Zijn raad over ons land en onze koloniën besloten heeft is — Gods zaak. »De verborgene dingen zijn voor den Heere onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen."

Die geopenbaarde dingen ten opzichte van onze zending zijn, dat wij een klein en zwak landje zijn, aan wie door God reusachtige koloniën zijn toevertrouwd. Alleen onze Oost-Indische bezittingen zijn 45 maal zoo groot als ons land, en hebben ruim 6 maal zooveel inwoners.

Wat doen wij ten opzichte van de zending voor die 32 millioenen heidenen en mahomedanen? Ge vindt het antwoord op die vraag zoo welsprekend en duidelijk mogelijk op blz. 72-74 van het y\^£o? «rlandsch Zendingsjaarboekje voor 1910. Ik ontleen er het volgende aan:

De Protestantsche bevolking van^Nederland geeft gemiddeld 15 cent per jaar voor "de zending. En wat zijn de resultaten? Over een grondgebied, zoo groot als Friesland, Groningen en Drenthe (met veel minder inwoners) — één predikant met zeven helpers. Of in cijfers: in Indië is i zendeling op de 161, 000 inlanders.

Deels spreekt er in deze cijfers schuld; deels het natuurlijk gevolg van de onmogelijkheid, waarin het kleine Nederland verkeert, om zijn koloniën naar behooren te helpen. Gelukkig worden wij dan ook geholpen door andere lauden. Duitschland helpt ons met zijn Rheinische Missionsgeselschaft cp Sumatra en met de Salatiga-zending op Java. En dat is rationeel. Duitschland is een groot en machtig rijk, dat 64 millioen inwoners heeft en zoo goed als gsen koloniën.

Ik begrijp niet, hoe men, met deze feiten voor oogen, ooit kan meenen, dat Nederland geroepen zou zijn, om een Amerikaansche missie in China finantieel te steunen. Het zou zijn, alsof een arme moeder met twaalf kinderen, die met den besten wil ter wereld niet rond kan komen, hulp ging geven aan haar rijke buurvrouw, die slechts drie kinderen te verzorgen heeft.

Want Amerika is een rijk en reusac'atig land met schier geen koloniën. De Amerikaansche Christenen geven koninklijk voor de zending en helpen overal. Wat de verslagen der onderscheiden Zendingsvereenigingen publiceeren omtrent de ontvangen sommen, de opgerichte gebouwen, de aantallen uitgezonden missionaire arbeiders, overtreft verre wat wij gewoon zijn te doen. Amerika is een van die landen, die in de termen zouden vallen om ons te helpen — maar wij toch waarlijk niet Amerika !

Waarom vraagt Dr. Otte, die in zijn eigen rijke vaderland ruimschoots kan krijgen wat bij voor zijn hospitaal noodig heeft, het geld voor dat hospitaal in een landje als Nederland, welks reusachtige koloniën smeeken om hulp, die zij maar niet krijgen kunnen? Dr. Esser spreekt van de «enkele guldentjea", die naar China vloeien. Er is in 't vorig jaar tusschen de 5 en 6 duizend gulden uit Nederland naar China gegaan. Er is geen zendingspost in onze eigen koloniën waar deze n aanzienlijke som niet als een gebedsverhooring n ontvangen zou zijn.

Ter voorkoming van alle misverstand, wensch ik er den nadruk op te leggen, dat ik uitsluitend 't oog heb op het finantieel steunen van Dr. Otte's zendingswerk in China. Het is een heerlijk werk, dat deze begaafde zendeling-arts daar verricht, en zoowel voor dat werk als voor zijn persoon heb ik sympathie en bewondering. Én zoo zijn er duizenden in ons land. En als^wij bidden «Uw Koninkrijk kome", omvat die bede het gansche werk der uitwendige zending, en dus ook Dr. Otte's Amerikaansche zendingswerk in China. En er over lezen en er lichtbeelden van zien, waarom niet? Onze belangstelliug in en onze kennis van de uitbreiding van Gods Koninkrijk over de gansche aarde kan nooit genoeg vermeerderd worden.

Maar ons geld, het Nederlandsche zendingsgeld, komt onze eigen koloniën toe — onze eigen koloniën, die God ons schonk in den worstelstrijd met Spanje, en die wij tot onze schande eeuwen lang in de eerste plaats gebruikt hebben om haar materieele schatten ons toe te eigenen. Eerst in den laatsten tijd beginnen onze oogen open te gaan voor die eeuwenoude schuld niet alleen, maar ook voor de grootsche taak, die God ons, in die onafzienbare velden »wit om te oogsten", heeft toevertrouwd.

Gehoorzaamheid is beter dan offerande. Het batig saldo van den laatsten Otte-A vond in Dilligentia te den Haag heeft ƒ60.29 bedragen. De collecte bracht ƒ 30, — op. Zie, hooggeachte Redactie, indien op dien leerzamen en genotvoUen avond, de hoorders er diep van doordrongen waren geweest, in hoevele landstreken van onze eigen koloniën, zulk een hospitaal een antwoord zou brengen op het kermen van duizenden, die in geestelijke en lichamelijke ellende omkomen — en dan hun gaven voor zulk een hospitaal hadden bestemd, dan, maar ook alleen dan, zou zulk een sOttO'Avond" mijn onverdeelde sympathie hebben.

Met beleefden dank voor de plaatsing dezer regelen,

Hoogachtend, Uwe dw.

H. S. S. KuYPER.

Presidente der Vereeniging

»Dr. Scheurer's Hopitaal".

i) Reeds tweemaal verhief ik er mijne stem tegen, in het vierde jaarverslag der sDr Scheurers Hospitaal"-Vereeniging, blz. 31—33, en in het tiende aarverslag dier Vereeniging, blz. 11—13.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 april 1910

De Heraut | 4 Pagina's