Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

„En gij in mij”.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„En gij in mij”.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dien dag zult gij belcennen, dat ik in mgnen Vader ben, en gij in mij, en ik in u. Johannes 14 : 20.

In het boogepriesterlijk gebed van Johannea 17 bad Jesus betuigd, dat hij in den Vader was en de Vader in hem, en dat evenioo de Middelaar in tijn geloovigen woonde: „Ik in hen en Gij, Vader in mij, opdat zij volmaakt zijn in één' Maar nog eer hij de Paaschzaal verliet, had Jezus ook het omgekeerde aan zijn jongeren betuigd, dit namelijk, dat zij in hem zouden zijn, en dat ze dat zelven bekennen zouden na zijn opstanding,

Saamgevoegd geeft dit alzoo het in elkaar sluitend heiUg snoer. Jezus wonend in zijn geloov^en, en de geloovigen wonend in Jezus. Ik in hen, en zij in mij. Toch niet in gelijken zin.

De Vader is in den Zoon en de Zoon is in den Vader krachtens de alomtegenwoordigheid van het Goddelijk leven. Niet, men versta dit wel, alsof de Vader in den Zoon niet anders zon zijn dan op de wijze, waarop God in elke star en in elke bloem is. In het creatuur is slechts een uitstraling van Gods macht, wijsheid en liefde, maar in den Zoon woont de Vader persoonlijk, met heel de concentratie van zijn Goddelijk wezen.

En op gelijke manier is het te verstaan, zoo Jezus betuigt dat hij in zijn jongeren is. Ook dan ia er inwoning, maar een inwoning van Jezus in de zijnen, die alleen mogelijk is door sijn Goddelijke natuur, krachtens zijn genade, ahnacht en Geest,

Al wat Godes is kan het creatuur, naar de mate van zijn bevattelijkheid, doordringen. Een bloem als draagster van 't schoon, het metaal als drager van kracht, de mensch als drager van Gods beeld en gelijkenis. Daarom kan de Vader in Jezus' menschelijke natuur woning maken, en Jezus tot den Vader zeggen: Gij in mij. Om gelijke reden kan Jezus ook woning maken in de zijnen, en zeggen: Ik in hen. Maar niet op gelijke wijs kunnen de geloovigen in Jezus woning maken, want de geloovige is een beperkt creatuur, missend de alomtegen woordigheid en het al doordringend vermogen.

Als dus Jezus zegt tot zijn jongeren: „Ik in u en gij in mij", dan mag noch kan dit beide malen in gelijken zin worden opgevat. Dan gaat dat van Jezus' zijde in ons Goddelijk toe, maar van onze zijde in Jezus creaiuurlijk. Een schepsel is in zijn eigen wezen besloten, en daarom kan de mensch niet in 't wezen van een ander mensch en veel minder in het wezen Gods of in het wezen van den Middelaar iadringen en woning maken. Als geloovige kunt en moet ge wel in Jezus zijn, maar op creatuur-Ipe manier.

Dit hangt aan het mystieke Lichaam. Christus is ons Hoofd. Met dat Hoofd zijn de leden ééa. Dat Hoofd met de leden vormt het é: e lichaam, en dat Lichaam, zegt de apostel, is Christus. Lses het maar in i Cor. 12 : 12: Gelijk het Lichaam éen is en vele leden heeft, en alle leden van dit éene Lichaam, vele zijnde, maar éen Lichaam zijn, alzoo ook ChHsius".

Ge weet wat een organisme is. Het bestuit uit een gansche menigte factoren, maar die alle in dienst zijn van den éenen geest, die het organisme saamhoudt. U«r eigen lichaam bestaat dt eindelooze vezels, zenuwen, spieren, bloeddruppels en wat niet al. Maar dat alles samen voimt slechts zoolang èsn lichaam, als er éen ziel, een geest in u is, die al deze deelen en leden beheerscht en in ém saamhoudt. Gaat die ziel, gaat die geest er bij het sterven uit, dan raakt alles los, het lichaam ontbindt zich en het organisme houdt op te bestaan.

En zoo na is het ook met het volk Gods. Ook dat bestaat uit tallooze personen, individuen die op allerlei manier verschillen, met veel en met weinig ulent, onbeduidend of veel beduidend, leden met eere of zonder eere zooals Paultts zegt, maar die allen saam vormen éen volk, éen geheel, éen Lichaam onder Christus als aUer Hoofd.

