Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„De wetenschap der heiligen”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„De wetenschap der heiligen”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vreeze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand. Spreuken 9 : I0.

Altoos weer komt de Geest Gods er op terug, dat de vreeze des Heeren het beginsel is van alle wijsheid, alle weienschap, en alle recht verstand. Luider, steeds luider roept de geest der wereld hieitegen in, dat de religie niets hoegenaamd op het erf der wetenschap te zeggen heeft. £n de practijk van de kinderen der menschen toont, boe wel waarlijk alleen de vreeze des Heeren hen Isvecswijs maakt, maar dat ze desniettemin in de sfeer van het geleerde donker, oog altoos een van God vervreemde wetenschap boven alles stellen.

Nu heersche hier geen verwarring. Voor de kennis van de uitwendige wereld helpt vrome zin u niets. Om de kracht van een electrischen stroom te berekenen, slaat niemand zijn Bijbel op, en om te weten hoe sterk het fundament moet zijn, om een huis met vijf verdiepingen te kunnen dragen, raadpleegt geen architect, hoe vroom ook, een godvruchtige yrouv in zijn familie. Bedoelt men dus geen andere wijsheid, dan om de verhoudingen van stof en kracht te berekenen, en geen andere wetenschap dan van de dingen die buiten het hart omgaan, dan gaat ieder onzer eeniglijk af op galecrdheid en bl^ft de godsdienst buiten spel.

De saak is nu maar, dat wie het Isven ingaat, al spoedig merkt, dat hij aan die kMnis van de

uitwendige weield niet genoeg heeft. Dtt mea ook die kennis wel wetenschap kan noemen, maar dat ze ons toch allerminst bekwaamtom te weten te komen wat we in het leven noodig hebben, en dat, hoe hoog men ook in de wetenschap roeme, er toch bovendien in de practijk van het leven een levenswijtheid noodi is, en dat ge die zoo hoog-noodige levenswijsheid niet uit de leerboeken kant halen, maar n eigen moet maken door zelf in 't leven in te gaan.

En dan keert de kans. Dan toch hangt he er niet van af, wat geleerdheid ge in uw brein hebt opgestapeld, maar of ge in bewnst zielscontact veikeert met de machten die feitelijk het leven beheerschen. Zoo ziet men dan ook maar al te vaak hoogelijk geleerde veelweters dom en dwars voor de practijk van het leven staan, en bewondert de kenner daarentegen niet zelden den tact, het helder inzicht en het zelftrertrouwen, waarmee een eenvoudige „moeder in Israel", niet alleen haar eigen leven beheerscht, maar ook haar omgeving in rechte sporen leidt.

Waar ligt dit nu aan? Waaraan anders, dan overmits in de practijk van het leven onder alle beheerschende machten de Almacht Gods boven alles gaat, en alleen wie Gods verborgen omgang kent, met die hoogste macht rekent en rekenen kan? £n op grond hiervan nu spreekt de Schrift 't zoo stelüg uit, dat „de wetenschap der heiligen" het rechte verstand geeft, en dat alleen uit den wortel van de vreeze de Heeren de waarachtige levenswijsheid opbloeit.

Nu kunt ge dit niet zoo gemakkelijk aan één enkel persoon beoordeelen. Dan toch komt er te veel persoonlijks bij in het spel. Erfelijke hebbelijkheden, bijzondere neigingen in iemands aanleg, geheel eigenaardige levensomstandigheden en zooveel meer kunnen in iemands persoonlijk leven zooveel wijziging aanbrengen, dat ge daarop alleen niet af kunt gaan. Doch wendt ge u daarom niet tot enkele personen, maar tot geheele gezinnen, tot gansche geslachten en tot geheele volken, dan is er geen verschil van oordeel mogelijk, en bevindt ge altoos weer, dat gezinnen, familiën, geslachten, volken, die waarachtige Godsvrucht wisten te kweeken, op den duur ook itAA\]k en practisch het sterkst stonden en bleken te besebikken over de meest dege levenswijsheid.

Dat er sprake is van de „wetenschap der heiligen" versta men niet mis. Van werkhei ligheid, van ingebeelde heiligheid, van vormelijke heiligheid is hierbij geen sprake. Heilig staat hier tegenover onheilig uit geen andere oorzaak dan om de lijn aan te duiden die getrokken moet worden tusschen hen, die nabij hun God leven, en dis anderen die van Gods verborgen omgang nog het flauwste denkbeeld niet hebben.

