Buitenland.

Frankrijk. Treurige toestanden door de wet op scheiding van kerk en staat veroorzaakt.

De kerkgebouwen werden door de wet op de scheiding van kerk en staat aan de burgerlijke gemeenten overgelaten, terwijl de Roomschgezinden daarvan vrij zouden mogen gebruik maken. De meeste gemeenteraden weigeren echter geld toe te staan voor het onderhoud dier gebouwen, en daardoor loopen vele kerken gevaar in puin te vallen. Soms weigeren die gemeenteraden zelfs iets voor het onderhoud van kerkgebouwen te geven al wil de „cultusgemeente" mede daaraan betalen. De afgevaardigde Bariès bracht deze dingen voor de Kamer van afgevaardigden en beweerde daarbij, dat er gevallen waren, waarin het „cultusgemeenten" verboden werd, op hare eigene kosten eene kerk te herstellen. Men wil de priesters ergeren, en tot geen prijs verlangt men de kerk te zien opbloeien. Briand had in zijn optimisme gedacht, dat de burgerlijke gemeenten de kerken zouden onderhouden, omdat de wet haar als eigenaressen aanwees; doch men zal nu wettelijke bepalingen moeten maken, om aan die toestanden een eind te maken waardoor gebouwen tot verdwijnen zijn opgeschreven, die eene historische heteekenis hebben.

Dat de wet op scheiding van kerk en staat vele Roomsche priesters in ongelegenheid bracht, wat hunne fiaantiën aangaat, is zeker. Het wordt bevestigd door het feit dat de bisschop van Digne in de Neder Alpen, Castel lan, voor de geestelijken zijner diocese buiten bet departement liet collecteeren. Van radicale zijde verweet men den bisschop, dat hij zelf wat zuiniger moest leven om aan zijn onderhoorige priesters wat te kunnen mededeelen. Hierop antwoordde de bisschop: „Hoe zal ik mijn huishouding op kleiner voet inrichten? Ik houd er geen knecht op na en heb geen equipage, gelijk ieder te Digne weet. Mijn dienstpersoneel bestaat uit eene dienstbode, die verleden jaar, omdat zij mij vijftig jaar gediend had, eene medaille kreeg. Zij doet mijne huishouding en verstelt mijne Meeren, die even als mijne schoenen nog al dikwijls moeten versteld worden. Voor onze voeding en die oneer gasten heb ik dit jaar slechts 600 francs uitgegeven. Vindt gij dat te veel? ”

Zij, die de Roomsche priesters voor „zwart gebroed" schelden, zullen dat zeker nog te veel vinden. Toch hopen wij dat de Fransche Roomsche Kerk door den strijd dien zij te voeren beeft, ook doordat zij worstelen moet voor haar leeftocht, bare krachten zal gesterkt zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen