Naar aanleiding van

Naar aanleiding van het voorstel van Ds Sikkel schrijft Prof. Bouwman in de Bami» het volgende:

Dit voorstel moet uitteraard veel meer sympathiek zijn voor de voorstanders van de zelf standigheid van de Theol. School en van de opleiding door de kerk voor de kerk, dan het voorstel Zaandam. Er is hier een ernstige poging om met behoud van de zelfstandigheid van beide inrichtingen samenwerking mogelijk te maken. Ds. Sikkel erkent dat een eigen candidaarsexamen aan de Theol. School beslist noodig is, „Zon het candidaatsexamen aan de Ttieol. School wegvallen, zoo zou daarmee de Tüeol. School als School feitelijk zijn opgeheven. Werd voor het cand. Ex. der Theol. School een Proponents-examen in de plaats gesteld, zoo zou daarenboven naar de School ïijn overgebracht, wat behoort tot de kerkelijke vergade-[ tingen."

Evenwel blijven toch tegen dit voorstel Sikkel, hoe ernstig ook bedoeld, dezelfde betwaren diukken, die vroeger ook reeds daartegen zijn I ingebracht. Hoezeer ook Ds. Sikkel bedoelt de Theol. School als zelfstandige opleidings-; school te handhaven, zij kan bezwaarlijk anders worden dan een practische vormscbool, die als Sc'iool niet bevredigt. Voorts zou ook naar bei voorstel Sikkel de Theol. School afhankelijk worden van de Theol. Faculteit.

Eerst als de studenten een jaar Theologie geloopen hebben aan de Faculteit mogen zij aan de School de colleges volgen, en eerst als zij het Cand. Examen aan de Faculteit hebbes afgelegd, mogen zij bet candidaatsexamen aan de School doen. Wat blijft van de Theol. Schooi ook zóó anders over dan een practische aanvuliingsschool, die in de schaduw van de Faculteit weinig levenskracht vertoonen kan. Hoe gaarne wij ook deze poging van Ds, Sikkel waardeeren, wij kunnen niet anders «ien dat ook hierdoor de kwestie niet opgelost wordt.

Zien wij recht, dan is het onmogelijk tot eenheid o£ practische samenwerking te komen, of ecD van beide inrichtingen moet de volledige opleiding uit de handen geven. De Theol Faculteit en de Ttieol. School zijn te gelijk, dan d; ttzij met behoud van beiderzelfstandigdei'i kunnen samenwerken.

Daarom moet óf de Theol. School worden opgedoekt of in haar huidig zelfstandig bestaan worden gekortwiekt; of de Theol. Faculteit moet de opleiding aan de kerken overlaten, en telt blijven een wetenschappelijke studie-en promotie-inrichting; die alleen hulpdiensten bewijst aan de opleiding tot den dienst des Woords. En nu is bet wel eigenaardig, dat in de voorstellen, die eenheid van opleiding beoogen, steeds de Theol. School moet toegeven.

Ook Prof. Lindeboom oordeelt, dat zelfs dit voorstel van Ds. Sikkel de School ter dege smaldeelt, haar niet haar zelfstandigheid laat behouden, en daarom voor de School onaannemelijk is.

Het blijkt dus wel, dat aan de voorstanders der Theologische School geen andere oplossing behagen kan dan deze, dat de Theologische School niet alleen niets van hare zelfstandigheid prijsgeeft, maar dat ze bovendien nog het privilegie mo et verkrijgen dat aan haar en haar alleen de opleiding van al onze a.s. Dienaren , des Woords wordt toebetrouwd. En dan mag de Vrije Universiteit bij de gratie der kerken daarnaast nog blijven bestaan als een soort wetenschappelijke studie-en promotie-inrichting voor de enkele studenten, die wellicht tot Doctor in de Theologie zullen promoveeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen