Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tusschen de modernen en ethischen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tusschen de modernen en ethischen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 27 Januari 1911.

Tusschen de modernen en ethischen is het thans koek en ei. In vast aaneengesloten phalanx treden beide op bg de kerkelijke verkiezingen, om aan het overwicht der Gereformeerden een einde te maken. Blgkbaar is daarbij ondershands een accoord gesloten, hoe men den buit verdeeien zou. Oe do ut-des-politiek vormt van zulk een evolutie althans den grondslag. Saam trekt men op, om den tegenstander van zijn plaats te verdringen, en de winst moet daarom ook gezamenlijk worden gedeeld. In Dordrecht helpen de ethischen de modernen, om het kiescollege te veroveren en wsrd een puur moderne predikant beroepen. In Amsterdam deden de modernen hand-en spandiensten, om de ethischen in de meerderheid te brengen, en werd nu in Or. de Sopper van Velsen een vertegenwoordiger der ethische richting gekozen. Blijkbaar dorst men het in de hoofdstad nog niet aan, om terstond met een moderne voor den dag te komen. Maar de evolutie zal ook daartoe wel nopen. Op de meeting onlangs door Prof, Eerdmans te Amsterdam gehouden, werd reeds geprofeteerd, dat nu binnen kort ook te Amsterdam een modern predikant zou beroepen worden.

Zoekt het modernisme zoo aan de eene zijde zijn macht te versterken door een bondgenootschap met de ethische richting, die meest onder de deftige burgerij haar vertegenwoordigers vindt, aan de andere zijde tracht het, vooral in het Noorden, zijn invloed te herwinnen door zich aan te sluiten bij het socialisme. De sterke socialistische strooming onder de plattelandsbevolking in onze Noordelijke provinciën had reeds lang door de Blijde Wereld ingang gekregen bij de moderne-predikantenwereld aldaar, en zoo werd de brug tusschen het socialisme en modernisme geslagen. Aanvankelijk mocht men in den Protestantenbond nog ietwat huiverig hebben gestaan tegenover de Blijde Wereldbeweging; toen het bleek, hoeveel succes deze beweging bij het volk had, maakte de aarzeling voor waardeering plaats. Vooral het feit, dat de Hervorming thans telkens haar kolommen openstelt voor de tolken dezer richting, teekent. Trouwens, deze socialistisch-moderne dominés verstaan de kunst, om de leege kerken weer vol te preeken; zij traden weer op met gloed en bezieling en ontvonkten daardoor geestdrift in de onverschillig geworden menigte; en bij de kerkelijke verkiezingen wisten ze met hun socialistische hulptroepen niet zelden de overwinning te behalen. Het aantal socialistisch-moderne dominés wies dan ook in den laatsten tijd ongeloofelijk snel. Voor een twintig jaar geleden was Ds. Bax, van Zaandam, nog zoowat de eenige; thans telt men ze bij dozQnen en twintigtallen in ons land. En niet minder opmerkelijk is, hoe ook het socialisme, dat vroeger vaak bitter vijandig tegen de kerk en de predikanten optrad, en van de hristelijke religie niets weten wilde, thans zich hult in een vroom kleed van modernen nit. Het heeft ingezien, dat de religie nog ltoos een macht is in ons volksleven en wil daarom aan deze moderne vroomheid el meedoen. Zoo zag men het zonderlinge chouwspel, dat in de Hervormde Kerk te tiens Mr. Troelstra den kansel besteeg, iet om voor het socialisme te ijveren, aar om een reiigieuse saamkomst te leien, waarbij hij stichtelijke verzen voorroeg van modern allooi.