Van de kennis der uitwendige wereld nu afgezien, bestaat ons menschelijk leven uit een dooreenkruising van allerlei krachten en invloeden, die uitgaan van menschen, uitgaan van goede en booze geesten, uitgaan van ons eigen ik, en uitgaan van den Heere onzen God. Het juiste inzicht, het rechte verstand in ons menschelijk leven zal dus het deel van hem zijn, die in zijn ianerlijk leven de meest juiste aanraking met deze elementen van ons leven bezit. Wie geen zelfkennis heeft, geen menschenkennis bezit, het demonische niet tast en arm aan kennisse Gods is, zal vanzelf als vreemdeling in het Ie ven staan. Allerlei d waalvoorstelling zal zijn blik verduisteren. Het verborgen leven van zijn hatt zal niet kloppen op wat er feitelijk in het leven voorvalt. Zijn ik zal te hoog, de eere Gods te laag in zijn schatting staan. £n gevolg van dien valschen blik op het leven zal altoos weer fijn, dat hij mistast in wat bij doet, zich vergist 2.1s hij spreekt, en daardoor keer op keer toont de ware levenswijsheid te missen.

En daartegen nu baat noch hooge geleerdheid, noch taaie wilskracht, noch de meest volhardende inspanning. Immers het kan niet anders, of om den juisten, waren blik op het leven te krijgen, most ook in de waardeering van uw hart voorop staan, wat voorop staat in het werkelijk leven, d.i. de invloed en de werking van de macht Gods.

Dan toch, maar ook dan alleen wordt in uw eigen besef yiv ik zoover naar beneden gedrukt, als noodig is, om uw blik op het leven waterpas te maken, terwijl omgekeerd al wat God in de schatting van uw hart te kort komt, onverbiddelijk strekt om uw eigen ik in valsche positie naar boven te schroeven. Is nu eenmaal de verhoucÜcg tusschen God en uw ik vervalscht, dan ontreddcKt hierdoor vanself de verhouding van uw eigea ik tot uw omgeving. En de uitkomst is, dat uw bewustzijn op de drie beheerschende puBten averechts reageert, in uw denken over God, ia uw denken over uzelf, en in uw denken met wie om u zijn. En dit nu, wat is het anders dan onwijsheid? Wat anders dan gemis aan recht verstand?

Kunt ge dit nu recht zetten, door op beter voet met uw omgeving te geraken? Kunt ge dit gemis san levenswijsheid vergoeden door op de thermometer van uw leven uw eigen ik eenige graden naar beneden te drukken? Ten deele, zeer seker. Harmonie in het saamleven met uw omgeving stilt o, zooveel, wat anders in het hart ÏOO licht opbruist en het bewustzijn benevelt. Van daar dat oprechte verootmoediging, die het ik naar beneden drukt, zoo vaak een hinderpaal wegnam die onzen blik vervalschte. Het zijn altoas in de eerste plaats Egoïsme en Passie, die ons de ware levenswijsheid en het recht verstand doen derven, en let er maar op, als ge in uw omgeving een man of vrouw van jaren ontmoet, die de passie bcïwoer en het egoïsme in den ban sloeg, zult ge altoos merken, hoe ze practisch en levenswijs optreden en in hun gemeene handeling een verstandigen indruk maken.

Onderschatten moogt ge daarom de overwmning op het eigen ik behaald en den dorst naar harmonie met onze omgeving, allerminst. Wie er in vordert trekt een. welgevallen van den Heere j wie er in achteruitgaat, komt ten slotte met het hoofd tegen den muur terecht, en wie beide wel beoogt, maar niet doorzet, oogst van zijn half werk gsen vrucht.

Alleen maar, tot de waarachtige levenswijsheid en tot het uit echten wortel opschietend recht verstand zal zonder meer noch de harmonie met uw omgeving, noch'het ten onder drukken van uw eigen ik u brengen. Daarvoor toch is allereerst en vóór alle dingen uw godzalig verkeer met uw God van noode, omdat het uw God is, die niet maar bij uw omgeving en bij uw eigen ik bijkomt, maar met die beide al wat uw leven vervult en bezielt, vrijmachtig beheerscht. Van een technisch werktuig dat van zyn steunpunt afraakt, zegt het taalgebruik dat het dohoo^K. En ditzelfde nu is in volstrekten zi op ons zelfbewustzijn toepasselijk. Lot van God, loopt ook ons bewustzijn dol, en alleen „de heiligen", dat zijn zij die aan God zijn aangesloten, bezitten wetenschap en recht verstand.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„De wetenschap der heiligen”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 januari 1912

De Heraut | 4 Pagina's