Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Minister van Koloniën

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Minister van Koloniën

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Minister van Koloniën heeft een belangrijke daad verricht door een Staatscommissie te benoemen, die de Regeering heeft voor te lichten „welke maatregelen te nemen zijn, om te komen tot herziening van de bestaande verhouding tusschen het Gouvernement en de Protestantsche Kerk in Nederlandsch Indië, met het doel aan die Kerk door meerdere zelfstandigheid betere gelegenheid te geven zich naar den eisch van haar eigen leven in te richten". Deze Commissie, die door den Minister werd geïnstalleerd, bestaat uit de volgende leden: Mr. J. C. de Marez Oijens, voorzitter, de heeren Ds. W. F. Breger en Ds. J. Rooker, beiden oud-lid van het Protesfantsche Kerkbestuur in Indie; Ds. A. Locfi en Ds. W. L. Welter, voorzitter en vice-voorzitter van de Commissie voor. de zaken der Protestantsche Kerken in Oost-en West-Indie; Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, referendaris van de afdeeling Eeredienst aan het Ministerie van Koloniën, de hoogleeraren Dr. F. Pijper aan de Leidsche Universiteit, Dr. J. W. Pont aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, aangesteld door het Evangelisch Luthersche Kerkgenootschap, en Dr. H. H. Kuyper aan de Vrge Universiteit, Dr. J. W. Gunning, Zendingsdirector, en de Oost-Indische hoofdambtenaren H. Colijn en J. Hulshoff Pol.

Dat de benoeming dezer Staatscommissie ons van harte verblijdt, behoeft wel niet betoogd te werden. Onzerzijds was reeds lang er op aangedrongen, dat aan de zonderlinge positie, waarin de Protestantsche Kerk in Indie zich bevindt, een einde zou gemaakt worden. Terwgl in ons land de scheiding tusschen Staat en Kerk reeds Sang een voldongen feit is en de Regeering elke Kerk geheel vrij laat, staat de Protestantsche Kerk in Indie nog altoos onder Staatsvoogdij. De Regeering heeft de verschillende Eerken in Indie in éen Kerkgenootschap vereenigd, voor deze Kerken een reglement en bestuur vastgesteld, en dit Kerkgenootschap geheel losgemaakt van de Kerken in het moederland. En het is de Regeering, die op voordracht van een Commissie in Den Haag de predikanten voor deze Kerk benoemt, plaatst, verplaatst en ontslaat. Hoe willekeurig daarbij wordt te werk gegaan, blijkt wel uit het feit, dat eens een predikant verplaatst werd, omdat hij weigerde een Mahomedaansch feest aan het hof van den Sultan mee te vieren. Duidelijk werd dan ook bij de oprichting van dit Kerkgenootschap uitgesproken, dat het doel dezer Staatsvoogdij was om te zorgen, dat de Kerk niet door te veel zendingsijver onrust onder de bevolking zou verwekken. Des te erger was deze staatsvoogdij, omdat aan de Roomsche Eerkin ladie schier onbeperkte vrijheid van handelen werd geschonken en deze Kerk zich geheel zelfstandig organiseeren mocht; alleen moet bij benoeming en verplaatsing van geestelijken vooraf de goedkeuring van den Gouverneur-Generaal worden gevraagd.

Het gevolg van deze Staatsbemoeiïng met de Protestantsche Kerk is dan ook diep treurig geweest. Onder het bewind van vrijzinnige Regeeringen werden zoo goed als uitsluitend moderne predikanten naar ledie gezonden. Een belijdenis heeft deze Kerk niet. Op verreweg de meeste plaatsen is er zelfs geen Kerkeraad. Onder de moderne prediking is het gehoor schier geheel verloopen. In plaats dat deze Protestantsche Kerk een krachtige openbaring was van het Christendom te midden eener heidensche bevolking, was ze veeleer eencaricatuur van wat een Christelijke Kerk behoort te zijn. Waar nog bij komt, dat de Regeering, die nu eenmaal op het standpunt staat, dat alle protestanten tot dit Staatscreatuur behooren moeten, naast dit Protestantsch Kerkgenootschap geen andere Protestantsche Kerken wil erkennen, zoodat onze Gereformeerde Kerken in Indie b^de Regeering nog altoos als vereenigingen te boek staan.

Aan pogingen om In dezen toestand verbeteringen aan te brengen, heeft het zeker dusverre, ook van de zijde der Regeericg, niet ontbroken. Gemakkelijk bleek dit echter niet. Vooreerst is de Regeering door Artikel 122 aan handen en voeten gebonden, want in dit artikel is bepaald, dat de Regeering niet eenzijdig mag handelen, maar bg elke verandering in de wederzijdsche verhouding de goedkeuring noodig heeft van het Kerkbestuur te Batavia, en dit Kerkbestuur bleek tot dusver weinig genegen om den bestaanden band tusschen Kerk en Staat los te maken. En in de tweede plaats heeft zoowel de inmenging der Overheid als de droeve geestelijke toestand der Indische maatschappg de Protestantsche Kerk zoo verzwakt, dat op de meeste plaatsen van een Kerk in eigenlijken zin geen sprake kon wezen, en het daarom uiterst moeilijk zal zijn aan deze naam-kerk een zelfstandig bestaan te geven.

Of het aan de Staatscommissie gelukken zal, deze vraagstukken op afdoende wgze op te lossen en daarbg tot een eenparig advies te komen, zal de toekomst moeten leeren. In elk geval is het reeds een daad van beteekenis, dat de Regeering zoo be* slist baar voornemen heeft uttgesprokeo,

om de Kerk ia Indte zelfstandig te maken. En we hopen, dat de Commissie daarb^ ook de regeling voor de Kerken in Indie zoo zal weten te treden, dat tegelijk de bezwaren, die tegen de erkenning der Gereformeerde Kerken bestonden, zullen wegvallen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's

De Minister van Koloniën

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 december 1910

De Heraut | 4 Pagina's