Vraat ge nu, wie is dat Lichaam? , dan luidt het antwoord natuurlijk: Dat Lichaam is Christus zelf, want aan het Hoofd hoort toch het Lichaam, en ^uo is dat mystieke Lichaam Cbristus zelf. In dat mystieke Lichaam nu woont ook gij, zoo ge waarachtiglijk een kind van God zijt Dan zijt gij van dat Lichaam, in Christus, en is dat mystieke Lichaam noch nu, noch eeuwigUjk zonder u te denken.

De Christus staat niet boven, niet naast, niet buiten zijn volk, maar hij is, woont en leeft in zijn volk. Hij is met dat volk éen. Dat volk vormt zijn heirschare. Dat volk is zijn Lichaam, waarin hij woning heeft gemaakt; en al wie lid is van dat Lichaam woont in jfezus, omdat dit mystieke Lichaam met zijn Hoofd saam de Christus is. Dat moge aan velsn slechts beeldspraak lijken, maar het is omgekeerd veel wezenlijker waar dan 't waar is in ons. eigen stoffelijk lic& aam. Daarin slechts ten deele. In Christus ten volle en geheel.

Vraag maar bij uw eigen lichaam of ge woont in den top van uw vinger, en ge zoudt met het antwoord aarzelen. Maar zoo niet stoot gs met uw vinger op de punt van een naald, of ge voelt den prik, en merkt dat ge zelf voelt in de uiterste punt van uw hand. Zoo zijn alte leden van uw lichaam inwonend in uw weten. Maar ook omgekeerd, als ge dr pen opneemt en schrijft, bezigt ge dienzelfden top van uw vinger om uw wil uit te voeten onder het schrijven, en gelijk zooeven tot zelfs de top van uw vinger tot uw persoon bleek te behooren, too blijkt nu dat ge met uw denken en met uw wil inwoont tot in den top van uw duim.

Letterlijk gaat 't dus bij ieder uwer in uw eigen lichaam elk oogenblik door, dat gij woont ia uw leden, en dat uw leden inwonen in n. Ge hebt daarom bet beeld slechts helder in en door te denken, en het spreekt u in letterlijken zin toe, mi's ge nu maar verstaat, «1 gelooft en belijdt, dat het volk des Heeren niet een mozaiek van losse steentjes, maar een machtig organisme, een wonderbaar lichaam is, en dat we onderling in veel inniger levensverband met elkander staan, dan voet en hand» oor en oog aan ons stoffelijk lichaam. Gij zijt in uw en uw oog wopnt in uw lichióm. Sterft uw . ^ v h t dan wordt uw o(^ dof en houdt op oog te zijn, en omgdreerd eerst als gij recht wakker zijt en door uw oog gluurt, glanst en schittert uw oog met vol leven.

Eu zoo ook nu hier. Verslapt uw geloof, zinkt ge in, glijdt ge uit, dan houdt Christus uw Hoofd op, in u als lid van zijn Lichaam te wezen, en omgekeerd als Christus u beproeft en zich uit u terug trekt voor een ure van beproeving, dan verdort uw ziel. Maar ook al sloot ge uw oog tijdelijk in slaap, toch bleef h«t in uw lichaam, en bleef het uw oog. En zoo oök bij Jezus. Ook al zonkt ge voor een wijle in, zoo ge Gods kind zijt, huist en woont ge toch, ook onder die tijdelijke verslapping, in Jezus, en omgekeerd als Jezus u beproeft en zijn genade terug trekt, blijft hij toch in u wonen, en straalt straks zijn bezieling weer in u uit.

Hierin is dus de rust voor uw hart. Ge weet: Ik ben in Christus, niet slechts in naam, maar daadwerkelijk. Ik ben een lid van zijn mystiek Lichaam. Ik ben in dat mystieke Lichaam besloten. Ik ben er in, en woon er in. Dat Lichaam werkt op mij door al wat in dat Lichaam het leven onderhoudt. £a hij, die in dat Lichaam mij omklemt, en door dat Lichaam mij de feestelijke levenswarmte toevoert, en van uit dat Lichaam mij beheerscht, is het Hoofd van dat Lichaam, dat is onze Jezus, dat is de Christus. En hierin nu is onder alle leed en teleurstelling mijn zalige vertroosting dat ik weet: Ook ik ben niet buiten, maar in Christus, en word in en van uit het mystieke Lichaam van Christus door Jezus beheerscht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's

„En gij in mij”.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 juni 1912

De Heraut | 4 Pagina's