Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk men zich herinneren zal, heeft Ds. Renkema onlangs een advies gepubiceerd, ook door ODS overgenomen, waarin de Kerken geraden wetd zich te wenden tot de Gemeentebesturen ter harer plaatse, om kostelooze bewijzen van huwelijksvoltrekking te krijgen. In Rotterdam zou het Gemeentebestuur dit verzoek reeds hebben toegestaan.

Ds. Zijlstra van Hoogeveen konit m het „Gereformeerd Kerkblad voor Drente en 0/eiijsel" tegen dit advies op. In de eerste plaats toch, merkt hij op, staat het zeggenschap in deze zaak niet bij het gemeentebestuur, maai bij den ambtenaar van den burgerlijken stand.

Het komt ons zeer onwaarschijnlijk voor, dat dit bericht aan den Kerkeraad van het G e-meentebestuur afkomstig zou zijn, en mocht dit al het geval zijn, dan kan dit niet anders zijn dan een bericht namens den Ambten, van den Burgel. Stand, aldaar.

Een lemeentebestuur , ._ toch staat a 1 s zoTdanïg'geheel'buiten déze zaak, heeft daarin niets te doen en niets te zeggen, omdat het afgeven van bedoeld bewijs behoort aan den Ambt. van den Burgerl.Stand, waartoe hij alleen het recht en de macht heeft.

Een Ambt. v. d. Burgerl. Stand handelt in deze grteel zelfstandig — niet op last of krachtens besluit van een gemeentebestuur.

Wij willen voorshands aannemen, dat bedoeld bericht in Rotterdams kerkeraad is ingekomen van of namens den Ambt. v. d. Burgerl. Stand.

Is dit vermoeden juist, dan volgt daaruit dat Ds. Renkema zich ten deze vergist in zijn advies aan de kerken om zich tot de gemeente-besturen te wenden.

Willen wij den particulieren weg op door Ds, R. aangewezen, dan zou elke kerkeraad een verzoek bunnen richten — niet aan het gemeentebestuur isrijl dit ten deze onbevoegd is, maar aan den Ambtenaar van den Burgerl. Stand ter plaatse, die dan geheel vrij en zelfstandig heeft te beoordeelen of en hoe hij aan dit verzoek zou kunnen volijoen.

Van den weiwillenden Ambt. kan veel worden verkregen. , . . ,

Hierbij geldt echter dit bezwaar, dat het in de gegeven omstandigheden van het goedvinden van den Ambt. v. d. Burgerl. Stand alhangt of bedoeld kosteloos bericht door hem zal worden gegeven of niet.

Zijn tweede bezwaar is echter nog ernstiger. Hij betwijfelt of een dergelijk stuk, op ongeze geld papier door den ambtenaar van den burgerlijken stand afgegeven, wel rechtsgeldig zou blijken te zijn, wanneer de zaak voor den rechter kwam:

Dech gesteld al verder, dat geen eakf«s, bezwaar maakte om aan het Tgrzoek |feei en een cngezegeld bericht van huwelijksvoii.. ai te geven — dan komt nog een andere op: heeft nu zulk een stuk rechtsgeldigheid.

In art. 155 B. W. wordt een wettig afschrift of uittreksel uit de akte (dus een gezegeld stukl) als het eenige geWige bewijs voor een huwelijk verklaard — daarom mag nu toch wel met nadruk worden gevraagd: is een bericht (ongezegeld!) afgegeven door den Ambt. v. d. Burgerl. Stand, nu wel een geldig'bewijs? Wij spreken met opzet van bericht, omdat een akte of uittreksel aan zegelrecht onderworpen is en dus niet ongezegeld mag worden uitgereikt.

Een juridische kwestie. — Zeker.

Wel heeft tot heden de Officier van Justitie op deze handeling geen inbreuk gemaakt, maar daarmede is de zaak niet opgelost — en 't zou zeer wel mogelijk zijn dat de rechter bovenstaande vraag ontkennend beantwoordde en dus op zulk een bericht toch het huwelijk niet kerkelijk mocht worden voltrokken.

