Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„Derzocht”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Derzocht”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want in hetgene hij zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan hij dengenen die verzocht worden, te hulpe komen. Hebr. 2 : I3.

Vernietigd, vernederd, veracht... en nu ook verzocht.

Ook verzoeking is een üjdtn^ waarvan we verlossing afbidden. „Onze Vader, leid ons niet in veraoeking, maar verlos ons van denBooxel

En nu denke niemand hierbij uitsluitend aan de drievoudige verzoeking in de woestijn. Of zegt de Schrift ons niet, dat de Christus in alles den broederen moest gelijk worden, opdat hij, eelf verzocht zijnde, dengenen die verzocht worden, liter hulp kan komen. Om onze Hoogepriester te kunnen zijn, moest hij in al onze verzoekingen ingaan.

Toch staat de groote, drieledige verzoeking in de woestijn op den voorgrond. En al zijn wij te onheilig, om er ten volle in te komen, wat in die woestijn de aanraking met satan voor Jezus was, iets verstaan we er toch van, wat die toenadering van satan, om hem te ver zoeken, voor Jezus moet geweest zijn. Natuurlijk was satan toen reeds Jezus niet vreemd meer. Als mensch kon Jezus geen dertig jaar worden, zonder telkens en telkens aan verzoeking te hebben blootgestaan, en heerlijk in die ver zoeking te hebben overwonnen. Wie 't zich anders voorstelt, toont noch Jezus' menschelijke natuur, noch zijn heiligheid te verstaan. Immers dat Jezus ook die dertig jaar lang in geen enkele tot hem komende verzoeking bezweek, was niet omdat ze hem niet prikkelde, maar omdat zijn heilige zin er zoo verre boven stond.

Doch in de woestijn nam de verzoeking een ander karakter aan. Tot dusver was Jezus verzocht geweest, gelijk ook wij verzocht waren, maar mer werd 't een verzoeking zooals alleen de Middelaar ze ondergaan kon.

Jezus was nu gedoopt. De stille afzondering in Nazareth had een einde genomen. Zijn openlijke Middelaarstaak werd nu aanvaard. En hij trad op, ia 't midden van zijn volk, als de Messias vjin Israël. En nu wist Jezus dat 't eind van zijn weg heerlijk zou wezen, maar ook dat die weg zelf met doornen en distelen bezaaid zou zyn, te beginnen met de drie bittere jaren, en ten slotte het zich moeten overgeven in den dood.

Dat nu de heerlijkheid, die aan 't eind van den weg lag, Jezus toelachte, volgde uit zijn echt menschelijke natuur. Heerlijkheid lokt, trekt en b? eit ons. Maar in diezelfde menschelijke natuur lag het evenzoo, dat die drie jaren Jezus bij het vooraf indenken moesten afschrikken. Kon dan die heerlijkheid niet gegrepen wordtD, üonder 't voorafgaan van dit oittere lijden? Altoos de drinkbeker van verre voor zich Vader, kan die drinkbeker niet voorbijgaan?

En nu komt de naderug van satan, de sidderende ontmoeting, de influistering. Ja, die drinkbeker kan wel voorbijgaan. Aan het drinken van dien drinkbeker is te ontkomen. Indien ge nedervallende mij zult aanbidden, zal heel die wereld en al haar heerlijkheid, tonder het kruis, uw deel zijn.

Dat was de verzoeking!

En in die verzoeking wrong satan Jezus in drie grepen in.

Het was waar, Jezus kon met Godmenschelijke toovetmacht, als we het 200 mogen uitdrukken, zich het lijden des doods van den hals schuiven. Heeft hij zelf niet betuigd: „Weet gij niet dat ik den Vader bidden kan, en Hij z^ mij meer dan twaalf legioenen engelen bijzetten I" En dit paste satan op den honger toe, die Jezus kwelde. Na veertig dagen vasten hongerde hem ten leste. Hoefde dat? Was het niet beneden de waardigheid van den Messias ? Gij hebt de macht, gebruikt uw macht, en zeg tot deze steenen dat ze brood worden.

Maar Jezus overwon.

Toen kwam de tweede vraag: Hoe als Messias door al 't volk erkend te worden ? Hoe als de Koning uit Davids huis gehuldigd te worden? Niet eerst na eeuwen bq zijn komst op de wolken, maar nu reeds? Én ook hier lag weer het antwoord gereed. Hij kon op de tinne des tempels klimmen en dan zich nederstorten onder de geloovige schare, als een engel die uit den hemel nederdaalde. Indien gij de 2^ne Gods zijt, werp uzelven nederwaarts!

