Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze liturgie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze liturgie.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Nu het vraagstuk aan de orde is gesteld, hoe onze eeredienst kan verbeterd worden, en reeds van verschillende zgden het bericht tot ons kwam, dat men op de volgende Generale Synode de herziening van onze liturgie ter sprake hoopt te brengen, meenen we onzen Kerken geen ondienst te bewijzen door haar in een kort historisch overzicht te laten zien, hoe onze vaderen hun eeredienst vroeger hebben ingericht.

Het woord liturgie moge daarbij niemand afschrikken, alsof we daarmede bedoelden @en Roomsch element in onsen eeredignst n te voeren. Wie dat meent, heeft blijkbaar' og nooit het opschrift gelezen, dat boven j e formulieren van onzen eeredienst staat, ant daar leest men: » liturgie der Gereormeerde Kerken in Nederland. Het woord | iturgie is dan ook niet aan de Roomsche Kerk ontleend, staat ook met haar eereienst als zoodanig in geen het minste verband, maar is van Griekschen oorsprong en beduidt oorspronkelijk een publiek ambt en wel bepaaldelijk een eereambt, dat men ten dienste van het volk waarnam, en waarvoor men niet bezoldigd werd. In dien zin wordt het ook in het Nieuwe Testament nog gebruikt, want als de Apostel Paulus in Rom. 13 : 6 zegt, dat de Overheidspersonen „dienaren van God" zijn, staat hier in het oorspronkelijke het woord/; V»^^. Maar naast deze In het gewone Grieksch gangbare beteekenis van staatsambt kreeg hët woord liturgie onder de Joden nog een geheel andere beteekenis, die het in het gev? one Grieksch niet had, doordien de Grieksche vertalers van het Oude Testament het woord liturgie gebruikten voor den publieken eeredienst van God in het heiligdom. Het wordt daarbij nooit gebruikt voor den privaten eeredienst in het huisgezin, ook niet voor den eeredienst van het volk zei f in den tempel, maar altoos voor den dienst der priesters. De Apostelen nu hebben zich bij dit destijds reeds gevestigd spraakgebruik aangesloten, en ze gebruiken het woord liturgie in het Nieuwe Testament dan ook altoos, wanneer er spjake is van den Oud-Testamentischen eeredienst in den tempel. Zoo wordt in Luc. i:23 van Zacharias gezegd, dat ais de dagen van zijn liturgie, d. w. z. van zijn priesterlijken dienst, vervuld v/aren, hg naar zijn huis ging, en in Hebr. 9:21 spreekt de Apostel van de „vaten der liturgie", waarmede h^ bedoelt het heilig vaatwerk in den Tabernakel.

Juist dat praegnante gebruik van het woord liturgie voor den ceremonieehn eeredienst onder Israël, en wel bepaaldelijk voorzoover deze eeredienst geschiedde door de priesters in onderscheiding van het volk, zou op zichzelf er niet voor gepleit hebben om het woord over te nemen voor den Christeltjken eeredienst, want zulk een uiterlijken ceremonieelen eeredienst kent de ChristeiijkeKerk natuurlijk niet, en nog veel minder kan er sprake zijn van een afzonderlijke priesterlijke bediening, waar juist alle geloovigen tot priesters geroepen zijn. Het misverstand, dat hierdoor ontstaan kon, is dan ook oorzaak geweest, , dat de Apostelen het woord liturgie wel gebruikten voor de ambtelijke diensten van het Oude Testament, maar gewoonlijk niet voor die van het Nieuwe Testament. Ze hebben daarvoor het woord diakonia gekozen, dat nog in ons diaken is overgebleven en dat evenzeer dienst beteekent. Dat het woord liturgie tweemaal in den brief aan de Hebreeën voor Christus' ambt gebruikt wordt, n.l.: ebr. 8 : 2 en 6, is hiermede niet in strijd, waat de Apostel kiest dit woord daar met opzcit, om de uitnemende heerlijkheid van Christus priesterschap tegenover de bedierang van den Tabernakel te doen uitkomen, en zegt daarom dat Christus de liturg (bedienaar) van den waren Tabernakel geworden is en dat hij een zooveel uitnemender liturgie (bediening) gekregen heeft, als Hij ook eens beteren Verbonds Middelaar is.