Met het oog dus op bovengenoemde bezwaren dunkt het ons gewenscht het advies-Renkema af te wijzen.

Laten liever Deput. voor de correspondentie met de Hopge Overheid zich wenden tot den Min. van Finantiën met het verzoek, eene wijziging te willen indienen voor Art. 27 der Zegelwet, waarbij de bij Art. 136 B. W, be doelde »blijken van burgerlijke huwelijksvoltrekking» uitdrukkelijk van het zegelrecht worden vrijgesteld.

Dat was ook de voorstelling in het rapport aan de Gen. Syn. omtrent deze materie onder 2e, genoemd.

En wij dringen daarop te meer aan, pmdat het ons zeer twijfelachtig voorkomt of de Min. van Fin. door wetsduidlng bedoelde extracten wel onder de vrijstellingen van Art. 27 Zegelwet kan opnemen — zooals wij meenen dat door de Gen. Syn.' werd aangenomen, naar 3e. van het Rapport, om aan den Min. van Fin. te verzoeken.

Kon wetswijziging verkregen worden, dan was de zaak gezond en kon kosteloos voor kerkelijke huwelijksinzegening een officieel (wel ongezegeld maar toch rechttgeld 1 gl) liew^S worden verlangd.

Mochteo hiertegen bQ de overheid ovcrwegtnde beiwarea zQn — dan ware het toch wenachelQk (tat oBie Deput. voor corresp. wet de Hooge Over-heid van den Mifl. *an «innenl. Zakte, maliën it verkröaen: dat er è^n Ministerie «Ie aan-Khrijving werd geHcht aan al de Ambtenaren van den Burierl. Staixd - in den «n gehjk dat i; Augustus 1905 is geschied.

Toen gold iet de vtiag: »of de akten of verklarl^aen welke de ambtenaren van den Burger!, ^^^^^ Stand __ elkander toejenden, ten einde een huwelijk te doen afkondigen m eet andere gemeente dan dié - ar het wo^dt onderworpen.

Op deze vraag zijn onu.> -heeft de •'^'=»' Minist aan al de Ambt. 4. Burgerl. Stand bericht, dat bij het antwoord "-«Vïa^g alles afhangt van den „vorm op de-. - '«o? die stukken wordt gewelk e V .. bezigd.

»Bepaalt men z^-. briefvorm, dan dige kennisgeving in «giggeld te behoeven stukken met B***^» worden.

Wanneer nu de Minister van Bmnefli-ZaktP dergelijk schrijven zou willen ric^t» «-^t w^lHk tot de uit te reiken verklaring voor kerkelijk huwelijk — dan ware reeds veel gewonnen, al blijtt het bezwaar omtrent de rechtsgeldigheid nog onopgelost.

Dat de Ambt. van den Burgerl. Stand te Amsterdam en te Hoogeveen beide den briefvorm reeds aannemen bij hun kostelooze verklaring valt bij inzien duidelijk op, en 't wil ons voorkomen, dat dit in de huidige omstandigheden verkieslijker is dan de verklaring te Rotterdam uitgereikt, die in den vorm wat te veel van eene acte heeft, en 't ernstig de vraag is of zulk een stuk niet aan zegelrecht onderworpen is, zoover artikel 27 A no. 10 der zegelwet niet toepasselijk is. Wij twijfelen niet of Deput. zullen bij onze regeering niet teleurgesteld worden.

Nu we 't advies van Ds. B.enkema opüJimen, was 't wel noodig ook deze waarschuwing onder de ocgen onzer lezers te brengen.

De raad, dien Ds. Zijlstra geeft, dat onze Depataten voor de Hooge Overheid een beslissing van de Regeering uitlokken, schijnt ons niet zoo kwaad toe.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 december 1911

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 december 1911

De Heraut | 4 Pagina's