En toen de verzoeking op den man af. Wilt gij de heerlijkheid zonder Golgotha, val dan neder aan mijn voeten en aanbid m^, en alle heerlijkheid der aarde zal uw deel zijn. En onder dit alles dan steeds het tartende: Indien gij de Zone Gods zijt 1 O, voelt ge dan niet, wat uw Jezus onder dezen aanval op aanval van den Verzoeker, in 't diepst zijner ziel moet geleden hebben?

Ongetwijfeld, dit was de bangste verzoeking. Maar zeg niet dat 't hiermee uit was. Lucas voegt er opzettelijk bij, dat satan toen van Jezus week voor een tijd. Zoo is 't doorgegaan tot in Gethsemané, toen Jezus betuigen kon, dat de overste der wereld niets meer aan hem had. En onderwijl bleef het als in de eerste dertig jaar, ja sterker en banger nog, dat Jezus, als onzer een, alle gewoiie verzoeking in het leven had te ondergaan en te doorstaan. Niet alleen «/r wij, maar zelfs veel machtiger als 't onzer één overkomt.

Zeker, het verschil lag hierin, dat bij Jezus selfs de mogelijkheid van bezwijken in de verzoeking was uitgesloten, maar anders prikkelt de verzoeking steeds fijner en gevoeliger, hoe reiner zijn stand voor God was. Wat de onreine mensch van verre zelfs niet als verzoeking voelt, maar zich op laat dringen, voelt wie heiliger leven kent, zoo diep. Hem wondde alles in het teederste en fijnste van zijn zelfbesef. En wat moet 't dan niet voor Jezus, den Heilige, geweest zijn, nooit door satan met rust te worden gelaten, en telkens weer in strikken op 't ongemerktst en het fijnst gesponnen te worden verzocht.

Nu nog Heeren na. werkt dit onder 't volk des Heeren na.

Een gewoon, onbezorgd, nog geheel onbekeerd man denkt aan geen verzoeking en weet van geen verzoeking, of 't moet iets zeer grofs zijn, een verleiding tot grove oneerlijkheid, tot een schandelijke gemeenheid, tot een doortrapt gruwelstuk. En voor zoo iets staande, ja, dan weet ook de gewone burgerman van een bede die uit zijn hart opkomt: Heere, leid mij niet in verzoeking! Soms zelfs komt 't dan ook over 100 iemands lippen: Verlos mij van den Booze.

Maar wie in zijn aiel loigewikkeld, uit het keurslijf van zijn inbeelding losgeregen is, zonde leerde kennen, en klein voor God is gemaakt, die staat telkens voor verzoekingen, omdat hij in alles de verzoeking ontdekt, speurt en voelt. In dingen waarbij een ander van verzoeking zelfs den schijn niet merkt, voelt zulk een kind van God satan op zich afkomen. Een fluisteren van satan, dat daarom zoo bang pakt, omdat we zoo telkens aan ons kindschap van God te kort doen. En zoo komt er ten slotte in alles verzoeking, gedurig zielewankeling of het naar Gods wil, of op ingeving van satan zal zijn. Onrust en vreeze door heel 't hart.. En dan eiken morgen weer: Vader, leid mij niet in verzoeking, maar o. Vader, verlos mij toch van den " Booze.

En juist dit kan niet, althans niet in den zin, waarin uw hart dit begeeren zou. Ons hart zou willen, dat God satan zei: Raak hem, raak baar niet meer aan. En dit kan niet, want Gods kind heeft juist daarin zijns Vaders aard te toonen, dat hij satan weerstaat en overwint, en dit kan alleen beproefd worden.

De bede kan dan ook niet anders bedoelen, dan: leid mij niet in een verzoeking waarin ik bezwijken zou, en als ik bezwijken zou, schiet mij dan ter hulpe toe, o, mijn Heiland!

En dit nu juist is een der mysteriën van Jetus verzoekingen. De Schrift toch betuigt ons, dat Jezus zelf verzocht is, en in dit verzocht worden geleden heeft, opdat hij ons, als vutj verzoch worden, zou kunnen te hulp komen, (Hebr. II:18

Zoo nu trekt de band vanzelf aan. Jezus heeft geleden in alle verzoeking, Jezus die, zelf verzocht zijnde, onze verzoeking kent en ze met en voor ons gevoelen kan. En diezelfde Jezus is onze Heiland en Middelaar, die, in heilige liefde ons omvattende, ons in de verzoeking staande houdt, ons uit de verzoeking uitredt, en ons met Hem triomfeeren doet in den triomf op den verzoeker, die door Hem is bevochten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„Derzocht”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1912

De Heraut | 4 Pagina's