Slechts eenmaal wordt dan ook het woord liturg In het Nieuwe Testament gebruikt voor het Apostolisch ambt, nl waar de Apsstel in Rom. 15 t 16 zegt, dat hem de genade is gegeven, opdat hij een liturg (disnaar) van Jezus Christus onder de heidenen zij. Terecht merkt Calvqn hierbij op, dat het woord „liturg" hier niet in gewonen zin het ambt van Apostel beduidt, maar dat de Apostel, door juist dit woord te kiezen, blijkbaar zinspeelt op de oüTirande, die de priester had te verrichten. Er volgt dan ook: opdat de offerande der heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest". Paulus vergelijkt zich hier met een priester, en het offer, dat hij Gode te brengen heeft, z^n de heidenen, die door zijn prediking tot God bekeerd zullen worden. Het woord liturg wordt hier dus niet in eigenlijken, maar in beeldspreukigen zin gebruikt, evenals wanneer Paulus de ge meente noemt Gods akkerwerk en zich zelf bij een landman vergelijkt. In dien zelfden zin moet het woord liturgie ook verstaan worden In Phil. 2:17, waar de Apostel zegt, dat hij zich verbidden zal, wanneer hg tot een diankoffer geofferd wordt over de offerande en liturgie huns geloofs, waar de saamvoegïng van offerande en liturgie wederom wijst op een priesterlijken dienst, Paulus bedoelt, dat hij aan God de offerande van het geloof der Phiüppenzen als priester had opgedragen en nu bereid was b^ dit offer en deze priesterlijke bediening van hun geloof als vrucht op zijn arbeid, ook te voegen het offer van zijn bloed, door martelaar te worden voor het Evangelie. Al deze beeldspreukige uitdrukkingen toonen echter, dat het woord liturg en liturgie hier niet in eigenlijken zin bedoeld zijn, maar in overdrachteiijken zin. Onze vertaling: ienaar en bedlening, is op deze beide plaatsen dan ook niet juist en doet de schoone beeldspraak, die de Apostel hier gebruikt, niet tot haar recht komen. Wanneer men vertaalt priesterlijke dienaar en priesterlijke bediening, wordt eerst duidel^k, wat op belde plaatsen door den Apostel is bedoeld.

Meestal gebruikt Paulus het woord liturgie echter niet voor den dienst der ambtsdragers onder het Nieuwe Testament, maar juist omgekeerd voor den dienst der geloovigen, als wilde hij daarmede zoo scherp mogelijk doen uitkomen, dat van een priesterlijken dienst door een bepaald ambt, zooals onder het Oude Testament, geen sprake meer kan wezen onder het Nieuwe Verbond. In de Septuagint wordt het woord liturgie nooit gebruikt voor de offerande van het volk, maar voor den dienst der pries­ ters alleen; thans keert de Apostel het uist om en gebruikt hij het woord schier uitsluitend voor de offeranden der geloovigen en wel bepaaldelijk voor de collecten, die de gemeente hield voor de armen. Zoo zegt Paulus in Rom. 15 : 27, dat de christenen uit de heldenen, die door de prediking van Jeruzalem uitgegaan, de geestelijke goederen deelachtig waren geworden, schuldig waren op hun beurt de arme broederen te Jeruzalem van hun lichamelijke goederen te dienen, waar het woord liturgein gebruikt wordt. Evenzoo noemt hij in II Cor, 9 : 12 de collecte te Corinthe voor de gemeente te Jeruzalem gehouden, een „liturgie". En hetzelfde spraakgebruik vindt men in Fhil, 2 : 25 en 30, waar de Apostel Epafroditus, die door de gemeente van Philippi was afgezonden om Paulus geld te brengen voor óijn onderhoud, een liturg (bedienaar) noemt van zijn nooddruft en zegt, dat hij het „gebrek hunner liturgie" (bediening) aan hem vervuld had. Ongetwijfeld speelt ook hier b^ het gebruik van het woord liturgie altoos de gedachte door aan een priesteriijke handeling, want deze gave wordt door Paulus zelf in Phil, 4 : iS genoemd een welriekende reuk, eene aangename offerande, Gode weibehagel^k. Onze Kantteekenaren merken daarom terecht op, dat het woord liturgie hier gebruikt wordt, „omdat het aanduidt een dienst der offering, gelijk de aalmoezen ook geestelijke offeranden genoemd worden in Phil, 4:18 en Hebr. 13:16."

