Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de verklaring van ons Avondmaalsformulier door Dr. Wielcnga in de Gelderscke Kerkbode gegeven, nemen we ook ditmaal een stak over. Het gaat thans over de^ zelf beproeving:

Zoo is dan het eerste stuk, dat het formulier aan de gemeente ter overdenking aanbiedt, het stuk der ztlfbeproeving.

Wij merkten op, dat de vermaning tot zelfbeproeving zich onmiddellijk aansluit bij het woord, hetwelk Paulus tot de CorinthiSrs richt, inzonderheid bij dat laatste: «Maar de mensch beproeve zichzelvent.

Er zijn er, die. dit ontkennen. Mensmga i) o.a. beweert, dat de eisch tot zelfbeproeving niet ont leerd mag worden aan i Cor. 11, omdat er een hemelsbreed verschil is tusschen de kerkelijke voorbereiding, die bij ons gebmikelijk is, en de speciale voorbereiding, waarop Paulus doelt. Hij zegt vrij kras: Intusschen, ik behoef niet te zeggen, dat, bij het licht eener eenvoudige, historische, van allen kerkelijken invloed vrijgemaakte uitlegknnde, de aangehaalde Paulinische plaats, als bewijstekst voor de zelfbeproeving, geheel en al vallen moet«.

Hoe zijn de opstellers van ons formulier er dan toe gekomen het stuk der zelfbeproeving met zooveel nadruk voorop te stellen?

Wel, antwoordt Mensinga, de zelfbeproeving is niets anders dan een kerkelyk gebruik, en wel een overblijfsel van de biecht der Roomschè kerk, die plaats heeft vóór de communie, welke bij de Lutherschen ook nog behouden is. Deze voorbereidende biecht zou ontstaan zijn suit den al hooger en hooger opgevoerden eerbied voor het hoogheilig mysterie der ingewijde, het symbolische drama van Christus' lijden en dood, het middelpunt van den ganschen eeredienst, hetwelk eindelijk eene dagefijksche wederverschflning, eene gedurig.herhaalde opoffering van het Gódslam, en een stoffelijk en lichamelijk eten van het vleesch en bloed dat tot offerlam geslachten Godmencsh werd. Daar moeten geen onwaardigen deel aan hebben, daartoe moest men vooraf in staat van gratie zijn; die moest tJelf in een nuchteren mond ontvangen wordena.

1) Mensinga, Liturgische Schriften, blz. 347-250.

Mensinga stelt het nu ztó voor, dat onze bervormers zich niet hebben kunnen losmaken van zulke, i'van der jeugd af ingezogene, sedert de eerste eeuwen in de kerk reeds ontwikkelde, door duizende symbolische en allegorische uitdrukkingen der oude kerkvaders gestaafde voorstellingen«.

Om deze van Rome geërfde communie-biecht met een uitspraak van den bijbel te dekken, zouden de opstellers (op den klank af) bet aangehaalde Schriftdeel hebben icgelascht. Mensinga zie*-hier niet anders dan eene poging om het kerkelijk gebruik met woorden uit den Bijbel te omkleeden; siets dat te dikwijls bij onze hervormers plaats gehad heeft, dan dat wij meer zouden behoeven te doen dan eraan te herinnerend.

Tenslotte is de heer Mensinga wel zoo vriendelijk te verklaren, dat hij door deze critiek niets gezegd heeft over de waarde en het nut van het kerkelijk gebruik der voorbereiding vóór het avondmaal in het algemeen. «Wij houden hets, zegt hij, sevenals zoo menige andere kerkelijke instelling, voor zeer nuttig en heilzaam; alleenlijk, men zegge niet, dat het in den Bijbel voorgeschreven is.

Voor de opstellers van het formulier is het oordeel van |dezen liturg nu niet bepaald vleiend. Het moe'.en wel onnoozele mannen geweest zijn, die een Roomschè communiebiecht in een Protestantsche avondmaalsplechtigheid hebben ingeënt, zonder te weten, dat zij twee heterogene zaken met elkander vereenigden.

Maar afgedacbt van vleiend of niet, het oordeel van Mensinga komt ons voor geheel onjuist t« zijn. De biecht bij Rome en de voorbereiding bij de Protestanten zijn niet slechts in den vorm, maar ook in het wezen verschillend. Bij Rome is de biecht een vóóraf gezniverd (gequitteerd) worfen om daarna de zegeningen van de communie en mis te ontvangen. Bij ons is de voorbereiding een zelfonderzoek om tot de begeerde zuivering en verzoening te geraken. En voor zoover ook bij ons van een wegdoen der zonden sprake is vóór het avondmaal, beduidt dit het opruimen van de ergernissen, opdat straks de Geest Gods niet worde geweerd en de Koning des avondmaals door de vlakke velden moge rijden.

Vanzelf is dus ook onjuist de meening, als zou de voorbereiding in den weg van zelfbeproeving niet door de Schrift worden gedekt. Wél doelt de apostel in i Cor. 11 op speciale Corinthische toe standen, maar juist om in het speciale geval doel te treffen past hij den algemeenen regel toe. Waar zou het heen, wanneer wij aan de speciale woorden der heilige schrijvers algemeene beteekenis ontzeiden. Zijn niet alle brieven der apostelen met het oog op bijzondere toestanden geschreven! Zoo heeft dus de vermaning van Paulus: Maar de mensch beproeve zicbzelven. Goddelijk gezag voor de kerk van alle eeuwen, en mag de zelfbeproeving tot voorbereiding, waartoe het avondmaalsformulier opwekt, als een zuivere reflectie van dit woord worden beschouwd.