En de Blijde Wereld is daarover zoo ia errukking, dat ze verklaart dat deze verzen t „meer godsdienst bevatten dan een knap a maar dor theologisch betoog." Zeker, de o Hervorming, die nog wat ouderwetsch en deftiger is, schudt nog even eenigszins bedenkelijk het hoofd, bij deze extravagantien in het Noorden, maar ze haast zich toch er bij te voegen, dat ze zich zeer goed begrijpen kan, hoe de „wakkere Friesche vrienden" van die voordracht van Troelstra „genoten hebben, " en ze verhaalt met blijkbaar welgevallen, hoe op het vrijzinnigen-congres te Berlin de mededeeling, dat tal van socialistische predikanten in de Hervormde Kerk in Nederland, openlijk van den kansel hun leer verkondigden, zonder dat hun een haar gekrenkt werd, met stormachtige toejuiching ontvangen werd. Er mag tusschen moder* nisme en socialisme nog geen officieele alliantie zijn, een „entente cordiale" is er in het Noorden wel.

Zoo treedt het modernisme met nieuwe kracht in ons vaderland op en maakt zich slagvaardig. Rechts wordt het geflankeerd door den vleugel der ethische hulptroepen, links door de socialistische franc-tireurs. En wat deze ietwat heterogene elementen — van de deftige, conservatieve Nieuwe Rotterdammer tot de zeer geavanceerde socialistische Blijde Wereld — saambindt en eendrachtig ten strijde doet optrekken, is niet anders dan het doel, om èn op kerkelijk èn op politiek gebied de macht der Gereformeerde orthodoxie te breken.

Of de Gereformeerde groep in de Hervormde Kerk sterk genoeg zal blijken om aan dezen vereenigden aanval het hoofd te bieden? Ongetwijfeld hebben de Gereformeerde broeders in de Hervormde Kerk voor, dat ons nationaal leven krachtens historie en traditie zoo nauw met de Gereformeerde belijdenis saamhangt, dat een Gereformeerde prediking nog altoos het meest ingang vindt bij ons volk. Al mag dan ook in het kerkelijk leven een tijdlang de overwinning door de modernen behaald worden, duurzaam zal deze victorie niet wezen.

Toch onderschatte men daarom de beteekenis van den aanval, die van de modernen uitgaat, niet. Wat den vijand sterk maakt, is niet zoozeer zijn eigen kracht, als wel de verdeeldheid onder de Gereformeerden zelf. Niet ten onrechte is er nog onlangs over geklaagd, dat de Gereformeerden in de Hervormde Kerk alle eenheid van actie missen. Ze hebben geen program van actie, dat saambindt, geen leuze, die bezieling wekt, geen leider om voor te gaan. Daarom vallen ze uiteen in allerlei groepen en partijen, bij welke dikwijls veel persoonlijk talent en veel warme toewijding wordt gevonden, maar waarbij ieder zijn eigen weg gaat en de onderlinge saambinding ontbreekt. De een strijdt voor de volkskerk, klemt zich krampachtig aan Artikel XXXVI vast en wacht alleen heil van de reorganisatie der Kerk door de Synode. Een ander wil van de volkskerk niet weten, verlangt naar ee9 Gereformeerde Kerk, waarin alle Gereformeerde belijders weer saam zullen komen, maar wacht de bevrijdende daad, die dat ideaal verwezenlijken zal, van de tusschenkomst der Overheid af. Terwijl een derde noch van de Synode, noch van de O «verheid, noch van eenige menschelijke actie heil verwacht om uit het kerkelijk moeras te komen, en onder het schijnvrome zeggen, dat God het doen moet, zich liefst terug trekt in het hoekje der i valsche lijdelijkheid.

In die onderlinge verdeeldheid en dit gemis aan beslistheid en trouw schuilt het gevaar. Toch geven we daarom d: hoop niet op, dat er beterschap komen zal. De historie heeft zoo dikwijls geleerd, dat juist de tijdelijke onderdrukking door den vijand het middel in Gods hand was, om de eendracht weer te herstellen en tot heldendaden des geloofs te prikkelen. Zoo moge i ook thans uit de donkerheid het licht geboren worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Tusschen de modernen en ethischen

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 januari 1911

De Heraut | 4 Pagina's