Zoo wordt het woord liturgie in het Nieuwe Testament dus In algemeenen zin gebruikt om een publieken dienst uit te drukken en wel bepaaldelijk een dienst van God. Zelfs waar het in Rom. 13 gebruikt wordt voor een staatsambt, wordt er toch aan toegevoegd, dat de Overheid een dienaresse Gods is, d. w. z. dat ze dit ambt van God ontving en Hem daarin te dienen heeft. Ia dien zin noemt de Apostel i; i Hebr. i : 14 ook de engelen „liturgische geesten", wat natuurlek niets te maken heeft met den eeredienst in den hemel, maar alleen wil zeggen, dat ze een ambt, een dienst van God ontvangen hebben, want er volgt op: at ze worden uitgezonden tot dienst om dergenen wille, die de zaligheid beërven zullen. In de tweede plaats wordt het woord liturgie In specialen zin gebruikt op het voetspoor van de Zeventigen voor den priesterlijken dienst in het heiligdom en ziet het vooral op den ceremonieelen eeredienst van het Oude Testament. En in de derde plaats wordt het ook gebruikt voor den „dienst des offeranden" onder het Nieuwe Testament, hetzij in overdrachteiijken en beeldspreukigen zin om aan te duiden, hoe de Apostelen priesterlijk de door hen gewonnen geloovigen offeren aan God den Heere, hetzg om daarmede te beteekenen de offeranden van liefdegaven, die de geloovigen brachten voor de armen. Bij dit laatste houde men echter wel In het oog, dat het woord liturgie dan nooit gebruikt wordt voor private liefdegaven, die door een enkelen gsloovige worden geschonken, maar voor collecten door de ^«»ï^^«fe gehouden, zoodat het karakter van een publieken dienst ook hier bewaard bleef.

Toch zou dit alles voor ons begrip van publieken eeredienst ons nog niet verder brengen, wanneer het woord liturgie niet op een plaats in het Nieuwe Testament nog in een anderen zin gebruikt werd, n.l. in tiand. 13:2. Lucas verhaalt daar, hoede uitzending van de eerste zendingsdienaren te Antiochie heeft plaats gevonden. Voordat men hiertoe overging. Is eerst blijkbaar een publieke samenkomst der gemeente gehouden, waar men met gebeden en vasten het aangezicht des Heeren heeft gezocht, opdat Hij de mannen zou aanwgzen die voor dezen arbeid geschikt waren. Lucas nu verhaalt dit aldus: en als zg den Heere „liturgeerden" en vastten, zelde de Heilige Geest: ondert Mij af beide Paulus en Birnabas." Het woord „liturgeeren" wijst hier ongetwijfeld op den publieken eeredienst, gelijk onze Statenvertalers dan ook opmerken: Het Grieksche woord litourgein, dat hier gebruikt wordt, beteekent meest allerlei openbaren dienst doen, en hieronder wordt te dezer plaatse verstaan de openbare dienst van de prediking met de openbare gebeden en de bediening der sacramenten met hetgeen daaraan verbonden Is".

Tegen het gebruik van het woord liturgie voor den publieken eeredienst kan daarom geen bezwaar bestaan, want de Heilige Schrift zelf heeft dit woord gebruikt voor den dienst des Woords, der gebeden en der Sacramenten. Alleen mag het woord/; V»; '^/£ ons nooit verleiden om daarmede dezen eeredienst te maken tot een voorrecht van een bepaalden priesterstand en daarmede te verbinden de gedachte aan een zoenoffer, zooals dit bij Israel het geval was. Dat is de fout van de Roomsche Kerk geweest, die zelfs op grond, dat het woord liturgie in Hand. 13 : 2 gebruikt wordt, beweert, dat toen door de Apostelen als „priesters" het „misoffer" Is opgedragen, omdat liturgie altoos een priester en een zoenoffer onderstelt; zs ziet daarom in deze plaats zelfs eender sterkste bewijzen voor het misoffer. Metterdaad is dit, gelijk Calvijn terecht opmerkt, een misbruk van het woord „liturgie", dat in het Nieuwe Testament geen den minsten steun vindt. De Apostelen gebruiken het woord liturgie wel in dien zin van den Oud Testamentischen eeredienst, maar nooit van den Nieuw Testamentischen eeredienst. Ze vermijden zelfs met opzet het woord „liturg" voor de ambtdragers van het Nieuwe Testament, om te voorkomen, dat men de priesteridee van Israel op de ambtsdragers van het Nieuwe Testament zou overbrengen. En waar het woord liturgie gebruikt wordt voor de offergaven van het Nieuwe Testament, ziet het nooit op het Avondmaal, maar altoos op de liefdegaven der gemeente. Maar mits elk misverstand

in dit opzicht uitgesloten worde — en onder Protestanten bestaat voor dit misverstand lieuscli niet zooveel gevaar — behoeft men niet huiverig te z^n om het woord liturgie thans te gebruiken voor den publieken eeredienst der gemeente. De Heilige Geest zelf is ons daarin voorgegaan, en Zijn voorbeeld mogen we gerust navolgen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Onze liturgie.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 november 1911

De Heraut | 4 Pagina's