Maar niet alleen is de eisch tot zelfbeproeving Paulinisch in den engeren zin van het woord, hij is door en door Schriftuurlijk. De gansche Schrift is als doorademd van de gedachte, dat voor elke heilige daad het hart ais moet worden geprepareerd. Dat er moet zijn een schikken van de ziel om God te ontmoeten. Een vooraf ingaan in de schuilhoeken van het geestesleven om t« onderzoeken of alles wel gereed is om den Koning te cntvacgen. Door de geheele ceremonieele wet is deze ordinantie heengeweven. Israël moet zich heiligen voor God het verbond in de woestijn met zijn volk opricht. Het moet zich heiligen vóór het ten feestdag opgaat of ten oüfer komt. En dat dit heiligen niet maar een uitwendig breken met de zonde, maar een afdalen in het inwendig zieleleven is, daarvan geven ons de psalmen het welsprekend bewijs. Hier treedt ge de binnenkamer van Gods heiligen in en zijt ge getuige van de zieleworsteling, die er plaatsgrijpt vóór het verbond tusschen God en de ziele wordt hernieuwd, Ziet, dit is tot recht begrip van het karakter der zelfbeproeving noodig. dat men inzicht hebbe in het mysterie des verbonds. Het verbond is naar zijn natuur een qave Gods, maar ook een instelling Gods, en onderstelt een actie niet slechts van Goddelijke, maar ook van menschelijke zijde. God de Heere komt met het verbond tot den mensch, opdat het van 's menschen zijde ingewilligd en aanvaard zou worden. Wanneer bij Horeb de plechtige verbondssluiting plaats heeft, moet het volk zich vooraf heiligen en, wanneer Mozes met de geboden afdaalt van God tot de menigte, moet het volk amen zeggen op het verbond en kiezen voor den Heere.

Deze actie van de inwilliging des verbonds is niet slechts nationaal, maar ook persoonlijk. Elke Israëliet is geroepen voor zichzelf de keuze te doen en het verbond, tusschen God en hem per soonlijk bij aanvang gelegd, te verzegelen.

Ook is deze actie niet een op zichzelf staand feit in de historie van Gods kerk of in het persoonlijk leven van den vrome. De aard van het verbond brengt mee, dat deze actie telkens wordt vernieuwd. Van de zijde der menschen wordt immers het verbond herhaaldelijk door zonden van afdwaling verbroken, en dan moet door berouwvol wederkeeren tot den Heere de band opnieuw worden gezocht.

Uit deze beschouwing van het verbond vloeit voort, dat er van de zijde des menschen gedurende het gansche leven zelfbeproeving noodig is.

Doch in het bijzonder geldt dit ten opzichte van het avondmaal des Heeren.

Het sacrament des doops loopt parallel met het sacrament der besnijdenis. Hier geeft God het verbond en de bondeling is lijdelijk ("zoo het althans den kinderdoop betreft). De doop is het sacrament der wedergeboorte, de onmiddellijke daad van Gods souvereine genader

Het avondmaal echter loopt parallel met het oudtestamentisch pascha. Hier wordt het van God gegeven verbond door openlijke wilsuiting aanvaard. Hier is de bondeling actief. Het avondmaal is het sacrament der bekeering. Waar nu de bekeering niet een daad is, die in een zeker moment voor het gansche leven wordt afgedaan, maar telkens moet worden vernieuwd en voortgezet, daar ligt het in de rede, dat aan elke avondmaalsviering een nauwkeurige voorbereiding behoort vooraf te gaan, hoofdzakelijk in de zelfbeproeving bestaande. Het avondmaal doet een beroep op het geloofsbewustzijn van den bondeling en vraagt opnieuw de keuze voor God. Wat Samuel tot Isai en zijne zonen zegt vóór hij de offerande Aoti: eiligtxxtn komt met mij ten offer (i Sam. 16 : 5), - dat roept de dienaar vóór elk avondmaal der gemeente toe. Hij doet dit in de z. g. •proefpredikatie of voorbereidingspredikatie, die hoofdzakelijk tot zelfonderzoek opwekt en bg de zelfbeproeving den weg wijst. Maar ook gaat de oproeping tot zelfbeproeving van het formulier zelf uit, en dat in ons formulier de onderwijzing in dit stuk vooropgaat is niet een fout, maar een deugd; het toont hoe heliier door onze vaderen de natuur van het verbond werd doorzien en van hoe groote beteekenis zij het achtten, dat ook de gemeente de avondmaalsviering zou beschouwen in het licht van het genadeverbond.

Mannen als Mensinga, hoe uitnemende historici en kenners der liturgie zij mogen wezen, verstaan het formulier in dezen niet, omdat zij vreemdelingen zijn in de leer des verbonds.

Bij het volk, dat de Gereformeerde belijdenis kent en liefheeft, wordt het avondmaalsformulier juist om dit stuk te sterker gewaardeerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 november 1910

De Heraut | 4 Pagina's